Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • Maakbedrijven: het kloppende hart van onze economie – gesprek met Frans Penne (nv Penne)

Maakbedrijven: het kloppende hart van onze economie – gesprek met Frans Penne (nv Penne)

Oost-Vlaanderen
  • 18/06/2024

Globalisering en een spectaculaire opmars van China als ‘fabriek van de wereld’ deed de voorbije jaren ook in Vlaanderen de fabrieksproductie naar adem happen. Vooral de Belgische loonlast is een blok aan het been van de bedrijven en belemmert hen om internationaal mee te doen. Maar er is meer aan de hand. Dat schetst Frans Penne van het gelijknamige bedrijf dat – ondanks veel kommer en kwel – zich op een eigenzinnige en koppige manier succesvol toont. Vanuit België. Zijn analyse is scherp maar duidelijk.

 

Tekst Jan Van Gyseghem - foto Wim Kempenaers

In de wereld van metaal en kunststof processing doet de naam Penne ook ver buiten Aalst een belletje rinkelen. In goed drie generaties evolueerde het bedrijf van kinderwagenproducent tot een toonaangevende fabrikant van gevormde metalen en spuitgietonderdelen in kunststof.

Alles bij Penne draait om maatwerk en hoge efficiëntie, van ontwerp tot massaproductie. Het bedrijf smult van technische complexiteit en hanteert de meest strenge toleranties. Door vergaande automatisering is men in staat grote series met een hoge kwaliteit te produceren. 

Penne bedient klanten in de automotive industrie, de bouw en de sector van consumentengoederen. Alle activiteiten van het 150-koppig team zijn geconcentreerd op één site (45.000 m²) in Aalst.

Bepalende rol van de overheid 

“Als Belgische speler in de maakindustrie hebben wij altijd al tegen de stroom in geroeid en de volledige productie in eigen land gehouden, maar het wordt ons steeds lastiger gemaakt”, opent ceo Frans Penne het gesprek. Toch gaan de zaken naar eigen zeggen vrij goed; recent werden nog twee nieuwe perslijnen geïnstalleerd. Vreemd genoeg (?) is Penne succesvol op markten in lageloonlanden zoals Centraal-Europa, China, Mexico en Brazilië. “Wellicht omdat Penne een nichespeler is”, verduidelijkt de bedrijfsleider. “In die landen floreert de automobielindustrie terwijl die in Europa tanend is. We moeten gaan waar de markt is ...” 

Tegelijk maakt hij zich zorgen over de toekomst van de Belgische maakindustrie.  

Hoe zit het met de Belgische maakindustrie vandaag?

Frans: “Het fundament van mijn redenering is: België zit opgescheept met een geldverslindend overheidsapparaat. Dat geld moet via belastingen opgehoest worden en daar zit precies de knoop, want de overheid geeft de indruk de industrie niet meer nodig te hebben. Ze is wel op zoek naar belastbare inkomsten. Om vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting en btw te heffen heb je creatie van toegevoegde waarde nodig. Onze beleidsvoerders verwachten louter op diensten te kunnen steunen. Dat klopt niet, dat ziet toch iedereen? Niets is zo gemakkelijk te delokaliseren – een eenvoudige internetverbinding volstaat – als een service. Diensten moeten het toch in de eerste plaats hebben van de industrie.”

Maar de problematiek overstijgt ver de specifieke situatie in ons land …

Frans: “President Biden gaat de invoer van sommige goederen uit China met 100% belasten; Ursula von der Leyen praat daar ook over en zal waarschijnlijk moeten volgen; macro-economisch kan ze wellicht moeilijk anders. Dat is toch een heel andere benadering dan in Vlaanderen dat de invoer van goedkope Chinese auto’s gaat subsidiëren terwijl die voertuigen in China zelf met overheidssteun worden gefabriceerd en gedumpt worden op de Europese markt. Dan kan je onze welvaart evengoed exporteren…”

Frans Penne stond versteld van het nieuws over de subsidiëring van elektrische auto’s: “Tot mijn verbazing heb ik daar weinig commotie over gehoord. Het is onbegrijpelijk dat men onze maakindustrie op die manier in slechte papieren brengt en men dat zelfs niet snapt.”

De rol van de overheid is bepalend?

Frans: “Telkens de overheid ingrijpt in onze economie – op vlak van kernenergie, elektrische auto’s, zonnepanelen, warmtepompen – maakt zij een stuk van die economie kapot. Men probeert de economie te richten maar een economie hoeft niet gericht te worden; de markt is sterk genoeg en reguleert zichzelf. De tussenkomsten zijn in België zeer zeker contraproductief.” 

Doodgravers

De ceo van Penne ziet drie ‘doodgravers’ van het ondernemen in Vlaanderen: een negatieve houding ten overstaan van de industrie, de loonkost en het vergunningenbeleid.

Onze maakindustrie wordt almaar minder competitief?

Frans: “Onze industrie op zich is productief, competitief en innovatief maar het kader waarbinnen ze moet werken in België is dat niet. Die beleidscontext – ik noem dat de attitude - is helemaal niet performant.” 
Voor de gesel van de loonkost heeft Penne een concreet voorstel: “Belgische bedrijven zijn op vlak van loonkost zelfs binnen Europa niet competitief. Ik betaal mijn mensen graag méér voor wat zij doen in het bedrijf, maar ik hoef daarvoor toch niet telkens weer de staat te betalen? Laat ons de nettolonen indexeren en niet de bruto. Zo zou het probleem van de loonlastenhandicap stap voor stap kunnen worden opgelost.” 

Wat beslis je meteen als je morgen minister van Economie bent met volle bevoegdheden?

Frans: “Eén: onze mensen veel beter verlonen met de loonmassa die wij nu hebben. Dat betekent concreet: de lasten halveren. Twee: in de hoofden van onze beleidsvoerders kruipen zodat zij beseffen dat de maakindustrie de voedingsbodem is voor belastingen en welvaart. Drie: maatregelen nemen zodat bedrijven opnieuw vlot en binnen een redelijke termijn aan een vergunning geraken.”

De Aalsterse bedrijfsleider komt nu onder stoom, zijn ergernis is oprecht. “Geef toe, het is een helletocht: je begint een onderneming en krijgt geen of moeilijk een vergunning. Je vindt geen personeel en als je het dan toch vindt, ben je niet competitief met dat personeel. Op de duur moét je wel besluiten dat men de maakindustrie niet meer wenst.”
Frans merkt op dat de overheid - ondanks haar terughoudendheid tegenover de maakindustrie - de werkzaamheidsgraad wil optrekken tot 80%. “Waar wil men dat dan realiseren? Een derde van de recent gecreëerde jobs blijken bij de overheid te zitten.” 

Telkens de overheid ingrijpt in onze economie, maakt ze die voor een stuk kapot”

Frans Penne, ceo

Chinese tsunami

Onze industrie beschermen tegen oneerlijke concurrentie, kan dat zonder in protectionisme te vervallen?

Frans: “Ik ben absoluut voor de vrije markt, maar wat is die waard als de tegenspeler de internationaal afgesproken regelgeving niet volgt? Als de andere partij zijn export subsidieert moet je wel in het verweer gaan – via heffingen bijvoorbeeld - zodat er een level playing field ontstaat voor iedereen.” 

Penne verwijst naar wat er is gebeurd met de zonnepanelen: “China is – met onze technologie – zonnecellen in eigen land gaan produceren. Het land combineert de overvloedig beschikbare goedkope arbeid met een door de staat gesubsidieerde productie. Dat resulteerde in een overcapaciteit die in Europa werd gedumpt. Het resultaat is dat onze industrie op dat vlak is gesneuveld. Wanneer gaat men dat onder ogen zien?” 

China gaat steeds meer de concurrentie aan met high end producten: elektrische auto’s, drones, halfgeleiders?

Frans: “In de batterijtechnologie lopen wij nu al achter. China heeft alles: middelen, ruimte, mensen, lage loonkost. Alles wat daar ‘plus’ is, is hier ‘min’.”

(lees verder onder de foto)

Zaakvoerder Frans Penne is de derde generatie van het bedrijf dat evolueerde van kinderwagenproducent tot een toonaangevende fabrikant van gevormde metalen en spuitgietonderdelen in kunststof.

Van wat moet de Vlaamse (Europese)maakindustrie het in de toekomst hebben?

Frans: “Onze ingenieurs, onze universiteiten en onze productiviteit. Door de hoge loonkosten zijn wij het al jaren gewend om verregaand te automatiseren; wij proberen hoge kadansen te lopen en productief te zijn. We hebben vaak ‘oplossingen’ moeten zoeken en dat maakt ons op dat vlak wel competitief.” 

De automotive industrie is voor Penne al heel lang een belangrijke markt. Frans ziet met lede ogen aan hoe de leidende positie van Europa in die sector afbrokkelt.

Frans: “We hebben in Europa decennialang een voorsprong opgebouwd in de technologie van verbrandingsmotoren. Die motoren waren performant en zeer zeker schoon; ik wil trouwens de volledige analyse van de duurzaamheid van een elektrische motor versus een verbrandingsmotor nog wel eens zien … Daar is veel stemmingmakerij rond. Ik ben er niet van overtuigd dat de footprint van de processen om batterijen en elektrische motoren te maken (en te recycleren), kleiner is dan die van een verbrandingsmotor. Men moet dan wel de hele keten durven bekijken, inclusief de winning van schaarse edele metalen die nodig zijn, afkomstig uit landen met minder zorgen over milieueffecten en mensenrechten.”

“Onze beleidsmensen hebben dat niet ingezien en feitelijk uitverkocht aan China. Nu moeten wij vaststellen dat elektrische wagens de facto Chinees zijn. We staan voor een tsunami uit China, net zoals bij de zonnepanelen.”

Voor ondernemers wordt het stilaan onduidelijk welke partijen nog onvoorwaardelijk opkomen voor het pure ondernemerschap”

Frans Penne, ceo

En toch kan het anders 

Je geeft een somber beeld van de situatie maar Penne was al die tijd wel succesvol?

Frans: “Ik heb steeds uitgekeken naar klanten die op zoek waren naar technologie. Iemand die me vroeg: ‘Wat kost dat?’, beschouwde ik nooit als een mogelijke klant voor ons. Wie vroeg ‘Kunnen jullie dat?’, dié wou ik binnenhalen.” 
Die bewuste houding maakte het voor Penne onmogelijk om te delokaliseren, zoals veel collega’s wel deden. 

Frans: “Onze  hoogtechnologische kennis zit in de muren en de mensen van dit bedrijf. Die kan je niet zomaar verplaatsen. Het voordeel is dat wij één van de laatste der Mohikanen zijn van de Belgische maakindustrie; wij leveren nu zelfs aan lageloonlanden maar het is wel waakzaam blijven: die landen zitten ook niet stil.” 

Wanneer lopen klanten weg naar lageloonlanden?

Frans: “Bij kleine stuktallen, waar wij met onze matrijstechnologie te duur zijn. Hoe groter de aantallen en hoe groter de complexiteit van de opdracht, hoe gemakkelijker voor ons om mee te dingen.”

Tegen de stroom in roeien vergt lef en doorzetting. Zo liet Penne zijn klanten weten niet meer deel te nemen aan zogenaamde auction based tenders waarbij projecten, via een veilingklok, worden toegewezen aan de laagst biedende.  

(lees verder onder de foto)

Penne heeft een mix van technische medewerkers in huis: van ongeschoolde operatoren tot hoger opgeleiden en ingenieurs.

Frans: “Ik doe er niet meer aan mee, want ik kan dat nooit winnen. Ergens ter wereld is er altijd wel iemand die sneller op de knop drukt dan ik. Het gaat in die projecten enkel om het cijfer, de prijs dus, niet om de technologie, de accuraatheid van het product of leverbetrouwbaarheid. Ik stel vast dat sommige klanten zich op dat pad begeven, maar ook al eens terugkomen …” 

Penne heeft een mix van technische medewerkers in huis: van ongeschoolde operatoren tot hoger opgeleiden en ingenieurs. Er is ook een enclaveteam van MAAAT in huis. De zoektocht naar degelijke medewerkers beschrijft Frans als ‘een hel’.

Sterk talent is dus cruciaal voor Penne om zijn strategie te kunnen volhouden? 

Frans: “Ik heb iemand moeten aanwerven die elke dag uitsluitend bezig is met de rekrutering van nieuwe medewerkers. Zonder een dergelijke hard recruiter krijg ik de werkvloer niet meer gevuld.” 

Hallucinante verhalen illustreren de krapte op de arbeidsmarkt. De ceo van Penne haalt het voorbeeld aan van een uitkeringsgenieter met een mooi CV die in Spanje woont en zich louter pro forma aanbood voor een vacature. Een andere sollicitant kwam niet opdagen op de afspraak: hij bleef twee dagen langer op Ibiza ‘omdat men een keuken kwam installeren’.”

Frans: “Voeg daarbij de voortdurende uitbreiding van faciliteiten: drie verworven ‘baaldagen’, de verplichting om een klokkenluider aan te duiden, de mogelijkheid om ziekte tijdens vakantie achteraf op te nemen, kredieturen, landingsbanen, allerhande vormen van bescherming tegen ontslag, vaderschapsverlof, directe werkverwijdering in geval van zwangerschap … Het houdt gewoon niet op.”

Ons onderwijs was traditioneel een sterkhouder?

Frans: “Zeer zeker. Jammer genoeg zie ik een teloorgang van onze technische scholen. We halen niets meer uit technische scholen, het is dramatisch.” 

De redenen van de achteruitgang zijn volgens Frans niet ver te zoeken.

Frans: “Waarom wil men in elke technische school zo veel richtingen aanbieden? De scholen in Aalst programmeren wel een veelheid aan richtingen maar geen enkele op een goede manier. Laat de verschillende scholen in één regio, ja ook over de netwerken heen, specialiseren zodat men de juiste praktijkleraars heeft en over de nodige middelen beschikt.”

Er ligt veel werk op de plank voor de volgende beleidsploegen, Frans?

Frans (berustend) : “Voor ondernemers wordt het stilaan onduidelijk welke partijen nog onvoorwaardelijk opkomen voor het pure ondernemerschap.”

Artikel uit publicatie