Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 18/02/2025

Met haar technisch verslag over de concurrentiepositie gaf de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) begin deze maand het startschot voor de onderhandelingen over het loonakkoord voor 2025-2026. Uit de vergelijking met de verwachte loonkostenontwikkeling in de buurlanden blijkt dat er in ons land de komende twee jaar geen ruimte is voor loonstijgingen bovenop de indexering. 

Klassiek patroon van de loonhandicap

Dat er op korte termijn geen ruimte is voor reële loonstijgingen kan geen verrassing zijn. Met de inflatieopstoot van 2022 zorgde de automatische loonindexering in België voor een veel sterkere stijging van de loonkosten dan in de buurlanden. Daardoor werden onze bedrijven geconfronteerd met een loonhandicap tegenover hun buitenlandse concurrenten, met ondertussen al nefaste gevolgen voor het marktaandeel van onze exportbedrijven. Via de loonnorm moet vervolgens die loonhandicap terug weggewerkt worden. En dat proces is nu aan de gang. 

Daarmee volgen we opnieuw het klassieke patroon na elke inflatieverrassing: een oplopende loonhandicap door de indexering die vervolgens gecorrigeerd moet worden via loonmatiging. Dat impliceert wel telkens een periode waarbij die loonhandicap de competitiviteit van onze bedrijven ondermijnt. 

Geen ruimte voor extra’s    

De vakbonden, gesteund door partijen als de PS en PVDA, zien wel ruimte voor loonstijgingen bovenop de indexering. Daarmee gaan ze nogal vlot voorbij aan het feit dat grote delen van onze economie vandaag onder zware druk staan (onder meer de industrie, de bouw en de handel), dat de publieke sector de voorbije jaren sterker groeide dan de privé, dat de rendabiliteit van de bedrijven de voorbije jaren duidelijk afnam (door de combinatie van hogere kosten voor lonen, energie, grondstoffen), dat ons marktaandeel op internationale markten fors terugviel en dat investeringsbeslissingen in vraag gesteld worden.

In het vorige loonakkoord (2023-2024) was er ook geen ruimte voor loonstijgingen bovenop de indexering. Toen maakte de regering onder druk van de vakbonden de opening om via ‘consumptie/koopkrachtcheques’ een soort extra premie toe te laten. Allicht willen de vakbonden opnieuw op zoiets aansturen, maar gezien de onzekere economische situatie zou dat geen goed idee zijn. Voor alle duidelijkheid, dat er geen ruimte is voor loonstijgingen bovenop de indexering betekent niet dat de lonen de komende twee jaar niet zullen toenemen. Alleen al door de indexering zouden de lonen in 2025-2026 met 4,4% stijgen (op basis van de recentste raming van het Planbureau).  

Hertekenen van de loonvorming

Het Belgische systeem van loonvorming met de combinatie van automatische indexering en loonnorm blijft een suboptimaal systeem. Ook het IMF kwam twee weken geleden nog eens met de aanbeveling om de combinatie van beide af te schaffen. Die combinatie legt een onder- en bovengrens op aan de loonvorming, waardoor die economisch niet optimaal kan gebeuren. Een systeem met afspraken op ondernemingsniveau waarbij de loonvorming veel beter afgestemd kan worden op de specifieke situatie van ondernemingen zou beter zijn.

De nieuwe federale regering vraagt aan de sociale partners gezamenlijke voorstellen om de loonvorming te hertekenen, maar het is hoogst twijfelachtig dat die er zullen komen. De vakbonden willen immers enkel af van de bovengrens (de loonnorm), de indexering willen ze kost wat kost behouden. Toen in de regeringsonderhandelingen de plannen voor een minimale bijsturing van de indexering uitlekten, stonden de vakbonden onmiddellijk op hun achterste poten. De loonnorm werd net uitgewerkt om de dynamiek waarbij de combinatie van indexering en extra reële loonstijgingen resulteerde in een systematisch toenemende loonhandicap binnen de perken te houden. Loonnorm en indexering houden elkaar min of meer in evenwicht. Het is dus beide schrappen of beide behouden. 

Verknipte logica

De vakbonden blijven vasthouden aan een verknipte economische logica. Meer koopkracht is uiteraard een essentiële doelstelling van het beleid, maar die extra koopkracht afdwingen via de overheid (belastingverlagingen) of bedrijven (hogere lonen) zonder dat daar een sterkere financiering achter staat, is sowieso onhoudbaar op langere termijn. Duurzame extra koopkracht kan enkel gegenereerd worden via sterkere economische groei. In die zin zou de klemtoon veel meer moeten op maatregelen die het groeipotentieel van onze economie versterken. Dat is de enige weg naar meer koopkracht op langere termijn.  

Contactpersoon

imu - vzw - slimstock
imu - vzw - bebat 2025
ING
Orange
Logo SD Worx