De arbeidsmarkt kampt met krapte en een te lage werkzaamheidsgraad. Het is dan ook zaak om België dringend op lijn te brengen met de best presterende landen.
Analyses van de arbeidsreserve leren ons dat die reserve deels zit in de werkloosheid maar vooral in de langdurige ziekte. Het aanpakken van deze problematiek vraagt responsabilisering en concrete doelstellingen, die met dit regeerakkoord op scherp worden gezet.
Ook het arbeidsrecht krijgt een vernieuwingsoperatie zoals Voka eerder al vroeg met zijn Voka Paper 'Terug naar de tekentafel'.
Arbeidsmarkt en sociale zekerheid
Positieve punten
Activering
- De regering zet via diverse ingrepen sterk in op het verhogen van de Belgische werkzaamheidsgraad richting 80%, deze bedraagt vandaag slechts 72,1%. Deze inhaalbeweging zal sterk voelbaar maar ook noodzakelijk zijn in Wallonië en Brussel en draagt bij tot het betaalbaar houden van onze welvaart en de toekomstige vergrijzingskost. Het wordt zaak dit goed te monitoren.
- De berekeningsparameters van de welvaartsenveloppe worden aangepast om meer in lijn te liggen met de verwachte productiviteitsgroei. Dit moet bijdragen aan het uitdiepen van het verschil tussen werken en niet werken. Ook komt er een centraal register - zoals Voka eerder voorstelde - waarin alle voordelen van sociale bijstand en andere voordelen worden opgenomen en begrensd. Dit alles moet bijdragen tot minder inactiviteits- en promotievallen.
- De werkloosheidsuitkeringen worden eindelijk beperkt in de tijd, zoals al lang gevraagd door Voka. Er geldt een uitzondering voor werklozen vanaf 55 jaar met een minimaal beroepsverleden van 30 jaar, die evolueert naar 35 jaar. Dat laat België aansluiten op andere landen. Bovendien wordt het verzekeringsprincipe hersteld door een hogere uitkering in de eerste fase wat uiteindelijk ook de degressiviteit versterkt.
- Na de werkloosheid volgt mogelijks een bijstand. De OCMW’s zullen hierin extra worden vergoed maar ook worden geresponsabiliseerd in de mate dat ze toeleiden naar tewerkstelling. Het past in de logica dat alle actoren verantwoordelijk worden voor dit resultaat. Hiermee krijgt Vlaanderen een sterkere stok achter de deur om de activeringslogica door te trekken naar het lokale niveau.
Langer werkbaar werken
- De instroom in SWT (stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag, voorheen brugpensioen) stopt vanaf de datum van het regeerakkoord. Enkel medisch SWT blijft bestaan. Wel blijft ook nog de toegang tot SWT gevrijwaard voor werknemers uit bedrijven die een intentieverklaring tot herstructurering of collectief ontslag afsloten voor de datum van het regeerakkoord.
- Het individueel opleidingsrecht wordt terecht geflexibiliseerd en gedeeltelijk gecollectiviseerd. Bepaalde groepen zoals flexi-jobs en studenten worden uitgesloten, wat dit recht een stuk vereenvoudigt voor de werkgever.
Modernisering arbeidsrecht
- De externe flexibiliteit voor ondernemingen neemt toe door herinvoering van de proeftijd, faciliteren transities, activering en beperking van de ontslagvergoeding, forse uitbreiding van de flexi-jobs en meer studentenarbeid.
- Ook de interne flexibiliteit wordt verhoogd door meer vrijheid te schenken aan werkgever en werknemer op het vlak van arbeidsuren, annualisering van de arbeidstijd alsook de mogelijkheid tot meer fiscaalvriendelijke en vrijwillige overuren.
- Eindelijk wordt de nachtarbeid zoals in de ons omringende landen gedefinieerd vanaf middernacht in plaats van 20 uur, al blijft dit beperkt tot de distributiesector.
- De modernisering gaat gepaard met mindere administratieve overlast zoals afschaffing van de FLA, de verplichting om alle toepasbare uurroosters op te nemen in het arbeidsreglement alsook de startbaanverplichting.
Preventie en re-integratie langdurig zieken
- De procedure wordt versneld, want een snelle aanpak geeft de beste garantie op resultaten. In plaats van de huidige verplichte wachtperiode van 3 maanden wordt het voor werkgevers mogelijk (niet verplicht) om een re-integratietraject naar werk op te starten vanaf de eerste dag ziekte, mits toestemming van hun werknemer.
- Behandelende artsen kijken voortaan ook naar wat nog wel mogelijk is via ‘fit notes’. Ook de bedrijfsartsen krijgen voortaan een substantiële rol en hiertoe wordt de welzijnswetgeving aangepast. In geval van frauduleuze medische attesten kan de werkgever bij dit vermoeden terecht bij een meldpunt.
Meer beleid op maat van de deelstaten
- Bij gebrek aan een bevoegdheidsoverdracht krijgen de deelstaten meer vrijheidsgraden in de activering. Zo kan Vlaanderen voortaan zelf de criteria voor passende betrekking, beschikbaarheid, vrijstelling en strafmaat bepalen in de controle van werklozen. Dit moet toelaten nog beter en sneller te komen tot meer mensen aan het werk.
Koopkracht en meer netto
- Het verschil tussen werken en niet werken wordt vergroot tot minstens 500 euro en zal gebeuren door onder meer de uitkeringen te temperen (een uitkeringsnorm) alsook de loonfiscaliteit te hervormen zoals de verhoging van de belastingsvrije som, verlaging bijzondere bijdrage sociale zekerheid (in plaats van volledige afschaffing) en het versterken van de sociale werkbonus. De focus ligt hier vooral op de lonen onder de mediaan. Vanaf 2026 zullen hierdoor de nettolonen stijgen.
Aandachtspunten
- De tussenkomst van de werkgever in het gewaarborgd loon van een zieke gedurende twee maanden betekent een extra kost voor ondernemingen.
- De maaltijdcheques kunnen verhoogd worden met tweemaal 2 euro. Dit wordt in eerste instantie aan de sociale partners overgelaten. Een smeermiddel voor het sociaal overleg.
- De automatische index en loonnorm blijven beiden behouden en houden de loonvorming bijgevolg in een houdgreep. Het is een gemiste kans dat de index weerom niet wordt aangepakt.
- In de loonfiscaliteit wordt de Bijzondere Bijdrage Sociale Zekerheid enkel verminderd en niet afgeschaft. Ook de belastingsschalen in de personenbelasting worden niet verbreed. Bijgevolg zullen vooral de lagere lonen meer koopkracht krijgen.
- Opgelet bij een aantal ingrepen zoals het invoeren van een kader voor kosten eigen aan de werkgever. Ook het systeem van flexibel verlonen wordt wettelijk omkaderd. Bestaande collectieve bonussystemen (winstpremie, CAO nr. 90) worden dan weer geharmoniseerd. Het kan niet de bedoeling zijn dat dit administratief complexer en/of duurder wordt.
- Het blijft mogelijk om in plaats van 3 nu 2 ziektedagen door de werknemer op te nemen zonder medisch attest. Gezien het misbruik (extra verlof) was dit beter volledig afgeschaft zoals initieel voorzien.
- De werkloosheidsuitkering kan voortaan ook verkregen worden door ontslag op verzoek van de werknemer, weliswaar beperkt tot 6 maanden. Het kan potentieel bijdragen aan meer mobiliteit maar opletten dat er geen misbruik van zal worden gemaakt.
- De regering wil teleTREINwerk onderzoeken. Niettegenstaande er (soms) kan gewerkt worden op een trein, lijkt dit niet zonder risico voor ‘neparbeidstijd’ en complexiteit.
- Er wordt verscherpt ingezet op fraudebestrijding waaronder de vermelding van detachering. Het aantal gedetacheerde werknemers is immers hoog in vergelijking tot de buurlanden wat deels ook samenhangt met beperkte activeringsresultaten en beperkte toelating van economische migratie. Opletten dus dat de arbeidsmarkt die al bijzonder krap is in Vlaanderen niet verder wordt beperkt.
- Niettegenstaande het regeerakkoord inzet op een hogere werkzaamheidsgraad én meer productiviteit, bevat het akkoord weinig maatregelen om de neergang van dit laatste te counteren. Opleiding zal één van de hefbomen zijn om ervoor te zorgen dat langer en meer werken ook efficiënt en productief gebeurt. De verhoogde investeringsaftrek voor vorming als voorstel van Voka is niet weerhouden en bovendien is het onduidelijk of de bestaande aftrek blijft bestaan.
- Waakzaamheid is geboden voor de uitvoering door de verantwoordelijke ministers (Werk, Pensioenen, Sociale Zaken). Het regeerakkoord omvat bepaalde weerhaakjes in de tekst zoals bijv. arbeidstijdsregistratie bij annualisering arbeidsuren.
- Vaak wordt verwezen naar het sociaal overleg. Het risico bestaat dat doorbraken uit het regeerakkoord in sociaal overleg onder syndicale druk worden teruggedraaid. De werf van de voltooiing van het éénheidsstatuut dreigt met een prijskaartje te komen.
Pensioenen
Positieve punten
- De band tussen effectieve arbeidsprestaties en de opbouw van pensioenrechten wordt hersteld. Zo wordt de overmaat aan gelijkgestelde periodes die vandaag tot 1/3de oploopt van alle pensioenrechten teruggedrongen.
- De pensioenen worden hervormd met ditmaal een echte bonus/malus (ten belope van 2% (tot 2030), 4% (tot 2040) en 5% (vanaf 2040)) die moet aansporen tot langer werken en iedereen responsabiliseert.
- De pensioenleeftijd van ambtenaren wordt geleidelijk opgetrokken naar dat van de werknemers in de privé. Ook de berekeningswijze (op de volledige loopbaan) wordt doorgetrokken naar ambtenaren.
- Het aanvullend pensioen blijft alsnog binnen de loonnorm.
Aandachtspunten
- De werkgeversbijdrage voor het aanvullend pensioen wordt minstens 3% tegen uiterlijk 2035. Dit zal kostenverhogend werken in bepaalde sectoren al blijft dit alles binnen de loonnorm.
- Er komt een hogere solidariteitsbijdrage op het deel van het aanvullende pensioenkapitaal vanaf 150.000 euro.
Gezondheidszorg
Gezondheidszorg is na pensioenen de grootste begrotingspost: meer dan 60 miljard euro wordt voor 80% opgehaald uit bijdragen op arbeid. Hoewel de vergrijzing nog niet op kruissnelheid is, staat onze gezondheidszorg onder stevige druk door stijgende vraag naar zorg en beperkte middelen en personeel. Inzetten op productiviteit, schaalvoordelen en efficiënt beheer wordt essentieel.
Positieve punten
Algemeen beheer
- De deelstaten worden als waarnemend lid opgenomen in het verzekeringscomité waar wordt beslist over zowat 40 miljard aan financiële incentives die aan ziekenhuizen en zorgverleners worden gegeven. Het regeerakkoord geeft aan dat dit kan leiden tot asymmetrische afspraken en financiële responsabilisering.
- Het inzetten van de groeinorm wordt uitdrukkelijk gelinkt aan doelmatige zorg en responsabiliseringsmechanismen. Nieuw is dat de regering kan beslissen om een deel van de groeinorm niet in volumegroei te investeren, maar te reserveren voor efficiëntie, preventie, innovatie en digitale transitie. De groeinorm wordt zo een hervormingsbudget in plaats van “meer van hetzelfde”.
Digitale transformatie
- Het regeerakkoord investeert uitdrukkelijk in technologische vooruitgang. Het is positief dat dit wordt neergezet als een digitale transformatie: digitale gezondheidsapplicaties en technologie moeten zorgverleners ontlasten, de kwaliteit van de zorg verbeteren en het voor de patiënt makkelijker maken om zijn gezondheid op te volgen.
- De nieuwe regering zet maximaal in op het ontsluiten, samenbrengen en hergebruiken van data tussen burgers, professionals, organisaties en belanghebbenden uit sociale en gezondheidssector. Zowel het Health Data Agency als het intermutualistisch agentschap zullen gegevens delen voor wetenschappelijk onderzoek, innovatie en opleiding.
- De digitalisering zal een shift voorzien in de plaats waar zorg wordt verleend. De regering wil patiënten minder in het ziekenhuis en meer in daghospitalisatie of zelfs thuis verzorgd zien.
Preventie
- Het promoten van een gezonde levensstijl, preventie en vroegdetectie zijn essentieel om chronische ziekten te voorkomen of minder ver te laten evolueren. De nieuwe regering zal hierrond niet enkel afstemmen met de deelstaten, maar ook zelf haar bevoegdheden complementair invullen.
- Samen met de deelstaten worden nieuwe actieplannen op om ziekten tijdig op te sporen en te behandelen. Het regeerakkoord vermeldt een allesomvattende en doelgerichte aanpak rond kanker, cardiovasculaire aandoeningen, obesitas en (jong)dementie.
- Het preventieluik zet verder in op vroegdetectie en doelgroepgerichte vaccinatie als hefbomen om ziektes terug te dringen. De nieuwe regering zal financiële prikkels voorzien voor vroeginterventies en het inzetten van zorgpersoneel bij risicogroepen.
Hervormd zorglandschap
- Zowel voor gezondheid (van burgers) als voor gezondheidszorg (de organisatie van zorg) worden doelstellingen bepaald. De gezondheidsdoelstellingen gaan om het verlengen van de levensduur in goede gezondheid; het verminderen van gezondheidsongelijkheden en het verzekeren van een zo gezond mogelijke omgeving. De gezondheidszorgdoelstellingen vertrekken vanuit zorgpersoneel en hervormingen in de organisatie en de doelmatigheid van de gezondheidszorg met bijzondere aandacht voor de dienstverlening aan de patiënt en het voorzien van gelijke toegang tot de zorg.
- Het regeerakkoord moedigt samenwerking tussen ziekenhuizen en extramurale praktijken aan om betaalbare, toegankelijke en kwalitatieve zorg te voorzien. Ze maakt lijnoverschrijdende zorg mogelijk door alle drempels tussen federale en Vlaamse instellingen weg te werken. Dit bestendigt de verschuiving van ziekenhuizen naar thuiszorg.
- De wetgeving rond erkende zorgverleners wordt verder gemoderniseerd en ontregeld. De versoepeling moet zorgverveleners aanzetten tot samenwerking en delegeren. Tekenend zijn de uitgebreide rol voor apothekers en de hervorming van thuisverpleegkunde in overleg met thuiszorg.
Aandachtspunten
- Zonder duidelijke begrotingstabel blijft de evaluatie van een begrotingspost van meer dan 60 miljard tasten in het donker. Te weinig maatregelen zijn concreet becijferd, laat staan dat de terugverdieneffecten duidelijk zijn. De vele actieplannen, onderzoeken en andere ambities worden pas concreet met duidelijke cijfers.
- Het principe van de groeinorm – de stijging van het gezondheidsbudget boven de index – wordt expliciet behouden. Het is nog onduidelijk in welke mate en hoe de groeinorm zal evolueren doorheen de legislatuur. Zelfs wanneer deze groeinorm ingezet wordt als hervormingsbudget, gaat het om stevige extra uitgaven.
- Een digitale transitie kost geld voor ze terugverdieneffecten genereert. Het regeerakkoord geeft mee dat de groeinorm gebruikt kan worden om de digitalisering te financieren. Voka rekende eerder uit dat er 1,3 miljard euro federale middelen (zowat 3%) nodig zijn om de digitale transformatie te realiseren. Het regeerakkoord spreekt niet over terugverdieneffecten.
- De rol van de arbeidsarts in het preventiebeleid en het hervormd zorglandschap wordt niet meegenomen in het regeerakkoord. Arbeidsartsen spelen in preventiecampagnes een versterkende rol. Zowel via het opzetten van een vaccinatiebeleid als ondersteunen van voegdetectie kan de arbeidsarts met correcte wetenschappelijke informatie als het aanbieden van vaccinatie en screening actief betrokken worden in het preventiebeleid. Ook de hervormde zorgberoepen en digitalisering kunnen helpen om het aantal langdurig zieken te beperken.