Op donderdag 26 september organiseert Voka Health Community haar jaarlijks congres. Dit jaar is het centrale thema "Technologie die Zorgt”, met focus op technologische oplossingen die de efficiëntie verhogen en de zorguitkomsten verbeteren. In de aanloop naar het congres laten we traditiegetrouw enkele ‘toekomstdenkers’ aan het woord. In dit artikel: Prof. Dr. Nico De Witte, die sinds 2002 de noden en behoeften van thuiswonende ouderen onderzoekt. Eén van zijn onderzoeksthema’s is de meerwaarde van digitale applicaties voor ouderen in hun dagelijks leven en in de zorgverlening.
Nico De Witte is van opleiding sociaal gerontoloog. Hij is als onderzoeker verbonden aan HOGENT en als docent aan VUB, waar hij ook doctoraatsstudenten begeleidt. “Ik hou me al jaren bezig met de behoeften van thuiswonende ouderen, met digitalisering als één van de thema’s waarrond we werken. Op dit moment werk ik samen met collega’s van VUB en van UAntwerpen aan een SBO-traject (Strategisch Basis Onderzoek) over digital ageing. Daarin gaan we na in hoeverre ouderen digitaal vaardig zijn én wat de meerwaarde van digital devices voor ouderen kan zijn. Daarnaast ben ik in Gent ook betrokken bij onderzoeksconsortium 360° Zorg en Welzijn, waar we onderzoeken in welke mate ICT-toepassingen meerwaarde hebben in de zorg, zowel voor professionals als voor zorgvragers en mantelzorgers.”
Dat digitalisering een rol kan en zal spelen in de zorg voor ouderen, daarvan is professor De Witte van overtuigd. “Digitalisering kan zowel voor zorgvragers en hun mantelzorgers als voor zorgprofessionals een meerwaarde zijn. Denk maar aan een geïntegreerd dossier, waardoor een zorgvrager niet telkens opnieuw dezelfde uitleg moet doen en waarmee je de administratieve last bij de mantelzorgers verlaagt, of telezorg en telemedicine. Voor zorgprofessionals is de automatisatie van werkstromen dan weer een grote stap vooruit, en kunnen AR en VR een belangrijke rol spelen in het kader van opleiding en professionalisering.”
Op dit moment worden nog te vaak zaken ontwikkeld vanuit het standpunt van een ingenieur of developer – altijd met de beste bedoelingen – waarbij het doelpubliek meestal te laat betrokken wordt.
Prof. Dr. Nico De Witte, VUB & HOGENT
Tegelijk maakt Nico De Witte de nodige kanttekeningen bij doorgedreven digitalisering, zoals de digitale kloof die nog steeds bestaat. “Wij zijn in 2004 gestart met ouderenbehoeftenonderzoeken. Daarbij meten we de behoeften en noden van thuiswonende ouderen. Digitalisering is daar één aspect van. We hebben gemerkt dat de afgelopen 20 jaar het internet meer en meer ingang heeft gevonden bij ouderen. Vroeger gebruikte 75% het internet niet, nu is dat 25%. Het internetgebruik vormt in het onderzoek onze proxy en wordt in de internationale literatuur vaak gebruikt. Als je het internet niet kan gebruiken, is de kans groot dat je andere digitale devices ook niet zal kunnen gebruiken. Toch zien we dat er nu, in 2024, nog steeds ouderen zijn die géén gebruik maken van het internet. De grootste groep niet-gebruikers vinden we terug bij 80-plussers die laagopgeleid zijn, maar ook in lagere leeftijdscategorieën vinden we niet-gebruikers terug. Zij zullen dus wellicht geen beroep op innovatieve devices, ook al zijn dat net de mensen die daar het meest baat zouden bij hebben. Opvallend is dat het profiel van die mensen al 20 jaar hetzelfde is, waardoor we kunnen stellen dat het geen tijdelijk probleem is dat zichzelf oplost. We zien de ongelijkheden in de maatschappij terug in de applicatie van digitale vaardigheden bij ouderen. En in de groep die wél gebruik maakt van internet, zien we heel uiteenlopende profielen: basic users, selective users en allrounders.”
Vandaar ook het niet te onderschatten belang van het kennen van het profiel van die ouderen, bij de ontwikkeling van digitale devices, haalt Nico aan. “In de toepassing van digitalisering naar ouderen toe zijn er zeker grote winsten te behalen, maar dan moet je ouderen van bij het begin van het ontwikkelingsproces includeren. Daar komen heel wat vragen bij kijken. Is het doelpubliek digitaal vaardig? Wat is de attitude tegenover het gebruik van die toestellen? Wil een oudere wel continu gemonitord worden, rekening houdend met veiligheid en privacy? Hoe zit het met de kostprijs? Zijn de toestellen en applicaties gebruiksvriendelijk voor mensen wiens motorische skills veranderen? Op dit moment worden nog te vaak zaken ontwikkeld vanuit het standpunt van een ingenieur of developer – altijd met de beste bedoelingen – waarbij het doelpubliek te laat betrokken wordt.”