De Vlaamse Waterweg informeert verladers van vloeibare goederen via de binnenvaart dat de wetgeving rond ventilatie van tankschepen in de Rijnvaartstaten (CDNI) en dus ook in Vlaanderen vanaf de tweede helft van 2024 verandert. Het doel is om te voorkomen dat schadelijke dampen uit de ladingtanks in de atmosfeer terechtkomen.
Drie fasen van het ventilatieverbod:
- Vanaf 1 oktober 2024: Ventilatie van de meest schadelijke stoffen wordt verboden, zoals benzeen, benzine, aardoliedestillaten en mengsels met meer dan 10% ethanol.
- Twee jaar na de inwerkingtreding: Het verbod geldt voor een tweede groep goederen: ruwe aardolie, ontvlambare vloeistoffen, vloeibare koolwaterstoffen en niet elders genoemde stoffen met meer dan 10% benzeen.
- Drie jaar na de inwerkingtreding: Afhankelijk van evaluaties zal het verbod worden uitgebreid naar andere schadelijke stoffen.
Verantwoordelijkheid voor verladers
Wanneer het ventilatieverbod ingaat voor een specifieke goederensoort, moet het tankschip op kosten van de verlader naar een aangewezen ontgassingsinstallatie. Deze installaties vangen schadelijke dampen op en behandelen ze. Een lijst van vergunde ontgassingsinstallaties is beschikbaar hier.
Losverklaring verplicht
Vanaf de inwerkingtreding van de wijzigingen moet bij elke losactiviteit, met uitzondering van bepaalde dedicated of verenigbare transporten, een losverklaring worden opgesteld. Dit documenteert de correcte afhandeling van het afval. Een model van de losverklaring is te vinden hier.
Voor meer informatie over de verdragswijziging en de verplichtingen, kunt u terecht op de website van het CDNI: link.