De Belg met een baksteen in de maag of de wolf die eenvoudig de huizen uit stro en hout omverblaast. Hoe een spreekwoord of een sprookje het perceptieprobleem rond houtbouw vandaag nog altijd goed aantonen. Nochtans ligt diep in het woud een antwoord klaar om een klimaatbestendige toekomst te bewandelen. Met innovatieve technieken en nieuwe producten uit duurzaam beheerde bossen kan de bouwsector hout als materiaal goed gebruiken. Twee bedrijven voeren een pleidooi voor de houtbouw.
Tekst Laurens Fagard
85,4 meter. Zo hoog torent de Mjøstårnet uit boven Brummunddal, een weinigzeggende Noorse gemeente met nog geen 10.000 inwoners. De bescheiden wolkenkrabber die uit appartementen, een hotel en kantoorruimten bestaat, is het hoogste gebouw ter wereld in gelamineerd hout. De hoogte staat in schril contrast met de Burj Khalifa in de metropool Dubai, die met 828 meter het dak van de wereld symboliseert, althans door mensenhanden gebouwd. Het is een vergelijking die niet opgaat, maar die wel tekenend is voor de houtbouw.
Hoewel de bouwsector in ons land sinds 2011 meer dan behoorlijke groeicijfers laat optekenen buiten de gezondheidscrisis om, blijft de houtwoningbouw eerder ter plaatse trappelen. Dat blijkt uit een studie die peilt naar de toestand van de houtbouw in België tussen 2011 en 2022, uitgevoerd door Hout Info Bois, een Belgische organisatie die zich bezighoudt met de technische informatie en promotie van hout en houttoepassingen. Ondanks het toenemende aantal houtbouwbedrijven sinds het vorige decennium vertoont de woninghoutbouw een vertraging. Een aantal factoren zoals de coronapandemie, een grote vraag naar hout, voornamelijk in China en de Verenigde Staten, en een stijging van materiaalprijzen zitten daar voor iets tussen.
Het totaal van houtbouwwoningen ten opzichte van het aantal bouwvergunningen voor eengezinswoningen in België bedroeg in 2022 net geen 7%. Dat een steile opmars uitblijft, is best opvallend te noemen. Hout is het enige structurele bouwmateriaal dat natuurlijk en hernieuwbaar is. In de strijd tegen de klimaatopwarming is het bijgevolg een belangrijk wapen in de bouwsector. Dat benadrukt Europa ook met de Green Deal die koolstofneutraliteit in 2050 als doel naar voren schuift. Gebouwen vertegenwoordigen momenteel ongeveer 40% van de uitstoot wereldwijd. Ze moeten dus duurzamer, minder verspillend en minder duur. Een renovatiegolf en een leidersrol in een circulaire economie zijn de Europese speerpunten waar Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, op hamert.
Hout als troef
Wereldwijd is er een groeiend enthousiasme voelbaar voor hout als materiaal voor openbare gebouwen of woningen. Tokio blaast de wedloop naar het hoogste houten gebouw alvast nieuw leven in met plannen voor de 350-meter hoge Plyscraper W350 in multiplex. In Stockholm bouwt men zelfs aan een heuse Wood City waarvan de eerste contouren in 2027 zichtbaar zullen zijn. De planners willen enkel voor de funderingen beton en staal gebruiken, maar dan wel op een klimaatvriendelijke manier geproduceerd.
Een groep onderzoekers van het Potsdam Institute for Climate Impact Research en de Humboldt-universiteit in Berlijn berekende dat er tegen 2100 ongeveer 106 gigaton CO2 bespaard wordt als 90% van conventionele materialen zoals staal en beton zou vervangen worden door hout. Een voorwaarde die enkel legitiem is als het hout agrarisch wordt verbouwd in lokale en snelgroeiende bosplantages. In een wereld van ontbossing en extreme weersomstandigheden dringt een systemische aanpak zich wel op om de beschikbaarheid en duurzame eigenschappen van hout te garanderen.
Ondanks de sterke troeven kan hout dus eerder een goede aanvulling zijn in de bouwindustrie. Overheden spelen in dit verhaal een cruciale rol door resoluut te kiezen voor dit materiaal in heel wat van hun gebouwen. Het kan de woninghoutbouw wellicht een stevige duw in de rug geven. Hout vasthouden, dus.