Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 18/06/2024

Maakbedrijven: het kloppende hart van onze economie.

 

 
Tekst Jan Van Gyseghem

De wereld staat voor vele uitdagingen en kijkt hiervoor onder meer naar de technische innovatiekracht van competitieve bedrijven die beoogde verduurzaming helpen waarmaken. Voor Belgische industriële ondernemingen wordt het echter steeds moeilijker om die rol op te nemen. Niet hun innovatiekracht is aangetast, wel hun concurrentievermogen. Ondernemers wijzen al jaren met de vinger naar ‘het beleid’ dat de maakindustrie in ons land veronachtzaamt en zelfs schaadt. Weerstand groeit ook tegen het al te hoge tempo van de energetische verduurzaming; de Europese consignes grijpen veel bedrijven naar de keel. Ondertussen groeit onrust over een nieuwe Chinese tsunami – dit keer van hoogtechnologische producten zoals elektrische auto’s, drones, halfgeleiders e.a.

Wat te doen? De Belgische maakindustrie is goed voor 87 miljard euro aan toegevoegde waarde of bijna 16% van het bruto binnenlands product van ons land. De bedrijven in de sector zijn goed voor 573.000 banen, of 11% van de totale werkende bevolking. De industrie tekent voor de helft (!) van de export en is toonaangevend in onderzoek en ontwikkeling.

De voorbije jaren kampte de maakindustrie hier en elders met belangrijke tegenslagen: de covidpandemie, militaire conflicten (Oekraïne en het Midden-Oosten), problemen in de aanvoerketen. Een flippende inflatie, torenhoge grondstofkosten en dure woonkredieten maakten de ellende compleet.

Wellicht veel belangrijker nog voor de Vlaamse/Belgische industrie zijn de structurele handicaps waarmee ze al jaren het internationale speelveld op moet. Door de loonkost zijn onze maakbedrijven met moeite nog concurrentieel in Europa. De automatische loonindexering duwde de lonen begin 2024 met 11% de hoogte in. Daarnaast zorgen de kunstmatig – via accijnzen en nettarieven – opgedreven energieprijzen voor veel frustratie. Vooral omdat concurrenten in onze buurlanden veel beter bediend worden door de overheid: in Frankrijk kost de energie maar de helft van bij ons. Met die realiteit duwt de overheid nieuwe investeringen in fabrieken als vanzelf uit België weg. En dan is er de stikstofproblematiek, in combinatie met een gammel vergunningenbeleid waardoor investeringen trager of niet worden uitgevoerd. Specifiek voor de automotive sector is de vraag of de Chinese auto-industrie zijn Europese tegenspelers in de volgende jaren zal wegconcurreren?

Bedrijfsleiders uit de maakindustrie reageren bitter op wat zij de ‘attitude’ noemen – zeg maar de desinteresse - van onze beleidsmakers voor de fundamentele problemen van hun sector. Toch beweegt er iets …  Ter illustratie: de verhoogde Vlaamse steun voor het vergroeningstraject van de Gentse fabriek van ArcelorMittal. Maar het ongenoegen blijft groot over een overheid die er onvoldoende in slaagt om de industrie water, energie en nutsvoorzieningen te bieden tegen redelijke prijzen.

De Inflation Reduction Act (de Amerikaanse subsidiezet om opnieuw basisindustrie aan te trekken) maakt - als totaalvisie op maakindustrie - indruk op onze ondernemers. Voorlopig is het nog wachten op een echte Industrial Deal, naast de Europese Green Deal. Ondertussen doen de Belgische maakbedrijven waar ze goed in zijn: oplossingen zoeken, nieuwe producten ontwikkelen en verder automatiseren. Ondernemers sprak met twee volhardende Oost-Vlaamse industriële bedrijven: Pedeo (Oudenaarde) en Penne (Aalst).

Artikel uit publicatie