Deze week kwam het IMF met hun nieuwe vooruitzichten voor de wereldeconomie. Weinig verrassend werd dat geen goednieuwsshow. Vooral door de handelsoorlog van Trump werden de groeivooruitzichten voor zowat alle landen neerwaarts bijgesteld. Bovendien overschaduwd de grote onzekerheid (o.m. over de volgende stappen van Trump) die vooruitzichten, en is het risico reëel dat de economische situatie nog slechter uitvalt. Ook voor de Belgische economie kwam het IMF met sombere vooruitzichten.
Magere groeivooruitzichten
In 2025 en 2026 zou de economische groei in België uitkomen op minder dan 1%. Voor de periode 2025-2030 verwacht het IMF dat de Belgische economie gemiddeld met amper 1,15% per jaar zal groeien. Dat hoort bij de laagste onder de klassieke industrielanden (hoewel landen als Japan en Italië nog veel zwakker zouden presteren). Dat is bovendien in de veronderstelling dat die groei mee aangedreven wordt door verder stijgende overheidsuitgaven. Volgens het IMF zou België in de periode 2025-2030 de sterkst stijgende overheidsuitgaven van alle industrielanden hebben. De economische groei in de private sector zou dus nog lager uitvallen dan die 1,15% per jaar. Dat is verontrustend omdat minder economische groei zowat alles moeilijker maakt. Dat impliceert minder welvaart, minder koopkracht en minder mogelijkheden om allerlei doelen, van een sterkere welvaartsstaat tot de duurzame transitie, te realiseren.
Dramatische overheidsfinanciën
De inschatting van het IMF van onze overheidsfinanciën is ronduit dramatisch. Bij ongewijzigd beleid zou het Belgische begrotingstekort tegen 2030 oplopen tot 7,6% van het bbp, wat overeen komt met 47 miljard in euro’s van vandaag. Dat zou het grootste tekort zijn onder de industrielanden, met ruime voorsprong (het tekort in Frankrijk, nummer twee, zou 1,4% van het bbp lager liggen). De ontsporing zit aan de kant van de uitgaven die zouden oplopen tot 57% van het bbp, de tweede hoogste onder de industrielanden (na Frankrijk). Door het grote tekort zou de Belgische overheidsschuld tussen 2024 en 2030 met iets meer dan 20% van het bbp toenemen (tot 126% van het bbp in 2030). Dat zou de sterkste schuldtoename zijn van alle industrielanden. In andere landen met hoge overheidsschulden zoals Griekenland, Portugal, Spanje, Canada en Japan zou de schuld in die periode afnemen. Dat is geen houdbare situatie.
Staken tegen hervorming
De combinatie van verontrustend magere economische groei en onhoudbare overheidsfinanciën, tegen de achtergrond van een ongeziene handelsoorlog, een onvermijdelijke demografische transitie en een noodzakelijke duurzame transitie zou heel erg duidelijk moeten maken dat business-as-usual geen optie meer is. Grondige hervormingen zijn nodig om onze economie structureel te versterken en de toekomst van onze welvaartsstaat te vrijwaren. De hervormingen die de regering De Wever plant, zijn stapjes in de juiste richting, maar zullen lang niet volstaan om die doelstellingen te realiseren. De hervormingsinspanningen zullen de komende jaren nog opgedreven moeten worden, zoniet wordt de uitdaging (nog maar eens) doorgeschoven naar de volgende legislatuur.
Tegen die noodzakelijke hervormingen blijven de spoorbonden ondertussen quasi-wekelijks staken en gaan de nationale vakbonden dinsdag terug actie voeren. Dat blijft onwaarschijnlijk kortzichtig. De vakbonden willen de hervormingsplannen (vooral in de pensioenen en in de werkloosheidsuitkering) geschrapt zien, maar stellen geen enkel alternatief voor om de miljardenuitdagingen waar we voor staan aan te pakken. De pijnlijke realiteit is dat er meer doortastende ingrepen nodig zullen zijn en dat doen alsof er niets aan de hand is al lang geen optie meer is. Als we die hervormingen vandaag niet opstarten, dan zullen de noodzakelijke inspanningen binnen een paar jaar alleen maar nog veel groter worden.