Overslaan en naar de inhoud gaan

Navigatie

Terug naar het overzicht

People, process en technology gaan hand in hand bij het realiseren van de toegevoegde waarde die digitalisering kan brengen in de zorgsector

Personeelstekort, financiële druk, een stijgende vraag naar zorg door de vergrijzing: onze gezondheidszorg staat voor flinke uitdagingen. Rapporten hameren erop dat we tegen 2030 top-notch zorg moeten leveren, maar wel met beperkte middelen. Digitale transformatie kan (een deel van) de oplossing zijn, vinden we bij Voka Health Community. In deze artikelenreeks laten experts hun licht schijnen over de rol van digitalisering en technologie om de zorg van de toekomst te bouwen. Dit keer aan het woord: Thomas Haspeslagh, Partner Healthcare & Life Sciences bij Möbius. 

Möbius is een consultancybureau dat meer dan 25 jaar geleden werd opgericht. Het heeft intussen zijn dienstverlening uitgebreid naar Nederland en Frankrijk en ook het aanbod aan expertises evolueerde flink. Het werkt voor de private sector, de openbare sector en de gezondheidszorg. Die kruisbestuiving is cruciaal, vindt Thomas Haspeslagh. “Vaak zijn inzichten uit de industrie of uit dienstensector een grote meerwaarde voor de healthcare sector – zo zijn principes van operationele excellentie en supply chain resilience prima transfereerbaar naar de zorgsector”, klinkt het. In de gezondheidszorg is Möbius actief in 4 subsectoren: het gezondheidsbeleid, eerstelijns- en ouderenzorg, ziekenhuizen en Life Sciences. “Zorg is wat ons betreft immers een continuüm. Het hoger doel dat we nastreven is dat van ‘sixtuple aim’: een gezonde populatie, het verbeteren van de zorgervaring, zonder meer te investeren dan nodig is, met zorg voor medewerkers, waarbij er gezondheidsgelijkheid bestaat én met aandacht voor duurzaamheid.”

Die invalshoeken neemt Möbius ook mee als het gaat over het thema digitalisering. “Digitalisering kan voor die sixtuple aim een aantal inzichten bieden die tot op vandaag moeilijk te ontsluiten waren. Een belangrijke kanttekening is wel dat we erover dienen te waken dat technologie effectief een meerwaarde heeft. Wij gebruiken daarvoor het people, process en technology-framework van Harold Leavitt . Bedoeling is om de ‘sweet spot’ te vinden tussen die 3 elementen. Want als je over fancy technologie beschikt maar de mensen niet mee hebt, zal die technologie geen succes worden”, duidt hij.  

Onder meer op het vlak van preventie kan digitalisering een belangrijke troef zijn. “De ideale context is dat elke burger zich bewust is van een gezonde levensstijl en op de één of andere manier continu zijn eigen gezondheid meet, bijvoorbeeld via wearables, om snel te kunnen bijsturen als dat nodig is. Het idee van “health literacy” is daarbij leidinggevend: de geletterdheid van burgers over hoe ze een gezonde levensstijl kunnen nastreven en kunnen voorkomen dat ze welvaartsaandoeningen krijgen. We merken op dat de mensen die wearables dragen al mee zijn in dat verhaal van preventie, terwijl de doelgroepen die nog niét mee zijn, moeilijker te bereiken zijn. Daar is dus nog veel winst te rapen.” 

Door de beschikbare data intelligent te linken kan een waardegedreven dialoog ontstaan over hoe de beschikbare resources het best ingezet kunnen worden om passende zorg te verlenen

Thomas Haspeslagh, Möbius Business Redesign

Model van shared savings

De gestructureerde en geconnecteerde data van allerhande wearables zijn een potentiële goudmijn om innovatie te initiëren, vindt Thomas. “Leveranciers zouden die kunnen gebruiken om nieuwe behandelingen of medicatie te ontwikkelen. Dankzij dergelijke objectieve gegevens wordt het ook mogelijk om de vermeden zorgkost te meten, een goede basis om te kunnen evolueren naar een model van shared savings. Daarmee kunnen ondernemers geboeid worden om in een zorgconsortium samen na te denken om beter te doen én kan het RIZIV studies opzetten naar de impact en betaalbaarheid. Het zou kunnen toelaten om een waardediscussie te voeren in plaats van een prijsdiscussie, zoals nu vaak het geval is. Met een goed gekoppelde dataset zouden we bovendien voorspellend kunnen werken. Onder andere via  het Belgian Health Data Agency zijn de eerste stappen gezet om de data die nu in silo’s zitten, te ontsluiten te structureren en op die manier vlot te connecteren.”

Resources beter inzetten

Ook als er meer aandacht gaat naar preventie, zullen we de komende jaren nog altijd meer complexe zorg moeten voorzien met minder mensen. “Verpleegkundigen staan nu in voor heel wat administratie en logistiek – taken die vlot herverdeeld kunnen worden. Het is belangrijk om de wetgevende kaders die al jaren bestaan mee te laten evolueren en aan te passen aan de huidige maatschappelijke context. Met de recente KB’s over taakdifferentiatie is zeker een aanzet gegeven om daar iets aan te doen”, vindt Thomas. “Door de resources die we hebben beter in te zetten, kunnen we actoren in de zorg weer meer autonomie geven en een positieve dynamiek creëren. Digitalisering kan op dat vlak zeker ook een meerwaarde zijn. Kijk maar naar allerhande technologie om de gezondheid van patiënten te monitoren, zoals bijvoorbeeld tijdens Covid, waar patiënten met een slimme pleister thuis konden worden opgevolgd, waardoor dure ziekenhuiscapaciteit beter kon worden ingezet. Uiteraard moet de eerstelijnszorg dan mee evolueren – en net in die afstemming tussen verschillende lijnen in de zorg ligt een uitdaging.”

Thomas ziet alvast heel wat ondernemerschap in de sector. “Ik stel vast dat er veel goeie wil en ideeën zijn om nieuwe concepten op te zetten en om te innoveren. Er zijn heel wat initiatieven die stenen proberen te verleggen, zoals Health Hub in Aalst, Health Campus Limburg, In4Care, Voka Health Community,… Om nieuwe businessmodellen op te zetten en te monitoren, zijn zorgproeftuinen en regelluwe kaders essentieel. Daarbij is het wel cruciaal dat het gelijkheidsprincipe niet uit het oog verloren wordt, zodat iedereen in ons land toegang blijft hebben tot innovatieve producten.”