Sarens hijst internationaal ondernemen naar een hoger niveau
Sarens is dé wereldleider en referentie in kraanverhuurdiensten, zwaar hijswerk en technisch transport. Wat begon als een klein Vlaams familiebedrijf, is nu een internationale groep met 100 kantoren op vijf continenten. Wat zijn de troeven waarmee Sarens zich internationaal onderscheidt van de concurrentie?
Voor Yannick Sel, Group Commercial Director-Projects, ligt de sleutel voor het succes bij de unieke can-do-mentaliteit van het bedrijf met hoofdzetel in Wolvertem. "Onze aanpak is zowel eenvoudig als geavanceerd. Eerst analyseren we de behoefte van de klant, dan zoeken we naar een geschikte technische oplossing. Ten slotte voeren we de operatie ook feilloos uit. In theorie kunnen we zo elk project aan, we vinden altijd wel een oplossing. Onze slogan is niet voor niets Nothing too heavy, nothing too high.”
Lokale wereldspeler
Hoe moeten we Sarens internationaal situeren? “We zitten in een nichemarkt,” aldus Yannick, “maar we zijn er wel wereldleider in. In onze branche zijn we een naam als een klok. Je kan onze business opdelen in twee grote lijnen: rental - verhuur van kranen wereldwijd - en projecten - technisch complexe jobs op locaties in de hele wereld. We werken in meerdere sectoren, in veel landen en gaan heel breed. We doen bijvoorbeeld veel civiele werken. Zo waren we hier in België betrokken bij de verhoging van de bruggen over het Albertkanaal.”
“Internationaal is naast de olie- en gasindustrie ook de nucleaire sector een belangrijk segment van onze business. De huidige geopolitieke en macro-economische factoren maken dat bestaande kerncentrales langer open worden gehouden. Dan worden wij bijvoorbeeld gevraagd voor complexe operaties, zoals het wisselen van een stoomgenerator. Onze grootste kraan kan tot 5.000 ton hijsen en staat momenteel in de UK. Daar wordt ze ingezet bij de bouw van een nieuwe nucleaire centrale. Als bijnaam heeft ze trouwens ‘Big Carl’ gekregen, naar onze directeur Technical Solutions Carl Sarens.” (lacht)
Hernieuwbare energie
Constante innovatie en voortdurende investeringen in nieuwe machines zijn binnen het bedrijf topprioriteit. “Gezien de energietransitie zijn we volop actief in de sector van windenergie, zowel aan land als offshore. We zijn geen ontwikkelaar, maar denken wel actief met onze klanten mee over oplossingen voor hun uitdagingen. Het natste dat we onze voeten hebben gemaakt, was bij de Thorntonbank, het eerste offshore windturbinepark voor de Belgische kust. Daar hebben we een kraan op een toren gezet. Dat was echt pionierswerk, wereldwijd nog nooit gedaan. En die weg zijn we verder ingeslagen met offshore windprojecten overal in de wereld. Niet alleen in Europa, maar ook in Taiwan, Korea, Canada en de VS.”
De energietransitie gaat ontzettend snel. En dat vergt een flexibele en oplossingsgerichte aanpak. “De volumes worden steeds groter en zwaarder waardoor er ook nood is aan groter materiaal. Onze grootste kraan hebben we zelf ontwikkeld en gebouwd omdat er op de markt geen fabrikant van een dergelijke kraan was. De beslissing daarover is héél snel genomen. Er wordt dus snel ingespeeld op zowel noden als opportuniteiten. Bij een bedrijf dat deel is van een financiële holding, lukt dat waarschijnlijk niet. Die wendbaarheid is voor mij het grootste voordeel van internationaal ondernemen vanuit een familiaal bedrijf.”
We ondernemen niet alleen om winst te maken, we hebben ook een maatschappelijke plicht.
Familiecultuur koesteren
Sarens werd opgericht in 1955 en telt ondertussen wereldwijd zo’n 5.000 collega’s. “Ondanks die omvang en internationale aanwezigheid zijn we nog steeds 100% een familiebedrijf”, benadrukt Yannick. “Momenteel zit de vierde generatie op diverse sleutelposities mee aan het stuur. Daardoor kan de familie nog altijd haar stempel drukken. En dat merk je op de werkvloer. Ondanks de grootte van het bedrijf zijn de communicatielijnen kort en worden beslissingen snel genomen.”
“Door dat gedreven ondernemerschap is onze internationale aanwezigheid organisch gegroeid. We zijn in België gestart, dan zijn Nederland en Frankrijk gevolgd. Na verloop van tijd word je wereldwijd gevraagd. Tot in Nieuw-Caledonië, Mauritanië, Kazachstan en zelfs op de Zuidpool. In België hebben we niet veel concurrentie, maar internationaal moeten we toch blijven vechten voor onze positie. Een strategisch meerjarenplan is daarbij onze leidraad, al is flexibiliteit steeds nodig. Zoals we de voorbije jaren gezien hebben, verandert de wereld constant en soms zeer ingrijpend.”
Uitdagingen en opportuniteiten
De lockdowns bij de coronacrisis kon Sarens grotendeels opvangen door overal vooral lokale mensen in te zetten. “Een groot voordeel van onze wereldwijde aanwezigheid”, aldus Yannick. “Mits extra opleiding en opvolging vanuit België konden we op die manier het grootste deel van onze business voortzetten. Meer met lokale mensen werken is nu een bewuste keuze. Enerzijds is de jongere generatie Belgische werknemers vandaag niet meer zo happig om voor een aantal weken naar het buitenland te trekken. Anderzijds willen we via lokale tewerkstelling en opleiding ook iets teruggeven aan de landen waar we actief zijn.”
Het aanslepende conflict met Rusland bleek voor Sarens moeilijker te tillen. “Ofwel vielen onze activiteiten door de oorlog daar gewoon weg ofwel konden we ze door de westerse sancties niet meer uitvoeren. Veel is dan door Chinese bedrijven overgenomen. Die business zijn we dus kwijt. Maar anderzijds zorgden dat conflict en de geopolitieke gevolgen voor een versnelling in de energietransitie. En voor ons dus weer een opportuniteit om op in te spelen.”
Nieuwe markten aanboren
Een van die kansen is de energietransitie in Noord-Amerika. “Daar is onze business booming door offshore windprojecten aan zowel de oost- als westkust. Al wacht iedereen nu het toekomstige beleid van de verkozen president af. Steven Sarens, onze lokale managing director voor de projecten, ziet het echter positief. Trump is allereerst een zakenman. Als er geld mee verdiend kan worden, zal hij het niet tegenhouden. Het energiebeleid in de federale staat Amerika wordt trouwens niet in Washington bepaald, maar in de staten zelf. En die Democratische kuststaten zijn voorstander van hernieuwbare energie.”
“Gezien de gigantische kustlijnen zijn er ook in Brazilië en Australië enorme mogelijkheden voor windenergie. Al is ook het legal framework vanuit de overheid en de logistieke infrastructuur bepalend. De geproduceerde energie moet immers ook vlot en veilig aan land komen. Ten slotte staat er ook in de Noordse en Baltische landen veel te gebeuren qua offshore wind. Dat zijn projecten die tot voor een paar jaar nog niet denkbaar waren. Als bedrijf moet je dus zien vanwaar de wind komt en constant mee evolueren.”
Toekomst vormgeven
Een van die nieuwe evoluties zijn drijvende windturbines. “In onze Noordzee kunnen we turbines op de zeebodem zetten, maar voor veel landen is het water letterlijk te diep”, verduidelijkt Yannick. “Dan bieden drijvende windturbines een oplossing. Het laat toe om in veel meer landen dan nu offshore windproductie te starten en zo de energietransitie een boost te geven. Daar zetten we mee op in. We willen actief meebouwen aan die toekomst. En met onze Sarens Academie willen we ook iets doen aan het tekort aan geschoold personeel. Door bijvoorbeeld nieuwe kraanmannen op te leiden geven we iets terug aan de maatschappij. Want we ondernemen niet alleen om winst te maken, we hebben ook een maatschappelijke plicht.”