Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • BOIC: sterke partnerships met bedrijven als garantie op Belgische medailles

BOIC: sterke partnerships met bedrijven als garantie op Belgische medailles

  • 28/06/2024

Sportliefhebbers kunnen de komende zomer weer hun sporthart ophalen. Naast het EK voetbal in Duitsland en de Tour de France landen de Olympische Spelen ditmaal in Parijs. Grootschalige evenementen waar de sportprestaties prioritair zijn, maar de organisatie en omkadering ook met een vergrootglas worden bekeken. Voor bedrijven een gelegenheid bij uitstek om hun beste beentje voor te zetten met hun product of dienst. We gingen in gesprek met het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) en vier Oost-Vlaamse bedrijven die onze nationale delegatie bijstaan in hun jacht naar goud. Ontdek hier het verhaal van het BOIC.

“Weinig mensen weten dat de middelen van het BOIC ongeveer voor 70% komen vanuit de privésector”  Cédric Van Branteghem, ceo BOIC

 
 

Terwijl hij tijdens zijn atletiekcarrière nog gezwind de 400 meter liep, legt Cédric Van Branteghem zich nu figuurlijk toe op een marathon. De ex-Olympiër zet de koers van het BOIC uit als ceo, samen met Jean-Michel Saive als zielsverwant en voorzitter. De richting? Een duidelijke langetermijnvisie die verder kijkt dan Parijs en tegen de Olympische Spelen van 2032 in Brisbane de lat op dubbele cijfers legt in het aantal medailles. “Die ambitie is enkel mogelijk als we meer geld naar de sport laten vloeien en partnerships met bedrijven zoeken”, benadrukt Cédric meteen.

Een financieel gezonde ruggengraat garanderen is nodig om de missie van het BOIC uit te dragen: atleten voorbereiden, selecteren en in de best mogelijke omstandigheden naar internationale tornooien gidsen. Atleten zijn verankerd in 83 sportfederaties die op hun beurt zijn aangesloten als lid bij het BOIC. “Wij vertegenwoordigen al die sporten als een overkoepelende organisatie. De federaties zijn vaak een samenvoeging van twee liga’s. Sport is een bevoegdheid die immers op gemeenschapsniveau zit en dus door drie verschillende ministers wordt behartigd. Vandaar dat ook de financiering voortvloeit uit drie organen: Sport Vlaanderen, l’Administration Générale du Sport (ADEPS) en Ostbelgien.”

Naast de Olympische Spelen die momenteel alle aandacht wegkapen, begeleidt het BOIC ook sporters richting de Olympische Winterspelen, de World Games (voor niet-olympische sporten, waar België in 2022 tijdens de laatste editie in Birmingham (VS) nog 20 medailles kon verzilveren, red.), de Olympische Jeugdspelen én het Europees Jeugd Olympisch Festival. “Voor de Olympische Spelen zijn we het er met de federaties over eens dat naast het aantal top 8-plaatsen opkrikken ook meer medailles de doelstelling zijn. Maar ook op maatschappelijk vlak willen we nog meer een lans breken voor sport. Het zorgt op alle vlakken voor verbinding. En de olympische waarden, excellentie, vriendschap en respect, die we volop uitdragen, versterken dat mee.”
 

Als spin in het web brengt het BOIC jaarlijks ook alle atleten samen op een multidisciplinaire stage. “Een belangrijk moment om verbinding te zoeken tussen atleten onderling en de hele omkadering zoals coaches of medische staf. We faciliteren die samenwerking zodat niet alles nieuw is als je voor het eerst als atleet deelneemt aan een internationaal kampioenschap. Op die momenten krijgen ze informatie over voeding, trainingsschema’s, opleiding voor coaches tot het Sports Psychology Network waar sportpsychologen atleten in hun mentale gezondheid ondersteunen.”

Olympische waarden als driver

Om nobele missies na te streven, is geld onontbeerlijk. “Er is een duidelijke correlatie tussen budget en aantal medailles. Tijdens de Olympische Spelen in Tokio gingen we er als land stevig op vooruit met 7 medailles, maar Nederland ging er met 36 aan de haal. Onze noorderburen hebben drie keer zoveel budget als ons, terwijl hun populatie maar een derde meer bedraagt. Een deeltje is te danken aan de structuur die bij hen gecentraliseerd is en bij ons complexer in elkaar zit. Dat zal niet snel veranderen, dus pleit ik voor nog meer verbinding tussen ministeries. Daar moeten we onze faciliterende rol in spelen.”

Bedrijven zijn volgens Cédric een belangrijke pilaar in het behalen van sportsuccessen omdat zij de grootste geldschieters zijn. “Weinig mensen weten dat de middelen van het BOIC ongeveer voor 70% komen vanuit de privésector. 30% bestaat uit subsidies van de gemeenschapspartners zoals Sport Vlaanderen en ADEPS, federaal via de Nationale Loterij en nog wat diverse inkomsten. De overige 70% komen uit de privésector en het Internationaal Olympisch Comité (IOC), die hun inkomsten van onder meer tv-rechten en grote sponsors verdelen over de nationale comités. Die som van het IOC is voor veel landen wel een levenslijn, maar ook nodig om niet voorbij te gaan aan de olympische waarden. Elk land moet immers eens kans maken. Ons financieringsmodel is dus behoorlijk commercieel en gestoeld op enkele grote partnerships met de Nationale Loterij, Belfius, Delhaize, Deloitte, Toyota en Matexi.”

Niet alleen grote geldschieters zijn een stevige duw in de rug, ook de partnerships met leveranciers draagt Cédric hoog in het vaandel. “Bedrijven zoals Gracias, 6d Sports Nutrition en Caroline Biss blinken elk uit in hun sterkte waar we de atleten graag mee van laten genieten. Door de complexiteit van sponsorafspraken is het wel niet altijd evident om elke partner de juiste visibiliteit te geven. Sommige atleten hebben bepaalde individuele partnerships die mogelijks conflicterend zijn. Hoe dan ook draait het niet enkel om gewoon je logo overal opzetten. Bedrijven nodigen atleten ook uit bij hen om voor hun medewerkers te praten. Ze willen zich structureel linken aan die sterke olympische waarden en een verhaal brengen. Bovendien gaat ongeveer 60% van elke geïnvesteerde euro terug naar topsport. Bedrijven weten dus dat ze rechtstreeks een bijdrage leveren aan topprestaties.”

Historische delegatie

Als Vlaams-Waalse tandem gaan Cédric en Jean-Michel ook vaak de boer op. “Als organisatie moeten we regelmatig uitleggen wie we zijn en hoe onze werking in elkaar zit. Samen zijn we de eerste ambassadeurs door onze olympische achtergrond. Maar je hebt nu eenmaal partners nodig om een sterk blok te vormen. De Belgische topsport staat er goed voor. We tellen nu al (3 juni 2024, red.) 132 atleten, meer dan de 123 van Tokio, en zullen wellicht de grootste naoorlogse olympische delegatie ooit afleveren met ongeveer 150 atleten. Dat is grotendeels te danken aan de inspanningen van de gemeenschappen en hun federaties, maar ook door een degelijk sportbeleid op lange termijn. Vlaams minister van Sport Ben Weyts (N-VA) trok de budgetten vorig jaar nog maar eens omhoog. Die evolutie is dus gunstig, maar er kan nog een pak meer bij.”

“Via indicatoren zoals de topsportindex of de high performance index meten we onder meer hoe sportprestaties zich verhouden ten opzichte van investeringen in het verleden. Vaak zijn die curves ongeveer lineair, maar bij sporten waar dat niet het geval is, onderzoeken we aan welke factoren dat ligt. Soms komt het door een verdere mondialisering van de sport, maar vaak ligt het aan een structuur die erachter zit. Toen ik zelf mijn neus aan het venster stak als 4x400m-loper was er niet echt een referentie. Maar door een consequent beleid hebben die jongens al hun achtste goud over alle competities heen.” 

Ook internationaal zoekt het BOIC naar kennisdeling. “We proberen ons te spiegelen aan gelijkaardige landen zoals Nederland, Zweden of Zwitserland. Daarnaast brengt onze topsportdirecteur Olav Spahl ook heel wat ervaring aan boord door zijn passage bij het Duits Olympisch Comité. Hoewel je dus tijdens wedstrijden lijnrecht tegenover elkaar staat, is de kruisbestuiving rond omliggende zaken wel hoog.”

Evenknie

Met nog een aantal weken te gaan zijn nu alle ogen op de komende Olympische Spelen in Parijs gericht, maar daarmee is de kous niet af. “Ook de Winterspelen 2026 in Milaan en Cortina d’Ampezzo zijn een bijzonder interessante kans voor bedrijven om op in te spelen. Met een ware schaatshype zijn we daar meer dan ooit op onze plaats als land. Milaan is ook op economisch vlak een zeer actieve stad. Nadien is het de beurt aan Los Angeles (2028) en Brisbane (2032). Via Agoria Sports & Technology Club kunnen bedrijven hun producten en diensten daar voorstellen zodat die Spelen ook een Belgisch randje krijgen.”

“De parallellen tussen ondernemers en topsporters zijn immers zeer opvallend. Beiden hebben een enorm grote weerbaarheid en leren omgaan met tegenslagen of onzekerheden. Meer nog, ze grijpen die meestal aan als opportuniteit om zichzelf te verbeteren. Risico’s nemen is hen niet vreemd en samenwerken in team is op hun lijf geschreven. Ook de zoektocht naar financiering is vrij gelijkaardig. Een jonge atleet gaat net als een startende ondernemer ook op zoek naar kapitaal om te groeien. En ook daar staat of valt alles met een goede omkadering.”

Gent Jazz 2024
OV - Festival van Vlaanderen

Artikel uit publicatie