North Sea Port is uitstekend verbonden met het achterland via weg, spoor, binnenvaart en pijpleidingen. Ook elk bedrijf onderzoekt hoe het zijn transportmix efficiënt en slim kan opzetten. Ondertussen gebeuren er extra investeringen in spoorverbindingen, vaarwegen en pijpleidingen. Een multimodaal overzicht.
Tekst Sam De Kegel
Multimodaliteit is al langer een license to operate voor bedrijven. Terwijl potentiële investeerders in de haven vroeger vooral keken naar grondoppervlakte en prijs voor een concessie, kijken ze nu naar multimodale ontsluiting, omwille van duurzaamheid én risicospreiding, indien één vervoersmodus niet (meer) beschikbaar zou zijn. Ook het havenbedrijf North Sea Port is strenger dan vroeger in de uitgifte van zijn gronden. Ondernemingen die laagwaardige goederen willen stockeren maar niet het schaalvoordeel hebben om daar multimodaal mee aan de slag te gaan, of die
die nauwelijks toegevoegde waarde, jobs of watergebonden activiteiten realiseren en/of enkel op hun eilandje willen opereren, vissen vandaag achter het net.
Het havenbedrijf stimuleert bedrijven ook om steeds meer met elkaar verweven te zijn.
Daarnaast zet North Sea Port actief in op een modal shift richting duurzaam transport via de binnenvaart en het spoor. Het grensoverschrijdende havengebied ligt op het kruispunt van de Europese vervoersmogelijkheden via binnenvaart, spoor en wegvervoer en op een aantal Europese vervoerscorridors. Vooral vaste lijnen, verbindingen die op regelmatige basis bediend worden, zijn cruciaal.
1 / Spoor
Momenteel gaat zo’n 10% van het goederenvervoer tussen de haven en het achterland via het spoor. In het voorjaar van 2023 sloegen het Belgische Lineas en het Scandinavische scheepvaart- en logistiekbedrijf DFDS de handen in elkaar om containers en opleggers vanuit Gent in North Sea Port via het spoor naar Lyon te vervoeren, en omgekeerd. Zo ontstond er een multimodale connectie tussen Zweden, België en Frankrijk. Zesmaal per week vaart DFDS tussen haar multimodale terminals in de haven van Göteborg en Gent, aan het Mercatordok. Deze short sea service sluit nu aan op de intermodale trein. Bij de start, in maart, reed deze trein van Europa’s grootste private spoorvrachtoperator Lineas driemaal per week tussen Gent en de Port Edouard Hérriot in Lyon. Sinds medio april is de frequentie opgetrokken tot wekelijks vijf ritten.
De trein vervoert containers en kraanbare en niet-kraanbare trailers. In de containers worden onder meer voeding en chemische producten vervoerd. In de opleggers zit er algemene en industriële vracht en lading voor de auto-industrie.
De shift van dit vrachtvervoer van de weg naar het spoor tussen Gent en de industriële regio van Lyon is goed voor 450 treinen per jaar en 8.000 trailers/containers. Deze keuze betekent 9 keer minder CO2-uitstoot. Met het gecombineerde vervoer tussen Göteborg, Gent en Lyon weet North Sea Port zich als multimodale haven in West-Europa verder te versterken, te meer daar de lading in Gent via de weg, per zeeschip en binnenvaartschip vanuit Antwerpen, Rotterdam en Moerdijk toekomt.
(Veel) meer sturen in sporen
Ondertussen investeren de Belgische spoorbeheerder Infrabel en de federale regering het volgende decennium maar liefst 91,5 miljoen euro in het Gentse deel van North Sea Port. Heel wat nieuwe sporen en aanpassingen aan bestaande sporen moeten zorgen voor een snellere toegang tot de terminals en een betere ontsluiting naar het Europese achterland. Joke Van den Dooren, key account manager ports bij Infrabel: “Modal shift is zoveel meer dan enkel infrastructuur voorzien. We hebben samen met North Sea Port een spoorvisie ontwikkeld waarbij we eerst en vooral kijken naar een beter gebruik van onze bestaande infrastructuur via operationele aanpassingen. Als dat niet volstaat om je modal shift te realiseren of om je volumes op te vangen, kijken we naar extra investeringen.”
Infrabel wil in de nabije toekomst meer ‘sturend’ optreden via een uitgekiend flow management, waarbij ze een regisseursrol opnemen. “Door meer inzicht te krijgen in wat een trein doet of hoelang hij ergens blijft staan, willen we het verkeer beter sturen zodat het vlotter doorstroomt. Als je te weinig sturend optreedt, moet je bij wijze van spreken voortdurend extra sporen aanleggen, want dan rijdt iedereen voor eigen rekening. Wij willen bijvoorbeeld veel meer goederenstromen bundelen.”
Om een en ander te realiseren hebben Infrabel en North Sea Port een ambitieus achtpuntenplan. Dat zet in op een betere verkeerssturing, op een beter beheer van de bundels (wie staat waar en wat is er aan restcapaciteit in de toekomst), op meer investeren en meer rationaliseren (ongebruikte infrastructuur verminderen of laten liggen voor morgen).
Joke: “Daarnaast willen we een eigen, meer soepel kader voor het havengebied creëren. We zijn infrastructuurbeheerder voor het ganse net (personen en goederen, red.), maar in de haven is er bijvoorbeeld geen reizigersvervoer en de snelheden liggen lager. We willen vooral een kader dat meer flexibiliteit biedt omdat het goederenvervoer dat ook meer vraagt.”
Infrabel wil ook een IT-platform ontwikkelen specifiek voor havens, om de end-to-endketen in kaart te brengen. “Er is weinig transparantie in het spoorvervoer momenteel. Onze slogan is ‘let’s modal shift together’, alleen kunnen we het niet. Iedereen moet mee in het bad: de spoorwegondernemingen, de havenbesturen en de spooraangeslotenen (de individuele bedrijven en terminals, red.). Daarnaast zijn er ook de logistieke dienstverleners, want zij bestellen tenslotte de transporten. Wij hebben zelf business developers die op zoek gaan naar bedrijven die spoorvervoer willen organiseren. Er is bij Infrabel nu veel meer aandacht voor goederenvervoer dan tien jaar geleden.
Tot slot willen we ook het grensoverschrijdend verkeer optimaliseren, samen met onze Nederlandse collega Prorail.”
(lees verder onder de foto)
Spoorwerken aan Kluizendok en Mercatordok
Infrabel wil dus het goederenvervoer efficiënter maken én het aandeel per spoor doen toenemen. North Sea Port wil het aandeel goederenvervoer per spoor doen toenemen tot 15%, want één goederentrein haalt gemiddeld 45 vrachtwagens van de baan. Om de ambities van Infrabel en North Sea Port te realiseren wordt er zowel aan het Kluizendok op de linkeroever van het Kanaal Gent-Terneuzen als aan het Mercatordok op de rechteroever fors geïnvesteerd in spoorinfrastructuur.
Aan het Kluizendok is de bestaande bundel om goederentreinen voor te sorteren ondertussen uitgebreid van vier naar acht sporen van elk telkens 750 meter lang. In de toekomst is er zelfs nog een uitbreiding tot 16 sporen mogelijk. Bovendien komt er in 2024 een nieuw aan te leggen ringspoor dat aansluit op de ITG-containerterminal naast het kanaal en dat zorgt voor een betere ontsluiting van de bedrijven rondom het dok. Ten slotte komt er een studie voor de aansluiting van het Kluizendok met een nieuw spoor op de bestaande spoorlijn naar Terneuzen.
Aan de sporenbundel Mercator bouwt de Belgische spoorbeheerder Infrabel aan zes sporen van 750 meter lang. Deze investering nabij het gelijknamige dok bedraagt ruim 12 miljoen euro, met steun van Europa (8,5 miljoen euro) en de Belgische regering (4 miljoen euro). Infrabel zal drie jaar werken aan de capaciteitsuitbreiding van de sporenbundel Mercator. Sporen van 750 meter lang zijn dé toekomst van het goederenspoorvervoer in Europa. Want op deze lange sporen kunnen langere goederentreinen aankomen, wat de transportkosten drukt en goed is voor het milieu.
De sporenbundel Mercator ligt tussen de R4-Oost, de ringweg rond het Gentse deel van de haven, en het Zeekanaal Gent-Terneuzen. Voor verschillende, grote bedrijven in de buurt (Volvo Car, Volvo Trucks, DFDS Seaways, Stukwerkers, Ghent Commodity Terminal …) is de bundel van cruciaal belang voor het goederentransport per spoor. Op deze tweede drukste sporenbundel in het Gentse deel van de haven komen goederentreinen uit alle richtingen aan, worden ze samengesteld en vertrekken ze weer. Aan boord vind je staalproducten, afgewerkte auto’s, onderdelen voor auto’s en vrachtwagens en grondstoffen zoals steenkool. Maar omdat deze belangrijke spoorbundel van het jaar 1996 met negen sporen letterlijk op zijn limieten botst, wordt die uitgebreid. Als tegen de zomer van 2025 alle werken zijn afgerond, zullen op de Mercatorbundel zes van de negen sporen een lengte van 750 meter of langer hebben.
Naast de investeringen nabij het Kluizendok en het Mercatordok zal Infrabel nog een aantal bestaande aansluitingen renoveren. Bovendien voorziet Infrabel de mogelijkheid om bijkomende spooraansluitingen in de haven te realiseren.
Grensoverschrijdende sporen
Ondertussen maakt de fusiehaven ook samen met de spoorwegbeheerders ProRail en Infrabel werk van grensoverschrijdende spoorontwikkeling in de haven tussen Gent en Terneuzen. Europa benadrukte eerder dit jaar met een subsidie van 3,4 miljoen euro het belang van een duurzame, toekomstgerichte grensoverschrijdende spoorontwikkeling. Met deze financiële bijdrage kan de projectorganisatie Rail Ghent Terneuzen, bestaande uit ProRail, Infrabel en North Sea Port, deze volgende stap zetten. Joke: “Voor de doortrekking van de lijn L204 richting Terneuzen, de noordelijke aansluiting van bundel Zandeken én de zuidoostboog in Nederland zullen België en Nederland elk 50 procent betalen.”
Eerder bleek al dat het huidige spoorvervoer in het havengebied zal verbeteren met deze drie toekomstige uitbreidingen: een nieuwe spoorlijn aan de oostkant van het Kanaal Gent-Terneuzen tussen het Nederlandse Axel en het Belgische Zelzate, een nieuwe spoorboog ten oosten van de Sluiskilbrug (Nederland) en de ontsluiting naar het noorden van de spoorbundel aan het Kluizendok richting Nederland (België).
2 / Binnenvaart
Ondertussen blijft vooral het vervoer van goederen naar het achterland (aan- en afvoer) via de binnenvaart verder toenemen. In vijf jaar tijd steeg dit van 54% tot maar liefst 60%. Dat blijkt uit het vijfde onderzoek dat de haven recent uitvoerde bij bedrijven in het hele grensoverschrijdende havengebied. Daarnaast neemt het aandeel van het wegvervoer 28% in. Het overbrengen van de lading van een schip op een ander schip of vervoersmodus - transhipment - staat voor 2% (en het spoor, zoals hierboven vermeld, op 10%, met de ambitie om te groeien naar 15%).
(lees verder onder de foto)
Varen tot in Parijs
Het vervoer over de binnenwateren zal nog toenemen met de realisatie van het Seine-Scheldeproject waardoor binnenvaartschepen met een laadvermogen van 4.500 ton tot in Parijs zullen kunnen varen via de Schelde, de Leie en de Seine. De realisatie van een nieuwe sluis en renovatie van een stuw in Sint-Baafs-Vijve door de Vlaamse Waterweg, in juni 2023, vormde het Vlaamse sluitstuk voor het internationale binnenvaartproject Seine Schelde Vlaanderen, dat steun geniet van de Europese Unie.
3 / Pijpleidingen
Er zijn in North Sea Port dus voortdurend infrastructuurwerken aan de gang, gepland of in studiefase, die de multimodaliteit verder zullen versterken. De Nieuwe Sluis in Terneuzen – in de loop van 2024 klaar voor dienst – zal extra kansen bieden voor de binnenvaart. De aanpassingen op de R4 verbeteren het transport over de weg – denk aan de ondertussen gerealiseerde turborotonde aan Euro-Silo. Daarnaast komen er ook steeds meer projecten rond het aanleggen van pijpleidingen. Ook pijpleidingen die nu voor aardgas worden gebruikt, zullen in de toekomst voor andere stoffen, zoals waterstof, gebruikt worden, aan beide kanten van de landsgrens.
Waterstof als brandstof en grondstof
(lees verder onder de foto)
De bedrijven in het havengebied van North Sea Port plannen om in toenemende mate waterstof als brandstof en grondstof te gebruiken om zo hun CO2-uitstoot stelselmatig te verlagen. Fluxys bereidt daarom in het Gentse deel de aanleg voor van een leidingencluster waarmee bedrijven die waterstof produceren kunnen leveren aan de bedrijven die waterstof willen gebruiken in hun proces. Voor dit project werkt Fluxys nauw samen met de bedrijven in de haven en met North Sea Port, dat met zijn waterstofstrategie het grensoverschrijdende havengebied wil doen uitgroeien tot een waterstofhub op Europese schaal om de verduurzaming van de industrie te ondersteunen. De waterstofleiding van Fluxys zal in Zelzate aansluiten op de waterstofleiding van Gasunie in het Nederlandse deel van de haven zodat er meteen een net is dat het hele grensoverschrijdende havengebied verbindt.