Overslaan en naar de inhoud gaan

Navigatie

Terug naar het overzicht

Vlaamse regering schrapt 20 hectare bedrijventerreinen in West-Vlaanderen

In de strijd tegen wateroverlast had de Vlaamse regering eerder al 20 watergevoelige openruimtegebieden (WORG) voorlopig aangeduid in West-Vlaanderen. Daarmee wil de regering extra bescherming bieden aan gebieden met een hoog waterbergend vermogen. Hoewel Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen het belang van het klimaaten waterrobuuster maken van onze omgeving onderschrijft, stellen we ons ernstige vragen bij de aanduiding van die gebieden. We tekenden tijdens het openbaar onderzoek bezwaar aan, maar de Vlaamse regering schrapt nu 20 hectare bedrijventerreinen, zonder rekening te houden met de bezwaren.

Vorig jaar duidde de Vlaamse regering voorlopig 20 watergevoelige openruimtegebieden (WORG) aan in West-Vlaanderen. Vlaanderen legt daarmee een feitelijk bouwverbod op in gebieden met een harde bestemming die een hoger overstromingsrisico hebben. Daardoor zullen bijvoorbeeld gronden met de bestemming ‘industrie’, ‘bedrijvigheid’ of ‘wonen’ alleen nog voor bepaalde vormen van natuur, bos, recreatie of landbouw gebruikt mogen worden. 

Tijdens het openbaar onderzoek, dat volgde op de voorlopige aanduiding van deze gebieden, hebben we vanuit Voka West-Vlaanderen bezwaar ingediend bij de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW). Eén van de belangrijkste aandachtspunten in het bezwaarschrift is de noodzaak van een bewezen conflict tussen de verdere realisatie van de huidige bestemming van een gebied en de belangen van het watersysteem, alvorens een definitieve aanduiding als WORG kan goedgekeurd worden. “Dat betekent concreet dat er eerst zorgvuldig moet gekeken worden naar mogelijke plannen, projecten of beleidsmaatregelen die de watergevoeligheid van die gebieden kunnen verbeteren. Indien eigenaars kunnen aantonen dat door gerichte plannen of projecten het waterzieke karakter van het gebied kan worden verbeterd en het watersysteem de verdere realisatie van de huidige bestemming niet in de weg staat, moet de Vlaamse regering daarmee rekening houden”, zegt Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka West-Vlaanderen. Hij benadrukt dat de gebieden in kwestie eerder al als signaalgebieden werden aangewezen. Dat betekent dat sommige terreinen daardoor minder geschikt zijn voor verdere ontwikkeling van de huidige bestemming. Zo geldt binnen signaalgebieden al een verscherpte watertoets, wat het verkrijgen van vergunningen voor economische activiteiten bemoeilijkt. “Als op basis van waterdicht bewijs blijkt dat een gebied slecht gelegen of minder gunstig is voor de ontwikkeling van industrie en bedrijvigheid, kan zo’n gebied ‘geneutraliseerd’ worden. Dat betekent dat je dit bedrijventerrein schrapt, maar de oppervlakte één-op-één compenseert op beter gelegen locaties. Dat is alleen van toepassing als er geen discussie bestaat over de watergevoeligheid en toekomstige ontwikkelingen van een gebied”, merkt Mons op. 

Alleen al in Izegem zou meer dan 14 hectare watergebonden bedrijventerreinen en overslaggebied niet meer ontwikkeld kunnen worden.

Bert Mons

Een aanduiding als WORG brengt een bouwverbod met zich mee en vermindert bijgevolg de waarde van een perceel. Daarom voorziet Vlaanderen voor de getroffen eigenaars een vergoeding. Op vandaag is het echter onduidelijk hoeveel die vergoedingen zullen bedragen. Momenteel weten eigenaars niet of ze billijk vergoed zullen worden. 

Tekort aan bedrijventerreinen 

Een andere opmerking die we in het bezwaarschrift maakten, gaat over de totale ruimteboekhouding, die aangeeft dat ook ondernemingen worden getroffen door de aanduidingen van WORG. Nu alle aangeduide gebieden principieel werden goedgekeurd, verdwijnt namelijk 20 hectare aan industrie- en bedrijventerreinen, voornamelijk in Midden- en Zuid-West-Vlaanderen.“Alleen al in Izegem zou meer dan 14 hectare watergebonden bedrijventerreinen en overslaggebied niet meer ontwikkeld kunnen worden. Ondanks het feit dat zulke gronden essentieel zijn in het stimuleren van goederenvervoer via de binnenvaart, schrapt de Vlaamse regering op voorstel van de minister van Omgeving die gronden met één pennentrek”, vult Mons aan. Daarom stelden we in het bezwaarschrift voor om planologische ruil toe te passen, om het verlies van elke hectare bedrijventerrein te compenseren. “Dat is in dit proces cruciaal om voldoende ruimte voor ondernemingen te kunnen blijven voorzien, gezien het bestaande tekort van minstens 430 hectare bedrijventerreinen in de provincie.”