Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • “Er zit een merkbare drive in Wallonië. Men wil vooruit”

“Er zit een merkbare drive in Wallonië. Men wil vooruit”

  • 17/10/2024

Is Wallonië het walhalla voor Vlaamse ondernemers met groeiambitie? Wellicht niet, maar de regio biedt onvermoede mogelijkheden, zoveel is zeker. 120 jaar na de oprichting leek het groeipad van Denderwood in Erpe-Mere te eindigen op een dood spoor. Plaatsgebrek in eigen regio deed de specialist van exotisch hardhout uitkijken naar groeimogelijkheden over de taalgrens. Met de start van een nieuwe, bijkomende productiesite in Neufchâteau, in de provincie Luxemburg, kan het bedrijf met een gerust gemoed verder werken aan zijn expansie. De in Vlaanderen gangbare clichés over een gebrek aan dynamiek in het zuiden van België, zijn op zijn minst ongenuanceerd. Maak kennis met het andere Wallonië.  

Zoon Tanguy en vader Filip D’Haeseleer van Denderwood gingen op zoek naar meer ruimte en mogelijkheden om de distributie van het hout verder te optimaliseren. Sinds 2022 beschikken ze over een nieuwe productie- en distributiesite van vijf hectare in Neufchâteau, in de provincie Luxemburg.

 

Tekst Jan Van Gyseghem – foto Jeroen Willems 

Van karrewielen naar tropisch hardhout

In 1904 beginnen de gebroeders D’Haeseleer met het verzagen van boomstammen in en rond Erondegem (vandaag een deelgemeente van Erpe-Mere). Na de Eerste Wereldoorlog biedt de productie van houten karrewielen en volksspelen groeikansen. In 1955 maakt men de omslag naar een lokale houthandel. Nog enkele jaren later wordt een begin gemaakt met de invoer van hardhout. Die piste wordt na 1985 de enige activiteit.  

Denderwood is een gespecialiseerd, voorraadhoudend importeur van tropisch hout. Er zijn wel 80 soorten hardhout maar de meest gekende en veel verhandelde tropische houtsoorten zijn o.a. padouk, ipé en meranti. “Hardhout is een kwaliteitsproduct terwijl naaldhout louter commodity is, een volumeproduct”, verduidelijkt Filip D’Haeseleer.  

Kleine sector met grote uitdagingen

Hardhout is een niche – goed voor ongeveer 15% van de omzet binnen de grote Europese houtindustrie. Europa levert immers vooral naaldhout, naast beuk en eik maar die soorten zijn niet bruikbaar voor veeleisende toepassingen in bijvoorbeeld waterbouwwerken (sluizen, damwanden…). Hardhout gaat langer mee en is goedkoper dan andere materialen. België telt een vijftal spelers van belang en dat is ook zo in andere Europese landen. Het is een kleine wereld.

Omwille van vermeende onverantwoorde kappingen staat tropisch hardhout al enige tijd in een slecht daglicht.  

Filip: “Dat is jammer, want vandaag betrekken wij hout uit volledig beheerde bossen. Voor hout dat Europa binnenkomt is er een nieuwe regelgeving over verantwoorde ontbossing in aantocht, analoog aan deze voor soja, palmolie en andere landbouwproducten.”  

Denderwood is lid van Houtinvoerhandel (deel van Fedustria) dat houtinvoerders en -agenten groepeert die instaan voor de wereldwijde aankoop en de invoer van ruw of halfafgewerkt hout. Het is een kleine groep maar wel het meest actieve onderdeel vanwege de talrijke issues die opduiken rond tropisch hardhout.

Omdat hardhout prijzig is, groeit de markt niet spectaculair. Vraag en aanbod zijn eerder beperkt. Voor Filip is de grootste zorg het veilig stellen van de aanvoer. De totale volumes variëren niet opvallend, al zijn er wel trends vast te stellen. Zo was wengé twintig jaar geleden erg populair. Vandaag is onder meer thermisch behandeld hout in opgang.  

Belgen doen het op eigen houtje

Hoewel nog steeds belangrijk zorgt de Belgische markt voor minder dan de helft van de omzet bij Denderwood. In Wallonië werkt het bedrijf al jaren samen met vooral grote productiebedrijven. Frankrijk is het belangrijkste exportland maar ook elders in Europa telt Denderwood heel wat klanten.  

(lees verder onder de foto)

Filip D’Haeseleer: “Er zijn in Wallonië mensen die echt hard werken. Het stereotiepe beeld van de passieve Waal leeft in Vlaanderen maar dat klopt niet.”

 

Vanwaar het succes in Frankrijk?

Filip: “Eerlijk, wij zijn performanter en beter dan de Fransen. Les petits Belges zijn ondertussen een serieuze marktspeler geworden, ook in Nederland overigens.”  

Belgische importeurs van hardhout onderscheiden zich omdat ze voorraadhoudend zijn. Andere Europese spelers doen dat meestal niet en komen zich vaak in België ‘depanneren’. Bovendien zijn de Belgische spelers nagenoeg allemaal familiebedrijven: “Zij hebben een andere insteek dan collega’s die door een financier of een multinational worden beheerd”, merkt Filip op.

Denderwood voert  jaarlijks ongeveer 1.500 containers hardhout in. Een deel van de verscheping verloopt conventioneel (in bulk). Een team van 25 medewerkers leidt de operaties in goede banen. De belangrijkste herkomstlanden liggen in het zuidelijk halfrond: Brazilië (Latijns-Amerika), Kameroen en Gabon (Afrika) en Indonesië en Maleisië in Azië.  

De klanten van Denderwood zijn actief in brandwerende toepassingen, terrashout, gevelbetimmering, constructiehout (o.a. voor veranda’s). Aan hen levert Denderwood geschaafde planken en gezaagde planken, geprofileerd of verlijmd.

Naar Wallonië!

Op zoek naar meer ruimte en mogelijkheden om de distributie van het hout verder te optimaliseren beschikt Denderwood sinds 2022 over een nieuwe productie- en distributiesite van vijf hectare in Neufchâteau, in de provincie Luxemburg.  

Waarom Neufchâteau?

“De locatie is echt strategisch gekozen”, stelt Filip. “Ze fungeert als een optimaal verdeelpunt voor de Franse, Duitse, Luxemburgse en Waalse markten.”

Het stadje is logistiek handig gelegen op het snijpunt van een aantal verkeersassen: naar Luik en Nederland (E25), naar Luxemburg (stad) en Duitsland (E411) en naar Frankrijk (E46).  

Het hout wordt vrijwel integraal ingevoerd via de haven van Antwerpen, maar door het dreigende verkeersinfarct van de ‘metropool’, bekijkt Denderwood alternatieve mogelijkheden om de aanvoer via het spoor naar Neufchâteau te brengen.  

Was het een moeilijke zoektocht naar de Waalse locatie?

Filip: “De scouting van de site verliep positief. Wallonië biedt meer ruimte dan Vlaanderen.  Een terrein van 4 ha in Vlaanderen is peperduur, als je al geluk hebt één te vinden. De intercommunale Idelux heeft ons wel goed geholpen; in nauwelijks drie maanden tijd hadden wij alle nodige papieren: bouwvergunning, uitbatingsvergunning… Misschien gaat het niet overal in Wallonië zo vlot, maar in elk geval wel in Luxemburg.”

Ze zien de Vlaamse investeerders graag komen?  

Filip: “Eigenlijk wel, wij werden erg goed ontvangen. Ook Q-Food (Lokeren) zit trouwens op dezelfde zoning. Voor Wallonië is het sowieso een win-win. En wij werken met lokale mensen: de Ardennais zijn vertrouwd met hout en bos. De cultuur in Neufchâteau is ook anders dan in de Borinage of zo.”  

Filip behoedt zich ervoor om een al te positief beeld op te hangen: “De mensen zijn er zoals overal, hoor. Sterke en minder straffe profielen. Ze gaan wel familialer met elkaar om dan in het meer formele en afstandelijke Vlaanderen.”  

Een aandachtspunt, daar in de Ardennen, is de krappe arbeidsmarkt. Denderwood heeft in Neufchâteau permanent vacatures in de aanbieding. “De streek is dunbevolkt en veel arbeidskrachten worden weggezogen door het Groothertogdom”, legt Filip uit. “De lonen liggen er hoger, er zijn betere faciliteiten. Jonge mensen die willen geld verdienen, gaan naar het Groothertogdom. Men maakt er geen probleem van om 50 km naar het werk te rijden. Na twintig jaar zijn sommigen de files richting Luxemburg-stad wel beu en keren ze terug. We hebben iemand uit het Luikse maar werkzoekenden uit Mons (2 uur rijden) en omgeving zien wij niet. Het is te ver en het is ook een beetje een ‘ander land’. Mensen in Neufchâteau zeggen me schertsend: “Per ongeluk zijn wij deel van Wallonië’.”  

Waalse drive

“Er zijn in Wallonië mensen die echt hard werken. Het stereotiepe beeld van de passieve Waal leeft in Vlaanderen maar dat klopt niet”, meent Filip. “Er zit een andere drive in Wallonië, men wil vooruit gaan. In Vlaanderen voel ik dat niet meer. We hebben het zogezegd gemaakt. In Wallonië heeft men jaren gesukkeld, maar dat is aan het veranderen.”  

Hoe kijken lokale ondernemers in de houtsector naar die Vlaamse investeerder?

Filip: “ Wij zijn een vreemde eend in de bijt, hé… Niet echt een concurrent voor hen, tenzij misschien op personeelsvlak. Al zit de houtindustrie (zagerijen) niet zozeer op de as van de E411 maar eerder rond Marche-en-Famenne en verder richting Spa.

Welke tips heb je voor de Vlaamse investeerder in Wallonië?

Filip: “Bereid je goed voor en stel je zelf eerst de vraag: ‘Wat heb ik nodig?’ Wij hadden hier in Erpe-Mere een groot plaatsgebrek en dus gingen wij op zoek naar locaties die ruimte boden. De geplogenheden in Wallonië zijn anders, houd er rekening mee. Hier bijvoorbeeld geen digitaal loket, men werkt meer op papier… maar het functioneert beter dan ons digitaal loket in Vlaanderen.”  

Hoe stelt de Waalse ambtenaar zich op?

Filip: “Die mensen zijn eerder proactief en zeker behulpzaam. Ik ervaar een dienstvaardige ambtenarij die nog werkt voor de burger. Ook de politiek zet er zijn schouders onder en ik heb de indruk dat het weinig uitmaakt welke partij het voor het zeggen heeft. In de provincie Luxemburg is de beslissingsketen ook korter.”

En de Waalse klanten?

Filip: “Wij werken al vele jaren en graag met Waalse klanten al zijn de gevraagde volumes er kleiner dan bij ons en is er ook minder rijkdom... Het is wel nodig dat iedereen op kantoor minimum tweetalig is.” 

Hier geen digitaal loket, men werkt meer op papier… maar het functioneert beter dan ons digitaal loket in Vlaanderen.

Filip D'Haeseleer, ceo Denderwood

Duurzaam doorgaan

Met de komst van de vierde generatie – zoon Tanguy - is het verhaal van Denderwood nog lang niet ten einde. Filip: “Zolang wij er maar blijven voor gaan! Er zijn heel veel uitdagingen in het métier, maar dat maakt het ook spannend. Wij bereiden de nieuwe regelgeving voor die volgend jaar in voege komt en een volledige audit van onze leveranciers oplegt. Zo kunnen wij aantonen dat wij uitsluitend legaal hout invoeren. Ik sta daar 200% achter. Zelf zien wij al tien jaar toe op duurzaam houtinvoer.”

“Het is een kwestie om op een verantwoorde manier om te gaan met grondstoffen. Mochten wij over 30 jaar geen bossen meer hebben, zitten wij zonder werk. Ons materiaal heeft 100 jaar nodig om te groeien. De bomen die wij binnen krijgen, zijn tussen 70 en 150 jaar oud… je moet dus goed managen zodat kappen ook op lange termijn nog kan. Daarom zeg ik weleens dat wij groener zijn dan Greenpeace!”

In andere delen van de wereld gaat men er niet zo mee om?

Filip: “Dat is een grote frustratie. Enerzijds legt Europa ons bepaalde verplichtingen op. Vanaf volgend jaar zullen we moeten nagaan of ons hout afkomstig is uit een gebied waar ontbossing heeft plaatsgevonden. We zullen via satellietbeelden moeten uitkijken naar bosdegradatie. Behoorlijk zwaar. Tegelijk zijn er regio’s zoals China, Vietnam en zelfs de V.S. waar men veel gemakkelijker omgaat met die dingen. China beschikt over belangrijke bosarealen waar niet wordt aan geraakt. In de Chinese bossen mag niet gewerkt worden; zij halen hun materiaal liever uit Afrika of uit Europa.”  

Ook in eigen land zijn er drempels: sommige gemeenten of andere overheden schrijven bij bouwaanvragen voor om geen hardhout te gebruiken. Filip: “We kunnen niet traceren waarom men die eis stelt. Indien dat hout perfect geoogst is, is het zelfs ecologischer om dat te gebruiken. Neem het voorbeeld van ramen in afzeliahout. Daar hoef je je in 80 jaar geen zorgen over te maken. Gebruik je hiervoor naaldhout dan dien je dat chemisch te behandelen om de levensduur te rekken en moet je na twaalf jaar alsnog vervangen.”  

De houding van de overheid in het algemeen is wellicht de grootste bekommernis van Denderwood, meer dan de krapte op de arbeidsmarkt.  Filip: “Er is een voortdurende communicatie met diverse overheidsdiensten (o.m. FOD Volksgezondheid, douane e.a) maar die spreken weinig met elkaar en zijn ook niet altijd flexibel.” Om tijdrovende procedures via de douane in Antwerpen te vermijden laat Denderwood meer inklaringen in Aalst doen.

Filip: “De insteek van de douane bij ons is anders dan in het buitenland; hier zwaait men heel snel met administratieve boetes. Ik redeneer soms: ik betaal 30% belastingen maar eigenlijk moet ik er nog 10% bovenop doen voor alle mogelijke kosten en calamiteiten.”

Tropisch hardhout, het is een ‘spannende sector’, met politieke risico’s in de landen van oorsprong, transportrisico’s,  uitzonderlijke weersomstandigheden met grote impact… Filip: “We kunnen vandaag een contract afsluiten maar misschien volgt de verscheping over zes maanden of over twee jaar… Dat heet ondernemen, zeker?” 

Meer over internationaal ondernemen?

Contactpersoon

Arne Oosthuyse

Manager Opleidingen - Manager Arbeidsmarkt & Onderwijs

Artikel uit publicatie