Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 18/02/2025

De Vlaamse industrie staat voor ongeziene uitdagingen. Terwijl de productieniveaus afnemen, stijgen de kosten en worden de milieuregels steeds strenger. Vooral de torenhoge energieprijzen vormen een groot probleem dat de concurrentiekracht van onze bedrijven ondermijnt. Hoe kan de Vlaamse regering deze situatie onder controle krijgen, en welke maatregelen neemt de nieuwe federale regering om het tij te keren?

Europese energieprijzen

Eén van de belangrijkste kostendrivers zijn de energieprijzen. In Europa zijn energieprijzen voor bedrijven 2 tot 4 keer hoger dan die in de Verenigde Staten en China. Ook binnen Europa zijn er grote verschillen waar te nemen.
Vlaanderen kent een open economie en floreert dankzij de export. Onze basisindustrie produceert essentiële materialen, zoals staal, chemische- en raffinageproducten. Door stijgende loon- en energiekosten vinden deze echter alsmaar moeilijker een afzetmarkt. 

Een jaarlijkse analyse uitgevoerd door Deloitte in opdracht van Febeliec toont aan dat gemiddeld gezien onze bedrijven 10 tot 21% meer voor hun elektriciteit betalen dan in de buurlanden. Dit is afhankelijk van het verbruikersprofiel en het aansluitingsniveau, op distributie- of transmissienet. 
Een zekerheid is dat de netkosten de komende jaren zullen stijgen.. Per 1 januari 2025 verdubbelden de elektriciteitstransmissienettarieven, en op distributienetniveau is sinds dit jaar een stijging waar te nemen in de grootteorde van ruim 40%. Dat komt omdat de netbeheerders de investeringen in de netten in kader van de energietransitie door rekenen in de eindfactuur.  

Nood aan netinvesteringen

Netinvesteringen zijn absoluut nodig. Denk aan de verzwaring van het middenspanningsnet om de elektrificatie van bedrijven op te vangen en de Ventilus hoogspanningslijn in West-Vlaanderen als ‘missing link’ om bijkomende offshore wind aan land te krijgen. Die investeringen moeten voor Voka ‘no regret’ zijn en mogen niet wegen op de concurrentiepositie van ondernemingen. 

Een lichtpuntje aan de horizon is dat de ‘commodity prijs’ van energie, zeg maar de energieprijs zelf, de komende jaren zal dalen door de verdere doorbraak van relatief goedkope hernieuwbare energie. Maar hier zit een limiet op: het potentieel aan hernieuwbare energie is immers beperkt, en betaalbare (nieuwe) kernenergie lijkt ook nog niet voor morgen.

Is verandering mogelijk?

De energieprijs zelf is onderhevig aan marktmechanismen en daar heeft een overheid weinig vat op. Overheden kunnen echter wel ingrijpen in andere kostenposten van de factuur zoals heffingen en netkosten. Voor een deel gebeurt dat al: energie-intensieve bedrijven in Vlaanderen kunnen rekenen op de compensatie indirecte emissiekosten en de supercapregeling.

Toch zou Vlaanderen nog verdere stappen kunnen zetten om de elektriciteitsfactuur te verlichten. Een belangrijke kostenpost is de zogenaamde openbaredienstverplichting waarin netbeheerders verplicht worden om steuncertificaten voor groene stroom en warmtekrachtkoppeling op te kopen tegen een vaste minimumprijs. Vlaanderen zou zelf de duurste certificaten uit de markt kunnen halen, zoals het de afgelopen jaren deed.

Korting op transmissienettarieven en accijnsverlaging

In het federaal regeerakkoord lezen we twee belangrijke maatregelen om de energiekosten onder controle te krijgen: er zal een korting op de transmissienettarieven ingevoerd worden en de accijnzen op elektriciteit worden verlaagd tot het Europees minimum voor bedrijven.

Voor Voka is een korting op transmissienettarieven zoals in de buurlanden een prioritair dossier. Het voorstel werd opgenomen in ons memorandum, en de vorige regering heeft de basis gelegd om de reductie mogelijk te maken. We dringen er bij kersvers minister van energie Mathieu Bihet op aan om de korting zo snel mogelijk in te voeren. Het kan een reductie van zo’n 8€ per MWh beteken voor de energie-intensieve industrie.

Een accijnsverlaging voor de elektriciteitsfactuur tot het Europees minimum (0,5 €/MWh) is dan weer een goede zaak voornamelijk voor kleinere verbruikers. Grootverbruikers (>100 GWh) betalen vandaag al dat minimum, verbruikers tussen 25 en 100 GWh betalen nu 2,73 €/MWh. In de categorie onder 25 GWh variëren de accijnzen tussen 10,69 en 14,21 €/MWh. 
Voka ondersteunt de accijnsverlaging dan ook volop, maar merkt dat er geen gereserveerd budget voorzien is in de begrotingstabellen. 

Om de energiekost echt te beteugelen hebben we op elk niveauoverheden nodig met de juiste mindset. Als onze overheden zich dubbel plooien om elke bijkomende euro uit de factuur te houden, geven we onze bedrijven wat ademruimte.

 

Contactpersoon

Yannick Van den Broeck

Expert Energie en Klimaat

imu - vzw - bebat 2025
imu - vzw - slimstock
ING
Orange
Logo SD Worx