Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • “Opdeling tussen commerciële zorg, social profit en publieke zorg moet op de schop”

“Opdeling tussen commerciële zorg, social profit en publieke zorg moet op de schop”

Voka nationaal
  • 24/08/2023

Op donderdag 28 september organiseert Voka Health Community haar jaarlijks congres. Dit jaar is het centrale thema "Zorgen voor morgen - Een politiek debat voor een gezonde toekomst”. De Health Community-leden leggen er de politieke boegbeelden in welzijn en zorg het vuur aan de schenen over nieuwe zorgmodellen, de nijpende arbeidsmarkt en broodnodige innovatie. In de aanloop naar het congres laten we naar goede gewoonte enkele ‘toekomstdenkers’ aan het woord. In deze editie: Steven Verdoolaege, algemeen directeur van Motena.
 

Intro

In 2015 koos de stad Roeselare ervoor om zijn publieke zorgactiviteiten te verzelfstandigen. Het koos voor een model waarin de organisatie zich maatschappelijk kon ontplooien, zowel qua aanbod als qua schaal. Omdat de organisatie intussen ver buiten de stadsgrenzen actief is, kreeg ze in 2019 een nieuwe naam. Motena is afgeleid van het Japanse woord ‘Omotenashi’, dat zich het best laat vertalen als ‘ultieme klantgerichtheid ’. Intussen is Motena een publieke zorggroep die actief is in kinderopvang, therapie voor kinderen, thuiszorg in de brede zin van het woord, assistentiewoningen en woonzorgcentra. “Door ons werkingsgebied uit te breiden naar Midden-West-Vlaanderen én daarbuiten, willen we de optimale  schaal installeren voor die activiteiten”, vertelt algemeen directeur Steven Verdoolaege. De groep is goed voor meer dan 1.000 medewerkers en een omzet van ruim 60 miljoen euro.


Samenwerking is voor Motena een sleutelelement, en zal in de toekomst alleen maar crucialer worden, denkt Steven. “De complexiteit van zorg stijgt. Zorginhoudelijk is er meer specialisatie nodig, en je kan nu eenmaal niet in alles even goed zijn. Daarnaast is er ook het economische aspect. In onze sector zijn er zware investeringen nodig in stenen en in technologie. Heel wat organisaties krijgen het lastig omdat ze daarvoor niet genoeg marge hebben. Ik ben ervan overtuigd dat we de komende jaren nog heel wat nieuwe partnerships zullen zien ontstaan, zowel via fusies en overnames als via jointventures en servicecontracten.”
 

Nadenken over andere financieringsvormen

Die financiële uitdagingen waarmee heel wat organisaties te kampen hebben, hebben onder andere te maken met de infrastructurele eisen van de overheid, vindt Steven. “Als je de minimumnormen voor een woonzorgcentrum van 2010 en die van 2020 vergelijkt, zie je dat die sterk uitgebreid en complexer zijn. Rationeel gezien is dat terecht, maar dan moet de overheid ook haar financieringsmodel aanpassen.” 

Hij wijst tegelijk op een andere uitdaging, namelijk het verwachtingspatroon van klanten. “Een nieuwe bewoner van een woonzorgcentrum verwacht hetzelfde comfort als thuis en wil bijvoorbeeld vlot kunnen Facetimen met familie. Daarvoor heb je als woonzorgcentrum een sterk wifinetwerk nodig, wat grote investeringen vraagt. Zo kan ik verschillende voorbeelden noemen. Het financieringsmodel volgt onvoldoende snel het verwachtingspatroon van de klant. We zitten nu in een klassiek model waarbij de overheid en de klant betalen. Waarom denken we niet na over andere financieringsvormen? Denk maar aan coöperatieve modellen waarbij je als klant mee kan investeren. Het zijn systemen die al bestaan in het buitenland maar waarover hier zelfs niet gepraat wordt.”
 

Innovatie omarmen

Ook op andere vlakken moet de status-quo meer ter discussie gesteld worden, vindt Steven. “Er vloeit veel geld weg, daar moeten we eerlijk over zijn. Kijk maar hoeveel er bijvoorbeeld geïnvesteerd wordt in dwaaldetectie, terwijl je voor een derde van de prijs een product kan kopen met een gelijkaardige functie. Ik ben ervan overtuigd dat we de private markt veel meer moeten opentrekken  om concurrentiële innovatieve oplossingen te integreren in onze sector. Ik denk bijvoorbeeld ook aan de maaltijdbedeling. Oudere mensen moeten vaak een week voordien hun maaltijden doorgeven. Dat moet toch flexibeler kunnen?”

Hij is dus een groot pleitbezorger van digitalisering en innovatie, maar ziet die niet als heilige graal om het personeelstekort op te vangen. “Volgens mij zijn dat elementen die wel bijdragen tot kwaliteitsverhoging en veiligheid, maar niet noodzakelijk tot efficiëntie. Ik geloof trouwens niet in robotisering van de zorg. Mensen willen contact met mensen.” Waar dan wel de oplossing ligt? “Ik vrees dat we die extra mensen die we zoeken niet gaan vinden, ook al gebeuren er veel inspanningen om de zorgberoepen aantrekkelijker te maken. Arbeidsmigratie zal volgens mij een deel van de oplossing moeten zijn.” Hij pleit ook voor een open ethische discussie over zorg en welzijn. “We hebben in ons land een betaalbaar, toegankelijk zorgsysteem. Maar ik vraag me af of we iedereen in de toekomst op dezelfde manier zullen blijven kunnen helpen. Daar moet over gepraat worden zonder minimumkwaliteit of onderlinge solidariteit in vraag te stellen.”
 

“Het financieringsmodel volgt de infrastructuureisen van de overheid en het verwachtingspatroon van de klant niet snel genoeg.”

Steven Verdoolaege

Gelijk speelveld

We sluiten het gesprek af met een signaal van Steven naar de overheid. “De opdeling tussen commerciële zorg, social profit en publieke zorg moet op de schop. Ik pleit ervoor om op het vlak van financiering, verloning en fiscaliteit het speelveld gelijk te maken. Het is absurd dat de verloning van een verpleegkundige afhankelijk is van het feit of zijn of haar werkgever publiek of privé is. Mensen hebben daar geen boodschap aan én het werkt marktverstorend. De tax shift, die aan spelers in de privésector aanzienlijke kortingen geeft op de werkgeversbijdrage, bestaat niet in de publieke sector. Dat betekent een verschil in loonmassa van 7%. Miljoenen euro’s die we in infrastructuur zouden kunnen investeren. Omgekeerd geldt dat trouwens ook: commerciële woonzorgcentra hebben jaren geen VIPA-financiering gekregen voor hun gebouwen. Schaf de verschillen tussen die 3 ‘pilaren’ toch af. Kwaliteit zal dan nog sneller komen bovendrijven.”
 

Hoe kunnen we voldoen aan de groeiende complexiteit van zorg met beperkte middelen en minder personeel? Hoe zorgen we voor een toekomst waarin we langer gezond blijven? Een toekomst waarin werken in welzijn en zorg werkbaar is? Een toekomst met sterke digitale competenties die innovatie faciliteren?

Wil je meer ontdekken? Schrijf je dan in voor het jaarlijks Voka Health Community Congres op donderdag 28 september in Den Oven te Boom.

Voka Health Community Congres

 

Ontdek hier de visie van onze andere toekomstdenkers.