Maak van België wereldtop in innovatie
Veel verontrustend economisch nieuws de voorbije maanden met faillissementen, herstructureringen en geschrapte investeringen, vooral dan in de energie-intensieve industrie. Ondertussen staat dat thema wel hoog op de beleidsagenda, maar blijft het wachten op concrete maatregelen. Tegen die achtergrond lijkt het geen slecht idee om toch eens stil te staan bij één van de grootste beleidssuccessen van de voorbije decennia in ons land: onze inspanningen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling (O&O).
Europese top in innovatie
Midden jaren 90 zat België op het vlak van O&O in de Europese middenmoot. Onze totale uitgaven voor O&O bedroegen toen 1,65% van het bbp, net in de Europese top 10. Vandaag is dat verdubbeld naar 3,3% van het bbp, de tweede hoogste van Europa.
Die sterke focus op O&O was het resultaat van een bewuste beleidskeuze waarbij overheden en kennisinstellingen hun onderzoeksuitgaven opvoerden van 0,45% van het bbp in 1995 naar 0,85% vandaag. Daarnaast nam de overheid ook specifieke maatregelen om O&O in de private sector te ondersteunen. Tegen die achtergrond gingen vooral bedrijven een pak meer investeren in O&O: van 1,2% naar 2,5% van het bbp, veruit de sterkste stijging in Europa in die periode. Vandaag is 70% van de Belgische bedrijven bezig met een of andere vorm van innovatie, het hoogste van Europa.
Mikken op de wereldtop
Die O&O-intensiteit is een van belangrijke troeven van onze economie, en een krachtig instrument voor toekomstige welvaartscreatie. Dat impliceert dat we daar nog veel meer moeten op inzetten. In wereldtoppers, zoals Zuid-Korea en Israël, gaan de O&O-uitgaven richting 5% van het bbp. Het afbouwen van de overheidssteun voor innovatie, wat bij de uittredende federale regering op tafel lag, zal uiteraard niet helpen om richting die wereldtop te evolueren. Integendeel, onze overheden moeten zo snel mogelijk naar de al lang vooropgestelde doelstelling van 1% van het bbp voor O&O. Met de historische multiplicator voor de private sector kan dat onze totale O&O-uitgaven al richting 4% duwen.
Op z’n minst een deel van die extra O&O-inspanningen kan ook binnen het kader van de noodzakelijke verhoging van de uitgaven voor defensie. Vooral de VS hebben een lange track record van innovatie binnen defensie die zich vervolgens ook vertaalt in de private sector. Verder succes op het vlak van innovatie vereist trouwens ook een strategie om de industrie hier te houden. Sinds 2010 gebeurde 55% van de bedrijfsuitgaven voor O&O in de industrie. Daarnaast is de ICT een sector waar de innovatie-inspanningen de jongste jaren snel toenemen. Ook daar kan de overheid best twee keer nadenken voor ze extra hindernissen gaat opwerpen voor die sector (denk aan de auteursrechten of de optieplannen).
Op z’n minst een deel van de extra O&O-inspanningen kan binnen het kader van de noodzakelijke verhoging van de uitgaven voor defensie.
Veel meer inzetten op valorisatie
België is ondertussen Europese top voor O&O, maar voor de vertaling daarvan in concrete economische activiteit zijn we minder sterk. Andere landen, zoals Nederland, zijn daar veel beter in (met als voor de hand liggend voorbeeld de combinatie van Imec en ASML). De komende jaren moet het beleid bij ons dan ook meer de klemtoon leggen op de valorisatie, of het vermarkten, van het onderzoek. Dat vereist onder meer minder terughoudendheid in het ondersteunen van onderzoek dat al dichter bij de markt staat. De Vlaamse overheid blijkt op dat vlak veel voorzichtiger dan de landen rondom ons. Daarnaast is vooral een veel beter ondernemingsklimaat nodig met minder barrières die ondernemen afremmen.
Met meer aandacht voor valorisatie kunnen we de resultaten van ons O&O-succesverhaal beter capteren. Dat zou een krachtig signaal zijn tegen de huidige stroom van slecht nieuws. Op dat vlak ligt er voor onze economie nog veel potentieel.