In deze rubriek gaat Hilde Schuddinck, co-ceo Voka Oost-Vlaanderen, op zoek naar mensen die haar inspireren, enthousiasmeren en motiveren. Deze keer ging ze op pad met Lorenz Bogaert, serieel techondernemer. Met Netlog, Twoo, Delta, Rydoo en Realo heeft hij al een aantal exits achter de rug, met zijn Gentse start-upfabriek StarApps lanceert hij nieuwe bedrijfjes aan de lopende band. Deze 48-jarige Aalstenaar typeert zichzelf als chaotisch, enigszins immatuur en veeleisend. “Ik zou niet graag voor mezelf werken.”

Co-ceo Voka Oost-VlaanderenHilde Schuddinck in gesprek met techondernemer Lorenz Bogaert in zijn geboortestad Aalst, stad van Louis-Paul Boon.
Tekst Hilde Schuddinck – foto Jeroen Willems
Dag Lorenz, tijdens de zoektocht naar de juiste aandeelhouders voor het Wintercircus werkten we intens samen. Toen leerde ik je kennen en waarderen als een topondernemer met veel humor en een warme persoonlijkheid.
Lorenz Bogaert: “Merci, dat doet me plezier. Ik moet al blozen.”
Je traject als ondernemer is noemenswaardig. Zat het er altijd al in? Wat wou je als kind worden?
“Journalist of krantenuitgever. Het klinkt misschien vreemd, maar omdat ik toen al voelde dat daar een grote digitalisatiegolf in de maak was. Ik was toen al geobsedeerd door technologie, om zaken efficiënter te maken. In de lagere school had ik – samen met mijn broer Boris – mijn eigen krantje Boys & Girls, dat ik maakte met bijvoorbeeld een kruiswoordraadsel, nieuws uit de buurt of over mezelf en mijn broer(s). We hadden zelfs ons eigen logo. Ik deed dat op de typmachine van mijn vader, maar dacht ook na hoe ik dat krantje breder kon verspreiden. Eerst ging ik naar een copycenter waar ze dat jong kereltje graag zagen komen – ‘Hij is daar weer met zijn boekske’. Op mijn 11de veranderde mijn leven toen ik als communiecadeau mijn eerste pc kreeg, een Schneider. Zo kon ik mijn krantje wat professioneler aanpakken. Daarna had ik ook een printer nodig, de techaankopen stopten niet meer.”
Dure hobby als kind, denk ik dan?
“Absoluut, internet bestond nog niet, maar we hadden wel een BBS (bulletin board system)-lijn waarop mensen konden inbellen. We hadden snel door dat daar geld mee te verdienen viel, en we begonnen verschillende telefoonlijnen te trekken. Ik geef toe, dat was niet altijd even legaal, een vorm van hacken. We waren minderjarig, dus we vonden dat we ons dat konden permitteren. Ik vermoed dat alles stilaan toch verjaard is (lacht).”
Nooit reactie op gekregen van je ouders?
“Eigenlijk was dat geen normale bezigheid voor kinderen. Onze ouders begrepen niet goed waarom we altijd met draden van de fax naar de telefoon bezig waren, maar ze lieten ons wel doen. Onze opvoeding was zeer liefdevol en vrij.”
Hoe kwamen jullie op die ideeën? We zijn ongeveer even oud, ik weet zeker dat die op school niet aan bod kwamen…
“Zeker niet via school, maar wel via een internationaal netwerk dat we uitbouwden. Zo kwamen er soms mensen over uit de VS en Duitsland die we hadden ontmoet in bepaalde chatgroepen. Toen ik 15 was trok ik al met mijn broer – die 2 jaar ouder is – naar een event in Helsinki waar die scene samenkwam. Daar leerden we alles in the early days.”
Op je 18de dan toch geen IT gaan studeren?
“Ik heb lang getwijfeld tussen rechten, communicatie of informatica. Uiteindelijk werd het rechten. Mijn papa was advocaat en veel familie hield zich bezig met juridische zaken.”
En ondertussen bleef je ondernemen?
“Absoluut, we waren student-ondernemers avant la lettre. Samen met mijn broer klopte ik in het middelbaar aan bij een boekhouder die er ons fijntjes op wees dat we een meerderjarige nodig hadden om een zaak te kunnen oprichten. Die hebben we ook gezocht en gevonden. Voor mijn 18de verjaardag deed ik mezelf een vennootschap cadeau.”
Hoe succesvol waren jullie in die beginperiode?
“We lanceerden ontzettend veel producten, slechts 1 op de 10 had succes. We hebben ook ooit 8 à 9 datingsites gehad, maar enkel Twoo is doorgebroken. Dat werd overgenomen door Match Group en is nu Tinder dat nog steeds voor een deel opereert vanuit Gent. We deden alles voor de fun. Ik ben nooit bezig geweest met een groot plan. Ik nam de zaken nooit echt heel ernstig, lag ook niet wakker van wealth management. Ik ben ondertussen 48 en heb nog altijd geen zin om daarmee bezig te zijn. Als ik terugblik, heb ik vooral eerder anderen rijker gemaakt en zou ik gerust wat meer money focused mogen zijn.”
Je bent nog jong genoeg om daarin te veranderen?
“Dat wil ik niet. Ik heb veel respect voor anderen die dit meer in zich hebben. Maar zelf voel ik me beter om het toch op mijn manier te doen.”
Wat betekent ‘op mijn manier’?
“Enigszins immatuur en chaotisch. We hebben nauw samengewerkt in het Wintercircusproject. Je weet dat ik dat heel graag deed, maar eenmaal we de ernstige, formele kant opgingen, heb ik geen plezier meer en laat ik het aan anderen over.”
Ik heb in de beginjaren zwarte sneeuw gezien. Mijn auto werd in beslag genomen en de elektriciteit afgesloten omdat we de facturen niet konden betalen”
Lorenz Bogaert
Het eeuwig jongensachtige misschien? Altijd in hoodie …
“Al mijn projecten hadden groter kunnen worden als ik een professionelere aanpak had gehanteerd. Nu draag ik hoodies, maar vroeger was het net omgekeerd omdat ik ernstig wou overkomen. Zo wou ik aangesproken worden met ‘meneer Bogaert’ als er bezoekers kwamen en droeg ik een kostuum omdat ik dacht dat het zo hoorde. Wellicht is het een fase waar iedereen door moet, maar achteraf heb ik toch wat spijt dat ik niet authentieker ben geweest.”
Ik vroeg je om af te spreken op een plaats die je nauw aan het hart ligt. Je koos voor centrum Aalst, we schuilen nu in de mooie bibliotheek Utopia.
“Ik ben zoals jij geboren en getogen in Aalst, maar mijn leven is momenteel bijna volledig op Gent gericht. Maar Aalst zal me altijd nauw aan het hart blijven liggen. Onze eerste bloeiperiode was ook hier, in de Albert Liénaertstraat, aan het station. Dat waren heerlijke tijden. Dat voelde nooit als werken, pure rock ’n roll.”
Je verwijst naar de bloei van Netlog, voor Facebook plots overheersend werd?
“Klopt, we hadden al een tiental sociale netwerken gebouwd vooraleer Netlog echt lof kreeg. We hadden vele chatplatformen en altijd kwam één vraag terug: “Wat is je ASL (Age Sex Location, red.)”. Na het antwoord, bijvoorbeeld ‘jongen 16 Aalst’ volgde een lange conversatie. Een logische volgende vraag was om een foto te krijgen, je wou immers weten met wie je precies aan het chatten/daten was. We bouwden een platform waarop gebruikers een eigen webpagina konden bouwen waar al die informatie op stond. Hier begonnen we te pionieren, gebruikers begonnen ook anderen aan elkaar voor te stellen. Dat ging pijlsnel, maar onze grote vraag ging over het businessmodel. Onze doelgroep was hoofdzakelijk jongeren en kinderen waar niks aan te verdienen viel. We hadden zelf te veel kosten, en waren dus verlieslatend. De winstgevendheid kwam toen we onze groei begonnen in te tomen door één euro te vragen voor elke foto die ze gingen uploaden. Het aantal foto’s ging keihard naar beneden, maar het viel tenminste te managen. We voelden ook de concurrentie komen, wat extra drive gaf om ervoor te gaan.”
(lees verder onder de foto)

Geen instant succes dus.
“Ondernemen is ook afzien. Ik heb 3 jaar extra gestudeerd (o.a. 2 jaar Erasmus in Zwitserland, red.) omdat het statuut van student-ondernemer financieel interessant was. En ik deed vele jaren consultancywerk om servers te kunnen betalen. We waren immers 100% bootstrapped (zonder een lening of extern kapitaal, red.). Ik heb toen echt zwarte sneeuw gezien. Mijn auto werd in beslag genomen en de elektriciteit afgesloten omdat we de facturen niet konden betalen.”
Heb je dan nooit overwogen om voor een vaste job te gaan?
“Nee, ik deed parttime consultancy op vlak van digitalisering voor Engie, Telenet, … Ik kreeg zeker aanbiedingen. Ik was een beetje een goeroe voor hen, gedreven door passie. Maar het zit niet in mij om voor een baas te werken. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik aan het werk was en dat wou ik zo houden. Toen we overgenomen werden heb ik één keer een baas gehad en zag ik hoe ‘de grote mensen’ het aanpakken. Ik heb toen veel geleerd, zoals de opmaak van jaarbudgetten, waar ik voordien nooit mee bezig was. Maar het was absoluut niet mijn meest happy periode. Ik begon me met andere dingen bezig te houden waardoor ik een disconnected leader was en enkel nog mastermeetings hield. Ik propte alles wat moest besproken worden in één uur. Dat is niet correct.”
Wat voor baas was je zelf?
“Ik zou niet graag voor mezelf werken (lacht). Dominant, verandert vaak van mening. De ene dag zeg ik A, de andere B en ik vergeet dan dat ik gisteren A zei. Moet verschrikkelijk zijn om voor te werken. Ik ben ook zeer veeleisend, al vind ik dat een troef. Grootse dingen ontstaan alleen door heel hard te werken. Managen, coachen, dat is niet mijn ding. Ondertussen ben ik eerder selectief dan veeleisend. Choose your battles, choose your team, choose your ventures. Dat komt met de jaren.”
Nog even terug naar Aalst. Waarom zijn jullie hier destijds niet gewoon gebleven?
“We hadden plannen om een kantoor te zetten aan de Kareelstraat, waar nu het Ibishotel is. Maar onze investeerders waren bang dat jonge mensen niet graag naar daar zouden komen. Je zit aan een autosnelweg, er was ook niks in die buurt om te eten of drinken. We zijn dus toch naar Gent getrokken waar meer animo was en ook omwille van de universiteit en de verschillende hogescholen. Een locatie in Aalst was nochtans iconisch geweest.”
Wat maakt Aalst dan zo iconisch voor jou?
“De humor, de manier van (over)relativeren, grapjes maken, mekaar plagen. Als je weet dat iemand van deze regio is, kan je nog een stapje verder gaan omdat je weet dat ‘die wel iets kunnen hebben’.”
Haha, absoluut. Heel herkenbaar. Je bent hier ook met een aantal projecten bezig nu ...
“Klopt, laat ons wel stoppen met lachen om Aalst. Aalstenaars zijn levensgenieters maar ook harde werkers. Samen met een aantal sterke ondernemers van hier (Matthias Geeroms van Lighthouse en Inti De Ceukelaire van Intigriti, red.) hebben we ‘Aalst Tech’ opgericht. We willen mensen samenbrengen en geld, adviseurs en een netwerk toegankelijk maken. Momenteel lijkt het alsof iedereen in Gent zit, terwijl er in Aalst ook een mooie ondernemerskern is.”
Ik hoorde ook plannen waaien rond Eendracht Aalst?
“Dat is een uitvloeisel van Aalst Tech. Toen Matthias Geeroms en ik hoorden dat het slecht ging met de club, dachten we al snel: ‘We moeten dit oplossen’. Voetbal brengt zoveel mensen samen; ook in het buitenland kent men Gent vaak alleen maar van het voetbal. Het is een manier om te zeggen ‘we matter,’ en ook het sociaal weefsel daarrond is belangrijk. Gelukkig is er ondertussen een oplossing via Jong Lede. Voetbal is ook cruciaal voor de jeugd. En voor de supporters: het geeft me altijd een boost van geluk als Gent of Aalst gewonnen hebben.”
Jullie worden wel eens de ‘Netlogmaffia’ genoemd. Geeft dat een boost?
“Ik zie het als een soort geuzennaam. De Tijd heeft ons ooit zo genoemd. Ik ben dankbaar dat we hierdoor vele verschillende mensen hebben kunnen inspireren. Het ecosysteem is zo sterk momenteel. Succes brengt immers succes, een mooie sneeuwbal die ondertussen is verveld tot de Wintercircusmaffia … Daar komt echt alles samen. Je weet zelf als geen ander dat het in het begin niet eenvoudig was om mensen te enthousiasmeren, maar ons doorzettingsvermogen heeft ook hier geloond.”