Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Ondernemers 11 - Standpunt: Bert Mons: Geen ruimte, geen welvaart

Ondernemers 11 - Standpunt: Bert Mons: Geen ruimte, geen welvaart

  • 31/05/2024

(West-)Vlaanderen staat voor een dringend probleem: de beschikbare ruimte voor ondernemen raakt op. Volgens recente VLAIO-cijfers is er in bijna alle provincies nauwelijks actief aanbod aan industriegebieden en bedrijventerreinen beschikbaar, en de situatie verslechtert zienderogen.

Ondernemers 11 - Standpunt: Bert Mons: Geen ruimte, geen welvaart

Sinds 2013 zijn in de provincie West-Vlaanderen alleen al meer dan 96 hectare bedrijventerreinen verdwenen, wat neerkomt op ongeveer 9 hectare per jaar. Neem je 2018 als referentiejaar, een periode waarin veel planinitiatieven voor bedrijfsgronden gerealiseerd werden, dan is er 527 hectare verdwenen, oftewel 88 hectare bedrijventerreinen per jaar. Tegelijkertijd zijn heel wat industriegebieden en bedrijventerreinen moeilijk ontwikkelbaar. Ze zijn slecht ontsloten, lopen tegen allerhande (juridische) beperkingen of kennen te veel afwijkend gebruik. 

We weten ook dat er effectief een tekort is aan bedrijventerreinen in West-Vlaanderen. Nieuw vrijgekomen aanbod geraakt in sneltempo ingevuld, het actief aanbod aan terreinen staat op een dieptepunt en in 2017 bleek al uit een vraagberekening dat er in verschillende subregio’s binnen de provincie een tekort aan gronden is. Helaas kon er sinds 2017 geen enkel bedrijventerrein op basis van deze vraagberekening gerealiseerd worden, ofwel omdat er nog geen concrete locatievoorstellen goedgekeurd zijn, of omdat het tekort in een bepaalde subregio onvoldoende wetenschappelijk kon aangetoond worden. Intussen is er ook regelgeving bijgekomen die de ruimtevraag van ondernemingen doet toenemen: denk aan het opvangen van regenwater, het opwekken van hernieuwbare energie, het circulair omgaan met reststromen, het aanleggen van buffering en groenblauwe dooradering, en ga zo maar door. Ondernemingen hebben dus een ruimtevraag die nog eens extra gestimuleerd wordt door allerhande klimaat- en milieuwetgeving. 

Maar helaas lijken weinig politici te beseffen dat die extra transitieruimte nodig is om te verduurzamen. Weinig politici lijken te beseffen dat er nieuwe terreinen nodig zijn om verhuisbewegingen te faciliteren om zo bestaande terreinen te verduurzamen. Weinig politici lijken te beseffen dat ondernemers die geen ruimte vinden, wegtrekken en er zo welvaart verloren gaat. De krapte op de arbeidsmarkt is een hip thema. Politici erkennen het probleem en zoeken mee naar oplossingen. Maar wanneer het gaat over de krapte op de bedrijfsvastgoedmarkt wordt het probleem ontkend en beweegt er niets. 

Er moet nu een plan worden opgesteld voor de ruimtebehoefte tot 2040 en verder.

Bert Mons, Gedelegeerd bestuurder

Die krapte staat trouwens in schril contrast met de ambitieuze plannen van de bouwshift die streeft naar een netto nul ruimtebeslag tegen 2040. Hoewel Voka de doelstellingen van die verschuiving ondersteunt, benadrukken we de noodzaak van een realistische uitvoering. Er moet nu al een plan worden opgesteld voor de ruimtebehoefte tot 2040 en verder, met speciale aandacht voor industriële activiteiten die zich niet met andere functies kunnen verweven. Het verzekeren van de economische groei in Vlaanderen maakt bijkomende economische ruimte noodzakelijk. 

Het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen (RSV) erkent de economische ruimtevraag en voorziet in 20.200 hectare aan bijkomend industriegebied en bedrijventerreinen. In lijn met dat beleid, pleit Voka onomwonden voor de aanleg van een ‘strategische voorraad’ aan economische ruimte om de huidige tekortkomingen van het RSV aan te pakken en de dringende behoeften te vervullen. 

Voka vraagt dat per provincie werk wordt gemaakt van ruimtelijke behoeftestudies die tot 2040 en verder inschatten welke bijkomende ruimte noodzakelijk is. We moeten daarbij focussen op industriële activiteiten die per definitie niet-verweefbaar zijn omdat ze zich niet kunnen of mogen verweven met andere functies. Voor zulke gebieden blijven aparte gebieden nodig. Tegelijkertijd is het nodig om het bestaande aanbod op punt te zetten. Uit de VLAIO-cijfers blijkt dat een substantieel deel van het huidige aanbod niet kan worden gebruikt of onderbenut is. In zulke gevallen kan het aangewezen zijn om ze te verhuizen naar beter gelegen locaties met een goede mobiliteitsontsluiting. We stellen voor om telkens een planologische één-op-één-compensatie toe te passen. Dat garandeert dat het bestaande aanbod op geen enkel moment kan terugvallen. Iedere vierkante meter aan industriegebied die verdwijnt moet in dat geval binnen dezelfde provincie opnieuw worden herbestemd naar industriegebied. Die planologische één-op-één-compensatie wordt het best structureel verankerd in de Vlaamse ruimteboekhouding en centraal opgevolgd op Vlaams niveau. 

Tot slot ziet Voka kansen in het bevorderen van ruimtelijk rendement, het creëren van economische clusters en verweving. Bedrijven die kunnen verweven, moeten worden aangemoedigd om zich te verweven met andere functies. Zet daarbij in op regelluwe kaders en incentives om bedrijven tot verweving te verleiden en het reactiveren van leegstaande of onderbenutte sites. Het zou niet alleen de ruimtelijke efficiëntie verbeteren maar ook bijdragen aan de doelstellingen van de bouwshift door het terugdringen van het bijkomende ruimtebeslag.

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie