Overslaan en naar de inhoud gaan

Van een goed functionerende overheid mogen we op zijn minst verwachten dat het zijn kerntaken naar behoren uitoefent. Dat gaat over het aanbod van onderwijs en gezondheidszorg, over een performante dienstverlening aan bedrijven zoals het afleveren van vergunningen, over het bieden van rechtszekerheid, …  

Geen waar voor ons geld

België scoort daar zeker niet top. Meer nog, uit de Voka ‘Waar-voor-je-geld’-analyse blijkt dat we op 24 West-Europese landen maar een 17de plaats innemen wat de kwaliteit van het beleid betreft, terwijl we op het vlak van de totale overheidsuitgaven op de derde plaats staan. We geven dus enorm veel uit, maar krijgen er te weinig voor terug.

Dat kan en moet beter. Grondige hervormingen zijn aan de orde. De federale regering had voor de opkuis van de overheidsfinanciën de 1/3e-1/3e-1/3e-regel voor ogen: een derde van de inspanning moest van besparingen komen, een derde van nieuwe inkomsten en een derde van overige maatregelen, zoals fraudebestrijding. Wij stellen nu voor de helft van de inspanningen van hervormingen te laten komen, de andere helft van besparingen. Het doel moet zijn: meer kwaliteit, met minder middelen.

Afbeelding met tekst, diagram, lijn, schermopname

Automatisch gegenereerde beschrijving
 

Nu investeren voor morgen  

Net als ondernemingen zullen onze overheden extra moeten investeren op weg naar een klimaatneutrale, digitale en veiligere wereld. Het slechte nieuws: ze moeten daarnaast nog een grote investeringsachterstand inhalen. De voorraad aan kapitaalgoederen, zoals weginfrastructuur en elektriciteitsnetwerken, bedroeg in 1995 50,5% bbp, in 2022 wat dat nog maar 44,7% bbp.

Om die kloof te dichten en extra investeringen te kunnen uitvoeren – bijvoorbeeld in het kader van het Green Deal-investeringsprogramma – zal veel geld nodig zijn, veel meer dan de overheid op een financieel verantwoorde manier kan ophalen. De helft van het Green Deal-investeringsprogramma bijvoorbeeld zal via institutioneel kapitaal (pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, …) gefinancierd moeten worden. Dat kan omdat deze investeringen op lange termijn relatief stabiele rendementen kunnen opbrengen.  

We moeten erop toezien dat er voldoende budget voorzien wordt voor dergelijke groeibevorderende investeringen. Alles inbegrepen bedroeg de som van de overheidsinvesteringen van alle beleidsniveaus in Vlaanderen in 2021 3,6% bbp. Tegen het einde van de legislatuur moet het investeringsniveau in Vlaanderen toenemen tot 4,5% bbp. Dat betekent voor de Vlaamse overheid, ten opzichte van 2021, een bijkomende jaarlijkse investeringsinspanning van 1,4 miljard tegen het einde van de volgende legislatuur.  

  • Zet de overheidsinspanningen terug op het goede spoor: de helft van de inspanning komt van besparingen op de overheidsuitgaven, de helft van structurele hervormingen. 

  • Pak het investeringstekort aan door een betere samenwerking tussen overheid en privé: voeg een investeringsnorm (4,5% tegen einde legislatuur) in voor de Vlaamse overheid en activeer institutioneel kapitaal. 

Wil je via mail updates krijgen over onze verkiezingsstandpunten?

Geef je mailadres in voor het aanmaken van een profiel en blijf op de hoogte van onze standpunten.

Connecteer met onze experts

Bart Van Craeynest

Hoofdeconoom

Full bio of Bart Van Craeynest