Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 12/01/2024

In december werden de resultaten bekendgemaakt van PISA 2022. Dat is een vergelijkend onderzoek op initiatief van de OESO, dat 15-jarigen in 81 landen test op hun leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid. Aan het Vlaamse PISA-onderzoek 2022 namen 4.174 leerlingen deel uit 172 scholen. We lichten er de opmerkelijkste resultaten uit.

De belangrijkste conclusies van PISA 2022

Voor wiskunde nog net top 10 

De klemtoon van PISA 2022 lag op wiskundige geletterdheid. Daarvoor zitten Vlaamse leerlingen nog net in de top 10. Binnen Europa doet enkel Estland het beter. Zwitserland en Nederland behalen een gelijkaardige score als Vlaanderen. Vergeleken met 2018 daalt Vlaanderen 17 punten. Dat is meer dan de daling van het OESO-gemiddelde van 15 punten. Ook op lange termijn gaat Vlaanderen sterker achteruit dan de OESO-landen. Alleen in IJsland en Finland is de daling voor wiskunde nog sterker dan in Vlaanderen. 

Middenmoter voor lezen en wetenschappen 

Voor lezen en wetenschappen is Vlaanderen in 2022 weggezakt naar de internationale middenmoot. Ook daar is een stelselmatige daling merkbaar. Die achteruitgang is telkens ook groter dan de achteruitgang van het OESO-gemiddelde. Voor wetenschappen ligt de gemiddelde score in Vlaanderen 11 punten lager dan 2018. Het gemiddelde voor de OESO vertoont geen betekenisvolle daling. Een gelijkaardige trend is ook op lange termijn zichtbaar. Slechts in 4 landen (Nederland, Finland, IJsland en Griekenland) is de daling voor lezen en wetenschappen op lange termijn (2009-2022) nog sterker. 

Minder leerlingen halen het basisniveau 

Van de Vlaamse leerlingen haalt 22,4% het basisniveau wiskunde niet. Voor lezen is dat 23,9% en voor wetenschappen 22,5%. Die achteruitgang is vast te stellen in alle onderwijsvormen. Sinds 2018 is in die daling ook een duidelijke versnelling zichtbaar voor wiskunde en lezen. In 2022 zijn 15% van de Vlaamse leerlingen toppresteerders voor wiskundige geletterdheid. Dat is nog steeds 5,4% hoger dan het gemiddelde in de OESO. Het aandeel laagpresteerders, die vaardigheidsniveau 2 niet halen, stijgt maar ligt in Vlaanderen wel nog lager dan het OESO-gemiddelde. In 2022 is er voor wiskunde een stijging van ongeveer 10% in vergelijking met referentiejaar 2003. Het onderzoek toont ook voor lezen een gelijkaardige toename van het aantal laagpresteerders in vergelijking met 2009. Die toename is ook groter dan gemiddeld in de OESO-landen. 

Kloof blijft groot

De resultaten van zowel de 10% sterkste leerlingen als de 10% zwakste leerlingen gaan achteruit, maar de kloof tussen beide groepen blijft even groot. Met 260 punten verschil is die kloof ook groter dan het OESO-gemiddelde van 235 punten. In slechts 8 landen is het verschil tussen zwakke en sterke leerlingen nog groter. Zowel bij jongens als meisjes is er over het algemeen een negatieve trend in de resultaten. Leerlingen met een migratieachtergrond presteren gemiddeld slechter dan hun autochtone leeftijdsgenoten, ook als je de sociaaleconomische thuissituatie in rekening brengt. Als je daarnaast óók rekening houdt met hun thuistaal, dan verdwijnt het verschil met autochtone leerlingen. Wie een migratieachtergrond heeft en thuis Nederlands spreekt, presteert gemiddeld beter dan leeftijdsgenoten.

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie