De vergunningenrechter heeft vorige week een streep getrokken door de vergunning van Ineos Aromatics in Geel en Laakdal. Omdat de lozingen van kobalt de waterkwaliteit van de Grote Nete aantasten. Voka Mechelen-Kempen vreest voor nog meer cases en vraagt een directe aanpak van de nog te vormen Vlaamse regering. "We hebben herhaaldelijk gewaarschuwd voor dit scenario."
Momenteel mag Ineos Aromatics blijven produceren, omdat ze voorlopig terugvallen op de vorige vergunning. Maar de Vlaamse regering moet binnen de drie maanden wel een beslissing nemen over een nieuwe vergunning en is verplicht om daarbij rekening te houden met de uitspraken van de Raad.
Voka Mechelen-Kempen had al eerder gewaarschuwd voor dit scenario. “Vandaag voldoet amper 1 van de 195 Vlaamse waterlopen aan de kwaliteitsnormen die Europa vanaf 2027 oplegt. Het is net zoals bij stikstof. In 2021 werd de vergunning voor een kippenstal in Kortessem vernietigd, door problemen met de stikstofuitstoot. Daarna werd onder meer de werf van 'Ineos Project One' in de Antwerpse haven maanden stilgelegd. Dat probleem is voorlopig opgelost, omdat het Vlaams Parlement in februari het stikstofdecreet heeft goedgekeurd", zegt Wim Brillouet van Voka Mechelen-Kempen. "We vragen nu voor het waterprobleem een échte oplossing. Dat kan alleen met een programmatische aanpak.”
Realistisch tempo
Zo'n programmatische aanpak werd door de vorige Vlaamse regering ook gemaakt voor stikstof en werd begin dit jaar goedgekeurd in het parlement. Dat houdt in dat een integrale aanpak wordt uitgewerkt.
Voka Mechelen-Kempen zal het dossier sterk blijven opvolgen. En vraagt aan de Vlaamse onderhandelaars om van waterbeleid een absolute prioriteit te maken. "We moeten nu actie ondernemen en een programmatische aanpak voor water voorbereiden. Europa verwacht dat de waterlopen ten laatste in 2027 in goede toestand zouden zijn. Met het huidige beleid halen we dat zo goed als zeker niet", klinkt het.
Voka vraagt ook een realistische aanpak voor Vlaanderen. “Wij willen dat Europa de normen voor dichtbevolkte regio’s zoals Vlaanderen, waar wonen, werken en landbouw op een zakdoek bij elkaar gebeurt, minder streng maakt dan voor uitgestrekte gebieden zoals Frankrijk en Spanje. Zo kunnen we op een realistisch tempo onze waterlopen properder maken."
