Wat begon met een wild idee, werd al gauw bittere ernst. Vanaf begin 2025 bouwen ze bij Lootens, specialist in maximaal beglaasd stalen en aluminium schrijnwerk, twee productieafdelingen boven elkaar op de Prijkels in Nazareth. “We zullen als ondernemers zuiniger en efficiënter moeten omgaan met de grond die we nog hebben en krijgen”, zegt ceo Jan Lootens kordaat.
Visualisatie van de gevelzijde langs de E17 van de twee productieafdelingen boven elkaar die Lootens begin 2025 laat bouwen op de Prijkels in Nazareth – © Van Damme Vandeputte architecten.
Tekst Sam De Kegel
Lootens is een tweedegeneratie familiebedrijf. Begin jaren zeventig werd het opgericht door Johan Lootens, gespecialiseerd in winkelinrichting en metalen buismeubelen. Zoon Jan Lootens, de huidige ceo, kwam in 1996 in dienst na een tweejarige ervaring in Rusland voor het Gentse bedrijf Meyvaert.
Gestaag groeide Lootens uit tot de Belgische marktleider in maximaal beglaasd stalen en aluminium schrijnwerk. “We doen combinaties van staal en aluminium met glas, waarbij we streven naar zo klein mogelijke profielen en zoveel mogelijk glas, zodat er veel licht binnenkomt. Onze klanten bevinden zich vooral op de b2b-markt. We leveren zowel heel technisch (explosie-, kogel- en brandwerend) als esthetisch-architecturaal schrijnwerk. Zo installeerden we explosiewerend schrijnwerk voor de onderste bouwlaag van de Europese Unie op het Brusselse Schumanplein. Maar ook de Boekentoren en het Gentse Wintercircus zijn prestigieuze realisaties. Daarnaast werken we ook voor particulieren, de very happy few zeg maar.”
Het bedrijf verbreedde doorheen de jaren ook zijn aanbod met explosie-, kogel- en brandwerende deuren en ramen in partnership met Reynaers Aluminium en Jansen. In 2016 nam het Halsberghe over, topspecialist in aluminium deuren en ramen in Kortrijk. Drie jaar later, november 2019, volgde de overname van Turnhoutse metaalwerken, specialist in staalbewerking.
10.000 m² extra uitbreidingscapaciteit
Lootens telt momenteel vier vestigingen: in Deinze, Kortrijk, Turnhout en Breda. “Elk groeibedrijf zit op een bepaald moment krap qua ruimte. Had ik bij wijze van spreken bij mijn eerste verhuis het ganse industrieterrein kunnen kopen, dan was het daarbij gebleven (lacht), maar ook je middelen zijn niet oneindig. Onze allereerste vestiging, op de Prijkels, was 5.000 m² groot. Na tien jaar verhuisden we naar de Vaart in Deinze (10.000 m²). In 2020 zetten we ook een nieuwe vestiging op het bedrijventerrein Evolis in Kortrijk, een perceel van 6.000 m². In het begin denk je altijd: nu hebben we gigaveel ruimte. Maar er gaat altijd ruimte ‘verloren’ aan opritten, buitenruimte, voorzieningen voor waterinfiltratie, etc… Van de 16.000 m² bleef er zo 10.000 m² bebouwde oppervlakte over, te weinig voor de toekomst van ons bedrijf.”
Lootens stelde zich kandidaat voor het laatste perceel – 25.000 m² groot – op de Nieuwe Prijkels langs de autosnelweg, vlakbij Renson. Jan: “Eind 2023 verwierven we de grond. We beslisten al snel dat we de sites van Kortrijk en Deinze samen moesten brengen. Die twee liggen ook te dicht bij elkaar. Ik heb nu de jeugdige leeftijd van 50 en ik wil niet blijven bouwen. We zijn geen bouwpromotor of projectontwikkelaar maar een ramenbouwer (lacht). En elke verhuis vergt energie van het team.”
Een productiesite is veel meer dan een functioneel gebouw voor Lootens. “Samen met Van Damme - Vandeputte architecten hebben we een doordacht concept uitgewerkt hoe we kwalitatief en compact konden bouwen, rekening houdend met licht, akoestiek, ruimte en groen in een gestapeld gebouw.
Jaren geleden had ik al overleg met intercommunale Leiedal, dat toen brainstormde over stapelbare productiegebouwen. Men wou een site ontwikkelen waar verschillende productiebedrijven op elkaar gestapeld zouden zijn. Ik was toen al getriggerd door dat idee en vroeg nu aan onze architect en ons intern team of het mogelijk was om onze aluminiumfabriek bovenop onze staalfabriek te zetten. Staal zit nu in Deinze, aluminium in Kortrijk. Ik ben ervan overtuigd dat we als ondernemers zuiniger en efficiënter moeten omspringen met de grond die we nog hebben en krijgen. De prijs van grond zal ook blijven stijgen. We kunnen nog zoveel oude gebouwen afbreken en slimmer heropbouwen, er valt nog zoveel ruimtewinst te boeken op bestaande bedrijfsterreinen.”
De rekensom in ruimtebesparing was bij Lootens alvast snel gemaakt. “Door in de hoogte te gaan en onze aluminiumfabriek op onze staalfabriek te bouwen, krijgen we ruim 10.000 m² extra uitbreidingscapaciteit”, weet Jan. “Op korte termijn levert zo’n constructie wellicht geen economische meerwaarde op, op langere termijn zeker wel. Ons perceel is 25.000 m², maar uiteindelijk zullen we zo 30.000 m² bebouwde oppervlakte hebben, kantoor en productie samen.
Door twee fabrieken boven elkaar te bouwen, zal er ook meer interactie tussen onze medewerkers zijn, wat goed nieuws is voor onze bedrijfscultuur. De kantoren plaatsen we bovenop een hoog parkeergebouw van twee verdiepingen dat 120 wagens kan capteren.”
“Als bouwheer hebben we ondervonden dat gestapeld bouwen geen afbreuk hoeft te doen aan concepten als licht/zicht/efficiëntie/groen. Alles start met een doordacht concept waarbij een degelijke analyse wordt gemaakt van lasten en productieflows die ondersteund moeten worden door liften en vides (open ruimte over twee of meer verdiepingen, red.) om materialen of afgewerkte ramengehelen terug meteen te kunnen laden en lossen.”
Door 2 fabrieken boven elkaar te bouwen, hebben we 10.000 m² extra capaciteit”
Ceo Jan Lootens
Compacte paternosterkasten
De bouw start begin januari 2025, de productiehallen moeten er staan tegen eind september, de eerste machines worden geleverd begin oktober en tegen 1 januari 2026 wil Lootens operationeel zijn. “Logistiek gezien vinden we het logisch dat de aluminiumsite boven de staalsite komt, alleen al omdat staal veel zwaarder is dan aluminium. We hebben een paar grote liften voorzien, maar op verschillende plaatsen komen er ook paternosterkasten (volautomatische verticale liftsystemen, red.).”
Een paternoster werkt volgens het circulatieprincipe. Net als bij een carrousel roteren de artikelen naar de bedieningsopening waar ze door de orderpicker gemakkelijk en veilig kunnen worden opgepakt. De paternosterkast kan in de hoogte worden aangepast en staat garant voor een heel compacte opslag, zowel in de productie als in het magazijn. Zo ontstaat een maximale opslagruimte op een minimale grondoppervlakte. Jan: “Stel, een vrachtwagen levert op het gelijkvloers containers met profielen. We plaatsen die dan in zo’n paternosterkast. Maar terwijl je op de grond maar één container kan zetten, kunnen we er nu tientallen stockeren. We zullen dit systeem zowel voor langgoed als kleingoed gebruiken, zoals doosjes met vijzen, etc…
Zulke systemen streven naar 100% bezetting. Zo hebben we op de eerste verdieping, op de aluminiumafdeling, geen magazijn meer nodig. Eén hoofdmagazijnier zal alle goederen ontvangen.”
Er zijn ook uitdagingen, natuurlijk. “We moeten vaak frezen in staal. We zetten niet enkel in op individuele geluidsbescherming rond de machines, maar we zullen wellicht ook akoestische demping tussen de twee verdiepingen moeten voorzien om de geluidshinder zo veel mogelijk te beperken.”
(lees verder onder de foto)
Visualisatie van het interieur van de productieafdeling aluminium © Van Damme Vandeputte architecten.
Binnentuin met boom
Lootens wil vooral een aantrekkelijke werkplek creëren. Er komt een groendak van 2000 m² tussen de kantoren en een 500 m² groendak aan het restaurant. In de lasafdeling, op het gelijkvloers, wordt zelfs een groene binnentuin voorzien met een boom die zich 20 meter uitstrekt over alle verdiepingen. “Zijn stam zal in de staalafdeling staan, zijn kruin moet via een grote opening tot in de aluminiumafdeling reiken”, vertelt Jan enthousiast. “Weet je, de productie van stalen ramen draait om puur ambacht. We willen onze vakmannen heel goed soigneren in hun atelier. Ze zijn even belangrijk als een ingenieur op een bureau. We willen dat het er gewoon leuk is om te werken.”
Lootens wil in de toekomst ook schrijnwerk meer en meer circulair hergebruiken, deze nieuwbouw is daarvoor de perfecte proeftuin. “We zijn nu al ruim een jaar bezig met urban mining. Als klanten ons vragen om bepaalde raampartijen uit te breken die eigenlijk nog veel ‘te goed’ zijn, stockeren we die tijdelijk. In onze nieuwbouw zal dat schrijnwerk een tweede leven krijgen door het te hergebruiken. Reuse is nog altijd veel beter dan recycle. Dit past ook in het BREAAM-verhaal, waarvoor ons gebouw in aanmerking zal komen.”
Eén ding is zeker: niet enkel duurzaam materialengebruik zal in de nabije toekomst alleen maar aan belang winnen: slim en zuinig omgaan met (bedrijfs)ruimte evenzeer.