Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • Cornelis Hout: "Hout als bouwmateriaal mag maatschappelijk opgewaardeerd worden”

Cornelis Hout: "Hout als bouwmateriaal mag maatschappelijk opgewaardeerd worden”

Oost-Vlaanderen
  • 26/03/2024

Als industriële schrijnwerkerij ziet Cornelis Hout vooralsnog geen houtbouwrevolutie op til komen. De nichespeler uit Evergem zaagt bouwpakketten voor professionals en richt zich op de markt van outdoor living. Daar vallen landelijke bijgebouwen zoals poolhouses, carports of tuinkantoren en –kamers onder. Een aantal jaar geleden profileerde het bedrijf zich ook naar andere markten met ‘Curv’, een moderner alternatief voor een bijgebouw.

 

Bij Cornelis Hout proberen ze voor de bijgebouwen overwegend met Europees hout te werken dat met de duurzaamheidsstandaard PEFCS gecertificeerd is.

 
Tekst Laurens Fagard

Tijdens de coronaperiode piekte de markt van de bijgebouwen enorm. “Er was weinig om handen, dus iedereen begon te klussen aan het huis”, vertelt zaakvoerder Thomas Cornelis. “De afgelopen jaren waren enorm wispelturig. Ons product is gericht op het luxesegment en door de energiecrisis gingen wel wat mensen op de rem staan. De houtprijzen schoten de lucht in. Maar gelukkig was die periode relatief kort.”

De bouwpakketten die Cornelis Hout samenstelt worden vooraf op maat uitgetekend en op CNC-machines gezaagd. “Eens alles ter plaatse goed is opgemeten, winnen onze klanten enorm veel tijd omdat ze ter plaatse niets hoeven te zagen en alle stukken als een puzzel in elkaar vallen. Met de krapte die er nu is op de arbeidsmarkt doen onze klanten daar dus een voordeel bij. In het algemeen wint prefabricage in houtbouw ook aan belang. De prefabricagemogelijkheden variëren grofweg tussen een voorgezaagd bouwpakket, vooraf gemonteerde of geprefabriceerde wanden tot kant-en-klaar verplaatsbare units. Onze focus ligt vooral op de bouwpakketten omdat deze zich het best lenen tot bijgebouwen en tuinconstructies.”

Herdenk nieuwbouw

Cornelis Hout ziet een belangrijke toekomst weggelegd voor houtbouw in de woningbouw. “Ik denk dat we als houtsector onze verantwoordelijkheid moeten opnemen als je ziet voor welke klimaatuitdagingen we staan. Houtbouw is wel aan het groeien, maar het perceptieprobleem wringt ons soms nog de nek om. Er circuleren hardnekkige mythes dat het materiaal minder kwalitatief is voor de huizenmarkt, terwijl hout minstens even sterk is en beter isoleert. Een houtskeletbouw en een bakstenen huis gaan even lang mee. Als het hout dan ook nog van duurzaam beheerde bossen komt, speelt het hernieuwbare aspect ook mee. Gedurende de levensduur van de houtskeletbouw blijft CO2 opgeslagen in het hout en tegelijkertijd groeien nieuwe bomen die eveneens CO2 capteren. Het is dus een zeer duurzame manier van bouwen.”

(lees verder onder de foto)

 

Volgens Thomas is het de logica zelve dat hout maatschappelijk weer opgewaardeerd wordt. “Overheden spelen hier een cruciale rol in en kunnen inspanningen doen om houtbouw te promoten en een voorbeeld te stellen door hout te gebruiken in publieke gebouwen. We moeten ons systeem herdenken. Om de klimaatdoelstellingen te bereiken is het bijna te gek voor woorden dat de ruwbouw van een woning vandaag nog in beton wordt opgetrokken. Zoiets vergt veel energie en CO2 terwijl hout een evenwaardig alternatief is.”

Generatieswitch

Voor de bijgebouwen probeert Thomas overwegend met Europees hout te werken dat met de duurzaamheidsstandaard PEFCS gecertificeerd is. “Ik probeer zoveel mogelijk Europese houtsoorten te promoten. Zo zijn we met Cornelis Hout voornamelijk gespecialiseerd in eiken bijgebouwen. Europees eiken is een hardhoutsoort die naar duurzaamheid gemakkelijk kan wedijveren met zijn exotische broertjes als je ze voor de juiste dingen gebruikt. Een eiken bijgebouw kan dus even goed generaties lang mee gaan.”

“Ik merk wel dat het niet altijd evident is om klanten te overtuigen van Europese houtsoorten en niet voor tropische alternatieven te gaan. Dat heeft vooral te maken met esthetische voorkeuren. Doorheen de jaren zijn we gewoon geraakt aan hout dat zo goed als feilloos is en geen knopen (punten op de boom waar zijtakken aan komen) of barsten bevat. Maar die zijn net eigen aan de herkomst van dit natuurproduct. Wij en onze leveranciers kunnen wel aan deze kwaliteitseisen voldoen, maar proberen ook zoveel mogelijk rendement te halen uit de boomstammen door zoveel mogelijk balken en planken eruit te halen. Hoe minder ‘gebreken’ er in die balken en planken mogen zitten, hoe lager het rendement en hoe meer bomen nodig zijn om tot een gewenste uitkomst te komen. Daarom pleit ik ervoor dat klanten hun verwachtingen bijstellen rond die natuurlijke gebreken. Het restdeel van de stam, dat niet in balken en planken wordt gezaagd, kan je gelukkig wel nog nuttig gebruiken. Die worden verwerkt tot spaanders die vervolgens dienst doen in plaatmaterialen of gebruikt worden als biomassa (pellets).”

“Ik geloof dat de huidige generatie sneller zal omschakelen naar houtbouw omwille van duurzaamheidsoverwegingen. Houtbouw zou ook sneller en goedkoper moeten zijn omdat er meer kan geprefabriceerd worden in het atelier. Maar op dit ogenblik wordt er nog te weinig in hout gebouwd. Slechts 1 op de 10 huizen in België zijn in hout opgetrokken. Ik zit vooral te wachten op renovatiesubsidies voor houtbouw of een soort CO2-taks. Enkel zulke initiatieven kunnen ervoor zorgen dat de bouwsector verandert. Mensen veranderen hun gedrag sneller als ze het in hun portemonnee voelen.”

Artikel uit publicatie