
Uit recente mobiliteitsenquêtes van Voka – Kamer van Koophandel Limburg op de bedrijventerreinen van Pelt en Lommel blijkt dat de wagen nog steeds het dominante vervoermiddel is. Toch groeit bij werknemers de bereidheid om over te stappen naar alternatieven zoals de fiets – mits er extra inspanningen komen op vlak van infrastructuur en bereikbaarheid. Voka Limburg plant om deze enquête jaarlijks te organiseren om de evolutie te blijven monitoren.
Autogebruik blijft torenhoog
Bij beide bedrijvenzones komt ruim 80% van de werknemers met de auto naar het werk. Slechts een handvol pendelaars gebruikt het openbaar vervoer – een gevolg van een gebrekkige bereikbaarheid van de industrieterreinen. Zonder bushalte op het terrein en met haltes op 30 minuten wandelen, is het openbaar vervoer simpelweg geen optie voor de werknemers.
Fiets in opmars, mits betere infrastructuur
Ondanks de dominantie van de auto blijkt uit de enquêtes een groot potentieel voor de (elektrische) fiets. Dat is ook niet heel vreemd want de gemiddelde woon-werkafstand bedraagt voor de werknemers van het Nolimpark slechts 14 km en voor de Lommelse industrieterreinen 20 km. Bij Nolimpark overweegt bijna de helft van de respondenten de overstap naar de fiets indien de infrastructuur verbetert. In Lommel gaat het om vier op de tien. In Lommel wordt ook uitdrukkelijk benadrukt dat financiële stimulansen zoals fietsvergoedingen meer dan de helft over de streep zou kunnen trekken. Concreet vragen de werknemers om snelle fietspaden, veilige oversteekplaatsen en douches of stallingen op het werk.
Openbaar vervoer: het ontbrekende puzzelstuk
Voor het openbaar vervoer zijn de cijfers ontnuchterend: bijna 90% geraakt niet op het werk via bus of trein. Toch geeft in Lommel 1 op de 5 werknemers aan bereid te zijn het openbaar vervoer te gebruiken indien de verbindingen verbeteren. Op het Nolimpark is die bereidheid slechts 15%. Een alternatieve oplossing zouden ook shuttlediensten kunnen zijn vanuit nabijgelegen stations zoals Lommel of Pelt. Bij de Lommelse werknemers zou 29% hiervan gebruik maken, op het Nolimpark 23%.
Carpooling en veiligheid: nog werk aan de winkel
Hoewel 30% van de respondenten openstaat voor carpoolen, doet bijna niemand het vandaag. Ook veiligheid is een knelpunt: bij Nolimpark voelt 64% zich soms of vaak onveilig in het verkeer, tegenover 30% op Kristalpark.
Concrete aanbevelingen
De mobiliteitsdata leiden tot enkele duidelijke aanbevelingen voor beide terreinen:
1. Zorg voor snelle en comfortabele fietspaden, veilige oversteekplaatsen en goede bewegwijzering richting de bedrijventerreinen. Maak verbindingen met bestaande fietssnelwegen waar mogelijk. Deze investeringen verlagen de drempel om de (elektrische) fiets te nemen voor woon-werkverkeer, zeker gezien de relatief korte afstanden.
2. De afwezigheid van haltes op of nabij de terreinen vormt vandaag een groot obstakel voor openbaar vervoer. Richt nieuwe bushaltes in op het terrein of voorzie een pendelbus van en naar stations zoals Lommel en Pelt.
3. Investeer in fietsenstallingen, lockers en douches op de werkplek. Deze voorzieningen verhogen het comfort en de haalbaarheid voor fietsende werknemers en vallen (onder bepaalde voorwaarden) onder de nieuwe verhoogde investeringsaftrek.
4. Voorzie financiële stimulansen zoals fietsvergoedingen of mobiliteitsbudgetten om duurzame keuzes aantrekkelijker te maken. Via cafetariaplannen of flexibele verloningssystemen kunnen werknemers bovendien fiscaal voordelig een (elektrische) fiets leasen of aankopen. Let wel: hierbij is respect voor de loonnorm essentieel (momenteel 0%, dus geen kostenverhoging).
5. Hoewel de bereidheid om te carpoolen aanwezig is, wordt dit in de praktijk nauwelijks gedaan. Communiceer actief over carpoolmogelijkheden en faciliteer interne matchingtools of -platformen.