Met een zelfgemaakte auto over het Circuit van Zolder scheuren? Via Greenpower Benelux kunnen middelbare scholieren een team samenstellen, sleutelen aan een racewagen en strijden om eeuwige roem. Bedrijven zoals De Lift uit Eke-Nazareth geven met plezier een financieel of organisatorisch duwtje in de rug. “Op een speelse manier hopen we de kloof tussen onderwijs en het werkveld kleiner te maken.”
Tekst Laurens Fagard
Het stationsgebouw van De Pinte is niet langer enkel een halte. Sinds een paar jaar doet het ook dienst als bedrijfsgebouw voor Greenpower Benelux, een vzw die een brug slaat van het onderwijs naar de bedrijfswereld en leerlingen de kans geeft om hun technische skills te ontplooien bij de constructie van een elektrische racewagen. Oprichter Pierre De Cannière liet zich inspireren op het Greenpower Education Trust, een stichting die afstamt uit het Verenigd Koninkrijk en al 25 jaar jongeren enthousiasmeert voor STEM-richtingen.
“Na een lange carrière bij BMW, waar ik verantwoordelijk was voor het trainingscentrum van het dealernetwerk, was er één constante doorheen de jaren”, vertelt Pierre. “Techniekers vinden blijft voor garagisten een aartsmoeilijke opdracht. De garagisten die wel mensen vonden, onderhielden niet toevallig goede contacten met scholen. Maar een netwerk uitbouwen, kost tijd en moeite. Toen ik een aantal jaar geleden het Greenpower-concept leerde kennen op een beurs in Brussel, wist ik dat dit een oplossing kon zijn. Jaarlijks ontvangen zij zo’n 750 teams uit Engelse scholen die het tegen elkaar opnemen met hun eigen elektrische racewagen. Ik voelde meteen iets om dat concept in België te introduceren met het idee dat elke garage een school zou adopteren om samen mee te doen aan de wedstrijd.”
“In Engeland zijn er veel bedrijven die hun centen bestemd voor liefdadigheid of maatschappelijke doelen in charities pompen en zo onrechtstreeks hun steentje bijdragen. Wij wilden het in België anders aanpakken en de bedrijfswereld veel nauwer laten samenwerken met de scholieren. Elk bedrijf kan een team financieel sponsoren en een aantal medewerkers afvaardigen die mee het project opvolgen op een aantal momenten doorheen het schooljaar. Die samenwerkingen zijn een schot in de roos. We zijn bijna aan onze derde editie toe met 130 teams die deelnemen. Het merendeel komt uit België en een kleiner aantal uit Nederland en Noord-Frankrijk. Vorig jaar sponsorden D'Ieteren en MAN respectievelijk 30 en 16 teams. Maar nu willen we verder dan de automobielsector en andere bedrijven ook enthousiasmeren.”
(lees verder onder de foto)
Marginal gains
Een van die bedrijven die meteen potentieel zag in het concept, was De Lift. Na een Voka Politica-bijeenkomst in De Pinte, waar ondernemers en het gemeentebestuur rond de tafel zitten, leerde zaakvoerder Arne Vandenberghe Greenpower kennen en besloot om Don Bosco Sint-Denijs-Westrem onder de arm te nemen. “We dragen ook de gevolgen van de krapte op de arbeidsmarkt, ook al hebben we goede contacten lopen met scholen uit de buurt. Maar dit is een gemeenschappelijk project waar een aantal van onze mensen ook hun schouders onder willen zetten. Dat komt onze employer branding uiteraard ten goede, maar we doen het vooral vanuit een duurzame en maatschappelijke visie.”
Bedrijven zijn een cruciale schakel in het succes van de ‘Greenpower-challenge’ op lange termijn, benadrukt Pierre. “Er zijn nu zo’n 70 scholen die zonder externe steun een team samenstellen om aan de slag te gaan met de wagen, maar je merkt dat de budgetten vaak zeer beperkt zijn. De kost om een zelfbouwpakket aan te kopen bij Greenpower valt nog mee, maar voor de ondersteuning en de organisatie van die wedstrijden heb je ook middelen nodig. Daarin kunnen bedrijven zoals De Lift het verschil maken en medewerkers inschakelen die de leraar en zijn of haar scholieren begeleiden of de omkadering verzorgen.”
Momenteel is Greenpower nog aangewezen op eigen financiering. “Met een 200-tal teams is de organisatie gezond. En daar evolueren we ook naartoe”, vertelt Valentine De Cannière, die haar vader bijstaat in het bedrijf. “We zouden graag ook het ASO betrekken. Ook daar zijn er leerkrachten wiskunde of fysica die hun leerlingen op sleeptouw kunnen nemen om hun technische capaciteiten te ontdekken. En ook hogescholen zijn een interessante piste. Scholen die al jaren dezelfde wagen optimaliseren, kunnen misschien wel daar te rade gaan om zogenaamde marginal gains te bekomen. Maar voor die plannen zouden subsidies wel helpen. Vorig jaar hadden we al een dossier ingediend voor het Excellentiefonds van toenmalig minister van Onderwijs Ben Weyts, met de bedoeling om een TSO-alternatief voor de Vlaamse Wiskunde Olympiade in het leven te roepen. Het is niet gelukt, maar we blijven volhouden.”
(lees verder onder de foto)
Engelse jaloezie
Het succes van de wedstrijd is niet toevallig volgens Pierre. “Je merkt dat scholieren zich volledig geven. Jaarlijks mogen we onze beste teams sturen naar Goodwood (Verenigd Koninkrijk), waar ook het Festival of Speed wordt gehouden. Daar racen alle teams in verschillende categorieën tegen elkaar. Het laatste Belgische winnende team was een school uit Maaseik die hun wagen tot in de puntjes heeft geoptimaliseerd. Ze hebben een carrosserie uit carbon gemaakt, motorkoeling voorzien en zelfs een versnellingsbak gestoken. Uiteindelijk zijn ze erin geslaagd om eerste te worden, tot grote ergernis van de Engelsen (lacht).”
Ook lagere scholen kunnen al aan de slag gaan met een pakket uit meccano-onderdelen die je jaarlijks opnieuw uiteen kan vijzen zodat de volgende generatie kan oefenen. “Als we onze finale houden in Zolder voor het middelbaar, stellen we de parking open voor de lagere school, waar ze spelenderwijs al eens kunnen oefenen. Alles staat volledig in het teken van veiligheid. Ook dat heeft me over de streep getrokken om het concept van de Engelsen in België toe te passen. De afgelopen 25 jaar zijn de deelnemers op uitzondering van een gebroken pols gespaard gebleven van ongelukken.”
Van bij de start in Engeland is het Greenpower-initiatief volledig elektrisch. “Ook dat aspect trekt bijzonder aan. Je ziet wel in sommige garages dat het nog moeilijk is om de liefhebbers van verbrandingsmotoren te overtuigen. Op zich is een elektrische motor enorm laagdrempelig tegenover een verbrandingsmotor”, vertelt Pierre. “Maar de komende 20 jaar zullen de meeste techniekers wel alles moeten kunnen omdat de transitie nog volop gaande is”, vult Arne aan. “Bovendien zie je ook een consolidatiegolf ontstaan, wat betekent dat je de technieken van meerdere merken in de vingers zult moeten hebben.”
Vanaf maart starten opnieuw de track days waarbij scholieren op verschillende tijdstippen kunnen oefenen met de wagen. Nadien volgt dan de finale op het Circuit in Zolder. “We hopen dat we ons concept binnenkort ook op Zandvoort in Nederland kunnen houden. We zien het enthousiasme enorm groeien in scholen en hopen zo nog veel bedrijven warm te maken”, besluit Pierre.
