Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 28/07/2023

Op donderdag 28 september organiseert Voka Health Community haar jaarlijks congres. Dit jaar is het centrale thema "Zorgen voor morgen - Een politiek debat voor een gezonde toekomst”. De Health Community-leden leggen er de politieke boegbeelden in welzijn en zorg het vuur aan de schenen over nieuwe zorgmodellen, de nijpende arbeidsmarkt en broodnodige innovatie. In de aanloop naar het congres laten we naar goede gewoonte enkele ‘toekomstdenkers’ aan het woord. In deze editie: Willy Vertongen, CEO van Mederi.
 

Mederi is een Erkende Dienst Thuisverpleging voor Vlaanderen en voor het RIZIV. “We hebben in heel Vlaanderen, Brussel en een klein deel van Wallonië 1.600 verpleegkundigen en zorgkundigen, verspreid over zo’n 250 zelfstandige praktijken. Het gaat zowel om praktijken waar zelfstandigen samenwerken als om mensen in loonverband”, zet CEO Willy Vertongen uiteen. Wat Mederi precies doet? “Alles wat te maken heeft met thuisverpleging, behalve de patiëntenverzorging zelf”, lacht hij. “We scholen onze verpleegkundigen bij op alle mogelijke domeinen, zetelen in organen als de overeenkomstencommissie van het RIZIV, ondersteunen in facturatie/tarificatie en in de dagelijkse werking binnen de praktijk, zijn dispatcher van aanvragen, werken rond vernieuwing in de sector,…”
 

“Ik stel me de vraag hoe houdbaar die absolute keuzevrijheid van de patiënt nog is.”

Willy Vertongen

Evolutie

Het beroep van thuisverpleegkundige is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Dat heeft grotendeels te maken met de maatschappelijke trends om mensen langer thuis te laten wonen, en om hen na een ziekenhuisopname sneller naar huis te laten gaan. “Gevolg is onder meer dat thuisverpleegkundigen meer hoogtechnologische verpleegkundige zorg moeten uitvoeren. Een andere uitdaging is dat ze verplicht zijn om (nog) efficiënter te redeneren. Er is gelukkig een evolutie naar zorg en controle op afstand. Dankzij telemonitoring met gevalideerde technologie kunnen bijvoorbeeld bepaalde parameters gemeten worden. Digitalisering heeft veel mogelijkheden, maar ook beperkingen. Jammer genoeg is de discussie op dit moment nogal gepolariseerd: ofwel ben je een believer, ofwel een tegenstander. Er zijn zeker efficiëntiewinsten mee mogelijk, maar men vergeet in die digitale logica soms dat er ook nog altijd menselijke handelingen nodig zijn.”

“Het begrip ‘efficiëntie’ gaat trouwens veel breder dan je in eerste instantie zou denken. Denk ook maar aan verplaatsingen met de auto en het zoeken naar parkeerplaats. In Brussel hebben we praktijken die enkel nog de fiets gebruiken.” Het debat over efficiëntie is in elk geval een serieuze evenwichtsoefening, klinkt het. “Ons gezondheidszorgsysteem is sterk verzuild. In één straat staan soms 5 wagens van 5 verschillende diensten thuisverpleegkunde. Ik stel me de vraag hoe houdbaar die absolute keuzevrijheid van de patiënt nog is.”
 

Extreme versnippering

Ook op het vlak van samenwerking tussen verschillende actoren is die versnippering merkbaar, vindt hij. “Onze thuisverpleegkundigen zijn vaak een vertrouwenspersoon voor patiënten en mantelzorgers. Ze zouden de spilfiguur kunnen zijn om allerlei actoren met elkaar te verbinden. Maar daarvoor is er coördinatie nodig, die nu ontbreekt. Hoe iemand geholpen wordt, hangt nu vaak af van toevalligheden. Extra struikelblok voor meer samenwerking: in de aanvullende thuiszorg wordt er geredeneerd in een urenlogica, terwijl de gezondheidszorg prestatiegericht is. Iedereen doet zijn best, maar als je vanuit helikopterview naar de totaliteit kijkt, is daar veel van te zeggen. En dat komt de patiënt natuurlijk niet ten goede. En dan zijn er nog de verschillen tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië – dat is de waarom we onze werking in 3 vzw’s moeten onderverdelen.”
 

Taakdifferentiatie

Als we vragen naar zijn droom voor zorg in ons land, verwijst hij meteen naar het imago van zorgberoepen, dat dringend moet opgekrikt worden. Daarnaast is taakdifferentiatie nodig, vindt hij. “Niet voor alle zorgkundige handelingen is iemand nodig die 4 jaar hoger onderwijs gevolgd heeft. Zet de mensen maximaal in op het niveau waar ze kwaliteit kunnen leveren en blijf niet hangen in een soort van ‘beschermingslogica’. Laat ons die discussie in de volle breedte voeren, om te vermijden dat problemen fragmentair worden aangepakt.”

Een andere noodzakelijke stap is volgens hem om de financieringssysteem bij te sturen. “Financiering enkel op basis van prestaties is niet meer van deze tijd. Koppel een deel van de betaling aan elementen als kwaliteit, bereikbaarheid, opleiding, technologie,… Met dat ‘lasagne-model’ kunnen we de financiering aanpassen aan de zorg van vandaag. Laat ons dat wel geleidelijk doen.”

Tot slot wil Willy nog een oproep doen aan de overheid: “Ik heb soms de indruk dat men de passie van zelfstandigen in de gezondheidszorg in de kiem smoort. Er zijn nog heel wat mensen die vanuit die passie en hun professioneel eergevoel heel wat uren op een dag willen werken en ter beschikking staan van hun patiënten. Door alles in regels te gieten, wordt dat ontraden. Dat legt een hypotheek op het aantal mensen dat zich nog wil engageren in de zorg, terwijl de tekorten nu al zo groot zijn. Don’t kill the passion!”, rondt hij af.
 

Hoe kunnen we voldoen aan de groeiende complexiteit van zorg met beperkte middelen en minder personeel? Hoe zorgen we voor een toekomst waarin we langer gezond blijven? Een toekomst waarin werken in welzijn en zorg werkbaar is? Een toekomst met sterke digitale competenties die innovatie faciliteren?

Wil je meer ontdekken? Schrijf je dan in voor het jaarlijks Voka Health Community Congres op donderdag 28 september in Den Oven te Boom.

Voka Health Community Congres

Ontdek hier de visie van onze andere toekomstdenkers.