“Maatwerkbedrijven zijn de olie in de motor van de reguliere sector”
De maatwerkbedrijven, vroeger beschutte werkplaatsen, hebben zichzelf met hun expertise à la carte ‘incontournabel’ gemaakt als toeleveranciers van de reguliere sector. West-Vlaanderen telt er 24, waaronder InterWest in de regio Veurne-Diksmuide. Johan Swinnen (51) leidt er sinds een jaar de dans, nadat hij bij de Amerikaanse multinational PepsiCo liefst 25 jaar de dienst uitmaakte op hoog niveau. De verandering van lucht doet een heel nieuwe wereld opengaan. “Een fascinerende wereld”, dixit Swinnen.
U bent een nieuwkomer in de sector, maar dan wel eentje met pakken ervaring in managementposities. Mogen we even meekijken naar uw cv?
“Ik ben afkomstig uit de Kempen, maar woon al van kindsbeen af in de regio Veurne, nadat mijn vader er benoemd werd als chirurg. Zelf ben ik bio-ingenieur, met daarna een opleiding bedrijfseconomie aan de KU Leuven. Mijn eerste beroepsstappen zette ik in Veurne bij Westimex, de zogenaamde Croky-fabriek van de groep United Biscuits. In 1998 nam het Amerikaanse PepsiCo die zaak over met hun merk Lays. De aanvankelijke twijfel sloeg bij de medewerkers snel over in nieuw geloof, want PepsiCo investeerde aan de lopende band. Zelf evolueerde ik van de ene functie na de andere, altijd op kader- en managementniveau. Na 5 jaar productiemanager te zijn geweest, was ik 15 jaar lang agro-aankoopmanager in de Benelux en West-Europa. Eind 2021 kreeg ik een voorstel om in de raad van bestuur te zetelen van InterWest. In 2022 werd via headhunting de zoektocht gestart naar een nieuwe algemeen directeur, die Dirk Adam zou kunnen opvolgen na zijn pensioen. Ik werd gepolst. Ik voelde dat ik op een tweesprong stond in mijn carrière. Ofwel bleef ik langer bij PepsiCo, met de eventuele mogelijkheid om uitgestuurd te worden naar het buitenland. Dat was niet meteen wat ik of mijn gezin (met 4 dochters) wilden. Ofwel zou ik de sprong wagen naar iets totaal anders. Het leek op een trein die voorbij kwam en stopte terwijl ik op het perron stond te wachten. En ik mocht erop springen.”
Iedereen heeft zijn eigen manier van zaken aanpakken. Hoe zou u uw eigen stijl van managen omschrijven?
“Het is altijd moeilijk om jezelf te beoordelen, en ik wil al zeker niet ‘stoefen’. Maar ik denk dat ik vooral een luisteraar ben, en niet meteen een tafelspringer. Denken vind ik belangrijker dan veel praten. Maar als het moet, verhef ik mijn stem, zelfs al zouden Joe Biden of Alexander De Croo voor mij staan. Ik heb bij PepsiCo het belang geleerd van uitkomen voor mijn mening. Dat werd gestimuleerd in de bedrijfscultuur. Eén van de grote bazen zei me eens: ‘We kennen elkaar niet echt goed, maar ik bewonder uw grote authenticiteit’.”
Van de reguliere sector naar de sector van de maatwerkbedrijven: het is een hele stap en een andere wereld. U bent nu een jaar aan de slag. Hoe verliep die switch?
“Toegegeven, eenvoudig was dat toch niet. Ik heb wel het geluk gehad om nog één jaar te mogen opereren aan de zijde van mijn voorganger Dirk. Vergelijk dat maar met een 4 maal 100 meter, waarbij de stok wordt doorgegeven. De ene moet loslaten, de andere moet de stok grijpen. Zo heb ik het persoonlijk aangevoeld. Wat me hier is opgevallen, is dat de materie veel complexer is dan wat de buitenwereld wil geloven. Denk maar aan de subsidieregeling. Of aan het feit dat dit een sector is waar héél veel mensen aan de slag zijn, met zoveel verschillende achtergronden en thuissituaties. Dat alles zorgt er voor dat mijn verantwoordelijkheid ook danig groot is. Maar net dat maakt het ook zo uitdagend.”
Wat zijn uw grote persoonlijke uitdagingen?
“Het verheugt mij dat ik opnieuw kan samenwerken met het lokale netwerk in de regio Veurne. Na bijna 2 jaar thuiswerk door corona en veel videocalls voelt dat toch aan als een verademing. Een andere uitdaging ligt in het feit dat ik hier toch heel veel kan bijleren. Het zal misschien veel mensen verbazen, maar maatwerkbedrijven staan synoniem voor kenniseconomie. Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik hier al elke dag heb bijgeleerd.”
Van waar komt InterWest in het verleden en waar moet het naar toe?
“InterWest staat al sinds jaar en dag bekend als een bedrijf dat gespecialiseerd is in houtbewerking, verpakking en allerlei diensten zoals groenvoorziening, poetshulpen of schilderwerken. Die laatste activiteit is booming in het b2b-gebeuren. Dat gezegd zijnde, moet InterWest om te beginnen absoluut werk maken van zijn naambekendheid. Wie ons kent, schat ons hoog in, maar te weinig bedrijven kennen ons. Vraag in Veurne op straat aan 100 mensen wat InterWest is en ruim de helft weet het niet. Dat moet veranderen. Verder zie ik het als een opdracht om de tewerkstelling (nu 518 mensen) op zijn minst te handhaven en liever nog uit te breiden. We zijn ambitieus en willen volgend jaar een nieuwe vleugel bijzetten. Finaal zie ik nog een derde opportuniteit voor InterWest: de enclavewerking (mensen met een beperking tot de arbeidsmarkt opwaarderen zodat ze in een begeleid team eenvoudige taken kunnen waarnemen binnen een regulier bedrijf) nog verder uitbreiden. Het is een prioritair werkpunt, omdat het de kern raakt van onze missie: onze doelgroep én onze klanten dienen, ter plaatse.”
Wil u dat alles realiseren mits een stand alone of toch eerder in samenwerking met de collega’s binnen het netwerk van 4Werk (de overkoepelende West- Vlaamse sectorfederatie)? Zou u bijvoorbeeld een tripartite zien zitten met de collega-bedrijven van Poperinge en Menen, die nu al nauw met elkaar samenwerken?
“Binnen 4Werk doen we permanent aan overleg. Geen praatbarak, maar een dialoog met grote toegevoegde waarde. Samen nemen we bijvoorbeeld contact met de bevoegde overheden. Elk maatwerkbedrijf heeft zijn eigen expertise en sectorspecialisaties. Die proberen we via 4Werk verder te versterken, te gebruiken en te delen met elkaar. Het belang van 4Werk kan nooit genoeg onderlijnd worden. Maar een tripartite is nog niet aan de orde.”
Ik voel elke dag veel dankbaarheid en bergen authenticiteit.
Johan Swinnen
Hoe afhankelijk is deze sector van de overheidssubsidies?
“Gemiddeld krijgen sommige bedrijven uit onze sector om en bij de 40% van hun budget via de overheid uitbetaald, om de afstand of beperking tot de ‘reguliere lat’ te compenseren. Dat gebeurt volgens strenge regels en controles die via de VDAB lopen. Mocht die enveloppe dalen, dan zouden we onze prijzen moeten verhogen, dat klopt. Maar de overheidssubsidie blijft voorlopig door de band vrij stabiel. Afgezien van die overheidsinsteek, is het absoluut zo dat onze eigen loonkosten de voorbije 2 jaren danig zijn gestegen. Sinds 2021 vonden er liefst 6 loonindexeringen plaats. En dan heb ik het nog niet eens over de stijgende energieprijzen in diezelfde periode. We hebben dat bij onze prijsverhogingen altijd open gecommuniceerd aan onze klanten.”
Kan u nog efficiëntiewinsten boeken?
“Dat proberen we inderdaad, onder meer via meer automatisatie. Het gaat wel om automatisatie die het de mensen gemakkelijker maakt in hun job. Zo blijven we trouw aan onze missie, met name zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep aan het werk houden. Het wordt ook vaak onderschat hoeveel R&D we in huis hebben. Door te investeren in technologie, proberen we met andere woorden meer omzet te halen met hetzelfde aantal mensen. In de reguliere sector wordt ook gestreefd naar meer omzet, maar daar gebeurt dat soms ten koste van jobs.”
De maatwerkbedrijven zijn vaste toeleveranciers van de reguliere sector. Klopt de bewering dat reguliere bedrijven niet zonder de maatwerkbedrijven zouden kunnen?
“Volgens mij zijn de maatwerkbedrijven de olie in de motor van de reguliere bedrijven. En u weet: zonder olie gaat geen enkele motor vooruit. Men is onze sector nog altijd aan het ontdekken en meer en meer aan het waarderen. We zorgen zelfs voor een volwaardig alternatief voor interimarbeid. Het wordt weinig gezegd, maar de maatwerkbedrijven zijn stuk voor stuk lerende organisaties, die zelfs semicomplexe opdrachten met een repetitief karakter moeiteloos aankunnen. Klantgericht zijn is key.”
Hoe anders moet u in deze sector omgaan met medewerkers? Hoe ver kan je hen pushen in de wetenschap dat er ook een resultaatsverbintenis en een verwachtingspatroon leeft bij de klanten?
“Ik denk dat het inhouse begint met een goede sensibilisering van de begeleiders. Transparante communicatie is absoluut essentieel: zij moeten goed weten wat we doen en waarom we het doen. Als de begeleiders mee zijn in het verhaal, kunnen ze zonder nodeloze druk uit te oefenen hun achterban bewegen tot meer. Ik heb nu al gemerkt dat een incentive in de vorm van een beloning wonderen kan doen. Ik geef een eenvoudig voorbeeld: af en toe een stukje taart serveren bij het behalen van een vooropgesteld resultaat doet wonderen. Soms moet ik ook denken aan wat Bill Gates ooit zei: ‘Elke organisatie moet de vraag stellen wie de grootste luieriken zijn aan boord.’ Want het zijn soms net die mensen die je moet bevragen, omdat ze vaak creatief zijn en met simpele oplossingen grote sprongen kunnen helpen maken. Maar te veel stress opleggen is nooit goed. Je moet de zaken bij voorkeur à la carte bekijken. Wat goed is voor de ene is daarom niet goed voor de andere en vice versa.”
Ooit hoorden we een expert uit de sector zeggen dat dat het finale doel zou moeten zijn: zoveel mogelijk mensen met een beperking binnen de reguliere economie aan het werk krijgen. Akkoord?
"Ik ben het eens met dat ideaal, maar ik ben ook een realist. De doelgroep die bij ons aan het werk is, heeft vooral nood aan kwalitatieve begeleiding. De vraag is of de reguliere sector in staat is om die te geven en die rol zelf op te nemen. Dat zou dan echt goed georganiseerd moeten worden. Een eerste stap wordt nu gezet met individueel maatwerk, waarbij de reguliere sector individuele maatwerkers zelf kan inzetten. Het bedrijf voorziet dan zelf begeleiding of kan een beroep doen op begeleidingservaring van begeleiders uit maatwerkbedrijven. Een eerste proof of principle dus. Maar als ik zie hoeveel jongeren in de jeugdzorg zitten en hoe groot de noden daar zijn, dan komt er straks nog iets op ons af.”
Tot slot: iedereen is op zoek naar zijn persoonlijk geluk, ook via de werksituatie om. Durft u te zeggen dat dit, wat geluksfactor betreft, ook een droomjob is?
“Absoluut. Het is fantastisch vast te stellen dat mensen zich kunnen ontplooien en met een goed gevoel naar huis toe gaan. Ik merk elke dag ook veel dankbaarheid en bergen authenticiteit. Dat maakt het allemaal zo mooi. Ik kijk met voldoening terug op mijn periode bij PepsiCo, maar de sfeer was toch nog anders. Ik heb nu zelf ook al meermaals een stofjas of overall aangetrokken om het werk te doen dat onze mensen dagelijks voor elkaar krijgen. Je kan niet geloven welke reacties je daar op krijgt. ‘De baas? Het is een goeie’, zeggen ze dan. Heerlijk toch, dat gevoel. Je krijgt zoveel enthousiasme terug. Ik ga elke avond gelukkig naar huis, dat is een feit.”
InterWest doet – met als insteek duurzame tewerkstelling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt – mee aan de campagne ‘Goede zaken doen’. Want ondernemen is meer dan omzet draaien. Ondernemingen gaan de uitdagingen van vandaag en morgen aan, met nieuwe oplossingen en met nieuwe kansen. Zo doen ze goede zaken, voor iedereen. Schrijf je ook in op www.voka.be/goedezaken!