Dat zijn we nu wel. Want na 9 juni en 13 oktober zijn we – als alles goed gaat – 5 jaar kiesvrij. Of we ons ook verzekeren van 5 jaar sterk bestuur, valt nog te bezien. En dan ontbreekt nog de kers op de taart: een federaal regeerakkoord…
Op zondag 13 oktober stemden inwoners van alle Vlaamse steden en gemeenten voor de gemeente- en provincieraad. Ook op dit niveau staan we dus voor een wissel van de macht, en een mogelijk andere beleidskoers. In het Vlaams regeerakkoord valt het woord ‘gemeenten’ 30 keer. Maar het is zoeken naar een echte visie waar het met de lokale besturen van Wielsbeke tot Koksijde naartoe moet gaan.
Nochtans geven 7 op de 10 respondenten in een recente Vokaenquête bij 200 West-Vlaamse bedrijfsleiders aan dat het lokale beleidsniveau belangrijk is voor hun bedrijf. Hun topprioriteit voor de lokale besturen? Vergunningen (54%), investeringen in infrastructuur (36%) en de voorziening in bedrijfsterreinen (33%). Kortom, ondernemingen in Vlaanderen hebben nood aan ruimte om te ondernemen.
Met de bouwshift in het vooruitzicht moeten provincies en gemeenten dan ook objectieve behoeftestudies maken voor de ruimte die nodig is voor ondernemingen van vandaag tot 2040, en daar voorbij. Daarnaast moeten de lokale besturen werk maken van een één-op-ééncompensatie van slecht gelegen bedrijventerreinen voor beter gelegen bedrijventerreinen. Daar pleiten we vanuit Voka West-Vlaanderen alvast voor.
Op het vlak van vergunningen moet er meer en sneller rechtszekerheid komen. Dat kan door expertise op het vlak van vergunningen en ruimtelijke ordening te bundelen op het niveau van de referentieregio's en door voortrajecten systematisch uit te werken als vast onderdeel van de vergunningsaanvraag.
Lokale besturen worden met steeds meer en complexere uitdagingen geconfronteerd.
Bert Mons, Gedelegeerd bestuurder
Ook de lokale fiscaliteit komt bij de bevraagde ondernemingen naar voor als een topprioriteit voor het lokale beleid. Ongeveer één op de 3 respondenten (30%) stipt dat aan. Lokale belastingen hebben namelijk een negatieve impact op ondernemen omdat ondernemingen niet enkel deze middelen moeten ophoesten, maar daarnaast ook administratieve kosten hebben en geconfronteerd worden met een ongelijk speelveld. Bovendien merken we een tendens om nieuwe gemeentelijke belastingen te heffen die ingaan tegen het beleid van hogere overheden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de belasting op masten, sleuven en pylonen, wat contraproductief is voor noodzakelijke investeringen in de energietransitie. Voka vraagt daarom een fiscaal pact waarbij de gemeenten zich ertoe verbinden hun bedrijfsbelastingen niet verder te verhogen. Daarnaast vragen we de bestaande gemeentelijke belastingen kwalitatief te verbeteren om zo ook de compliancekosten voor ondernemingen binnen de perken te houden. Wanneer een lokaal bestuur een taxshift of een nieuw belastingreglement wil invoeren, kan dat voor Voka enkel na grondig onderzoek van de impact ervan op de financiën van een gemeente én op de concurrentiekracht van ondernemingen in die gemeente.
Komt ook naar voor in onze enquête: de nood aan versterking van de bestuurskracht van onze gemeenten. Lokale besturen worden met steeds meer en complexere uitdagingen geconfronteerd. Het is dan ook noodzakelijk dat hun bestuurskracht meestijgt met de uitdagingen. Daarom pleit Voka ervoor dat gemeenten met minder dan 30.000 inwoners moeten fusioneren. We betreuren dan ook dat in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord geen sprake is van verplichte gemeentefusies. In de hele tekst van 236 pagina’s zijn er amper 5 bladzijden gewijd aan de bestuurskracht van de lokale besturen. Er wordt in het regeerakkoord impliciet wel aangegeven dat deze bestuurskracht een issue is, maar er worden nauwelijks verdere stappen of oplossingen voor uitgetekend. En dat terwijl de kleinste gemeenten hun takenpakket nauwelijks nog kunnen behappen, en de grootste tal van initiatieven opzetten buiten hun kerntaken. Er is dus nog werk aan de winkel.
Wat alvast vaststaat, is dat het beleid dat in de volgende legislatuur wordt gevoerd – ook op lokaal niveau – bepalend is voor de toekomst van onze ondernemingen, waar ook in Vlaanderen. En dus ook voor onze welvaart en ons welzijn.
Ofwel slagen we er de komende decennia in om in Vlaanderen een florerende en duurzame economie uit te bouwen door te hervormen en te investeren, ofwel missen we die boot en komt onze toekomst onder druk te staan. Ook steden en gemeenten hebben daar een grote rol en verantwoordelijkheid in.