Op donderdag 26 september organiseert Voka Health Community haar jaarlijks congres. Dit jaar is het centrale thema "Technologie die Zorgt”, met focus op technologische oplossingen die de efficiëntie verhogen en de zorguitkomsten verbeteren. In de aanloop naar het congres laten we traditiegetrouw enkele ‘toekomstdenkers’ aan het woord. In dit artikel: Frederik Chanterie, algemeen directeur van het Jan Yperman Ziekenhuis in Ieper.
Jan Yperman in Ieper is met 532 bedden en een 1.600-tal mensen (medewerkers, artsen en vrijwilligers samen) een middelgroot ziekenhuis. Vanuit een duidelijke visie op de organisatie van zorg, focust het sterk op samenwerking met andere ziekenhuizen en eerstelijnspartners in de Westhoek en zoekt het ook ruimer partnerships met de derdelijnspartners daarbuiten. “Er heerst een schaarste aan mensen en aan middelen, er komen een enorme vergrijzingsgolf en zorgnood op ons af, dus we mogen niet naïef zijn: het zal samen zijn of het zal niét zijn”, verklaart algemeen directeur Frederik Chanterie. “Enkele jaren geleden vocht iedereen voor de patiënt, nu krijgen we bijna het omgekeerde. Huisartsen hanteren noodgedwongen patiëntenstops, woonzorgcentra sluiten afdelingen omdat ze geen medewerkers meer vinden, de spoedafdelingen overstromen: alle zorglijnen botsen op hun grenzen. De enige manier om dat op te lossen, is door samen te werken. Binnen en over de zorglijnen heen, maar ook met private partners, die met oplossingen komen die je als zorgactor niet zelf kan ontwikkelen.”
Voorloper zijn op het vlak van innovatie
“Om die reden geloven we ook zo sterk in innovatie. We hebben een dedicated team dat daarmee bezig is, maar we zien innovatie ook als een algemene organisatiebrede opdracht; we willen voorloper zijn op dat vlak”, vult hij aan. “Innovatie kan ten eerste kwaliteitsverbeterend zijn: het kan helpen om betere en gerichtere zorg te leveren. Ten tweede kan het het werk verlichten: aan een aantal taken die standaardiseerbaar zijn – ook hoogcomplexe – moet je dankzij innovatie minder tijd spenderen. Het kan ook helpen in het kader van ‘reduce the click’: voor een zorgverlener is computerwerk vaak tijdverlies, terwijl er wel een zeer grote registratielast is. En last but not least kan innovatie helpen om zorgverleners te laten doen wat ze het liefst doen: bezig zijn met de patiënt en de familie. Zij halen daar voldoening uit. Als we hen daarop kunnen laten focussen, kan dat een positief effect hebben op de instroom van nieuwe mensen.”
Innovatie kan een hulpmiddel zijn om zorgverleners te laten doen wat ze het liefst doen: bezig zijn met de patiënt en de familie.
Frederik Chanterie, Jan Yperman Ziekenhuis
Eén voorbeeld van zo’n innovatieproject is het pilootproject HEARTWISE, met steun van de FOD Volksgezondheid. Als initiator en trekker van HEARTWISE heeft Jan Yperman een brede samenwerking opgezet met 3 andere ziekenhuizen en diverse eerstelijnspartners. “We registreren vanop afstand – via wearables – de vitale parameters van patiënten en volgen die op. Die parameters worden ingezet om vroegtijdig het risico dat de gezondheidstoestand van patiënten verslechtert te detecteren. Met ondersteuning van AI monitoren we de evolutie van de individuele parameters, maar ook hoe die evolueren tegenover elkaar. Daardoor hoeven patiënten minder snel opgenomen te worden of kunnen ze sneller naar huis na een opname. Op die manier verkleint de belasting in het ziekenhuis, is het comfort voor de patiënten hoger én ondersteunen we meteen ook de zorgverleners, die dankzij een film van data een betere diagnosestelling kunnen doen en een gerichtere behandeling kunnen opstarten. Het project biedt ons de kans om technologie zoals artificiële intelligentie toe te voegen aan ons zorgproces en zo nog sneller alarmsignalen te detecteren. Daar is wel een sterke combinatie voor nodig van performante hardware, slimme software én intermenselijke soft skills. Want een patiënt opvolgen vanop afstand is méér dan data in de gaten houden; de menselijke component blijft cruciaal.”
Ondernemerschap in de zorg
Op de vraag of er nog hindernissen zijn voor dergelijke innovatieve projecten die technologie inzetten in de zorg, antwoordt hij volmondig ja. “Als ziekenhuis worden we op dit moment gefinancierd op basis van het aantal verantwoorde ligdagen van patiënten. Als de patiënt hier niet is, krijgen we dus geen financiering. Dat is natuurlijk de verkeerde redenering, want eigenlijk moeten we ervoor zorgen dat een patiënt hier niet of zo kort mogelijk is. Ik verwacht dan ook dat deze manier van denken en het financieringssysteem zullen veranderen, net als het huidige strakke keurslijf voor zorgorganisaties. Ik geloof sterk in ondernemerschap, ook in de zorg, maar we botsen al te vaak op restricties om te kunnen experimenteren. We missen een vrijer kader om samenwerkingen te mogen opzetten – uiteraard binnen bepaalde ethische grenzen.”
Frederik besluit met een kanttekening, namelijk dat digitalisering en innovatie geen doel op zich mogen zijn, wel een middel. “Bij innovatie in de zorg heb je maar 2 grote doelmatigheden: de patiënt en de zorgverlener. Ofwel is het resultaat van innovatie een betere kwaliteit van zorg, met meer comfort of snellere toegankelijkheid voor de patiënt, ofwel maken innovatieve toepassingen de job van de zorgverlener werkbaarder of makkelijker. Laat ons ook daarbij ook het samenspel bewaken van nabijheid en centralisatie. Sommige zaken moeten we centraliseren, maar tegelijk moeten we inzetten op nabijheid – of dat nu fysiek is of via technologie.”