Geen kenniseconomie zonder kwalitatief onderwijs
Onze economie moet het uiteraard niet hebben van grondstoffen of goedkope arbeidskrachten. Onze belangrijkste troeven zijn al lang onze centrale ligging in Europa (in combinatie met onze openheid), zeer productieve werknemers en onze bewuste keuze voor innovatie (met onder meer de succesverhalen in biotech, farma of chiptechnologie). De voorbije week kregen we opmerkelijk wisselende berichten over onze kenniseconomie, met positief nieuws vanuit de bedrijven en ronduit dramatisch nieuws vanuit het onderwijs.
Innovatieve bedrijven
Nieuwe cijfers van Eurostat geven aan dat België in 2023 de tweede hoogste totale uitgaven voor O&O (3,3% van het bbp) had in Europa, na Zweden (3,6% van het bbp). Vlaanderen zit nog net iets hoger dan het Belgische gemiddelde, en komt in de buurt van het Zweedse niveau. De wereldtop op dit vlak zit in Zuid-Korea en Israël die zo’n 5 à 6% van hun bbp besteden aan O&O. De nieuwe Vlaamse regering heeft de ambitie uitgesproken om aansluiting te vinden bij die wereldtop (al heeft ze nog niet duidelijk aangegeven hoe ze dat wil realiseren).
Het merendeel van die O&O-uitgaven gebeurt binnen bedrijven. Het is dan ook geen toeval dat veel bedrijven bezig zijn met innovatie. Volgens een nieuwe enquête van Eurostat waren in 2020-2022 70% van de Belgische bedrijven bezig met innovatieve activiteiten, het hoogste aandeel in Europa. Het gemiddelde in de buurlanden lag op 59%, in Europa op 51%. Daarnaast horen Belgische bedrijven ook bij de Europese top qua implementatie van AI. Opnieuw volgens Eurostat gebruikte in 2023 14% van de Belgische bedrijven (met minstens tien werknemers) op z’n minst één AI-technologie (op een structurele manier). Daarmee komt ons land net achter Europese koplopers Denemarken en Finland (met 15%).
Met alle uitdagingen die op ons afkomen, is innovatie onvermijdelijk om onze welvaart op peil te houden, en liefst nog te versterken.
Met alle uitdagingen die op ons afkomen – met onder meer de veroudering van de bevolking, de duurzame en de energietransitie, de digitale revolutie en de geopolitieke verschuivingen – is innovatie onvermijdelijk om onze welvaart op peil te houden, en liefst nog te versterken. Bedrijven stappen daar al volop in mee, en op dat vlak doen we zelfs duidelijk beter dan heel wat landen rondom ons.
Dramatische onderwijsresultaten
In schril contrast met het nieuws uit de bedrijfswereld was deze week het dramatische nieuws uit het onderwijs. Een nieuwe analyse (TIMSS) van de prestaties op het vlak van wiskunde en wetenschappen bij 10-jarigen (vierde leerjaar) toont aan dat Vlaanderen terrein blijft verliezen. Voor wiskunde zakken we naar een 24e plaats, voor wetenschappen naar een 35e plaats. 7% van de leerlingen vallen in de categorie toppresteerders voor wiskunde, amper 2% voor wetenschappen. In de Europese toplanden gaat dat voor beide richting 20%.
Dit past in een lange reeks van gelijkaardige internationale analyses zoals de PISA-cijfers (voor wiskunde, wetenschappen en taal) en PIRLS (voor begrijpend lezen). Daaruit komt een duidelijk beeld naar voren: het niveau van de Vlaamse leerlingen gaat er systematisch op achteruit, en de daling gaat sneller dan in de rest van Europa. Het is zeer de vraag of we met deze nieuwe analyse de bodem bereikt hebben, allicht niet.
Er is ondertussen een terugkerend patroon bij de publicatie van dat soort analyses: verontwaardigde reacties uit alle hoeken, grote verklaringen over noodzakelijke veranderingen, maar daarna in het beste geval een paar beperkte ingrepen, terwijl grote hervormingen afgeblokt worden door de onderwijskoepels en/of de vakbonden. Meestal wordt dan ook al snel verwezen naar lerarentekorten en een gebrek aan middelen. De dalende onderwijsresultaten worden evenwel nog pijnlijker als je ze naast het onderwijsbudget plaatst. België heeft de derde hoogste overheidsuitgaven voor onderwijs in Europa (na Zweden en Ijsland), en dat budget is de voorbije jaren toegenomen. Het gaat dus niet om een gebrek aan middelen, maar eerder om hoe de beschikbare middelen ingezet worden.
Ook al zetten bedrijven vandaag in op kennis en innovatie, ook al streven we naar de wereldtop voor O&O, zonder gekwalificeerde jongeren kunnen we een toekomst als succesvolle kenniseconomie vergeten.
Hervormen voor onze toekomstige welvaart
Ook al zetten bedrijven vandaag in op kennis en innovatie, ook al streven we naar de wereldtop voor O&O, zonder gekwalificeerde jongeren kunnen we een toekomst als succesvolle kenniseconomie vergeten. Hopelijk is deze zoveelste wake-upcall degene die (eindelijk) wel voor echte verandering zorgt: meer focus op kennis, professionalisering van leraren en directies, meer tijd voor lesgeven (minder administratieve lasten), rationalisering van het onderwijsaanbod, meer incentieven voor STEM, meer samenwerking tussen het onderwijs en bedrijven, ambitieuzere minimumdoelstellingen ook voor kleuter- en basisonderwijs, een modern HR-beleid, …
De toekomst van onze kenniseconomie, en dus ook van onze welvaartsstaat, hangt cruciaal af van de kwaliteit van mensen. De snel verslechterende onderwijsresultaten suggereren dat die toekomstige kwaliteit in gevaar is. Andere Europese landen bewijzen vandaag al dat dat beter kan. Hoog tijd om ook in Vlaanderen doorgedreven hervormingen in het onderwijs op te zetten. Met business-as-usual geraken we er niet.