België is in Europa een van de landen met de minste overheidsinvesteringen. We moeten bijna dubbel zoveel meer investeren in transportinfrastructuur willen we bijbenen met onze buurlanden. De vraag van Voka om meer middelen vrij te maken, werd gehoord.
Je moet het dak repareren als de zon schijnt. Een advies dat onze overheid lange tijd in de wind geslagen heeft voor wat betreft onze vervoersinfrastructuur. Een lekkend dak in de vorm van een grote onderhoudsachterstand is het gevolg. Op Vlaams niveau zijn we wel aan een inhaalbeweging bezig, maar we zijn er nog lang niet.
Investeringen in onderhoud zijn cruciaal de komende decennia, aangezien heel wat van onze vervoersinfrastructuur stamt uit de bouwpiek van de jaren ’60 en ’70. Preventief en slim onderhoud moeten hierbij aan belang winnen om op termijn kosten te kunnen besparen. Technologische ontwikkelingen zoals condition based maintenance (CBM) bieden kansen om onderhoud beter en goedkoper te maken.
Als Minister van mobiliteit is het natuurlijk veel hipper om een lintje te kunnen doorknippen bij de ingebruikname van nieuwe infrastructuur, dan om aan te kondigen dat je de levensduur van een brug of tunnel verlengd hebt. Toch moet de komende jaren hier met prioriteit op ingezet worden en moet er voldoende overheidsbudget beschikbaar gesteld worden voor investeringen in het onderhoud van onze vervoersinfrastructuur en dit op alle beleidsniveaus en voor alle modi.
Het ontwerp geïntegreerd investeringsprogramma (GIP) voor 2024 is terug te vinden via deze link en bevat een overzicht van de geplande investeringen.