In zijn speech op de Voka Rentrée deed voorzitter Rudy Provoost een duidelijke oproep aan de politiek. Herlees hier de integrale toespraak.
Goede Zaken Doen.
Met deze campagne trappen we dit najaar af. Goede zaken doen is meer dan een slogan, het is de bestaansreden van ondernemend Vlaanderen, in elke betekenis van het woord. Ondernemerschap gaat om meer dan omzet. Echt ondernemerschap draait bovenal om inzet, de inzet om een positieve maatschappelijke bijdrage te leveren, de inzet om een verschil te maken. Samen ondernemen, samen groeien, met de hoogst mogelijke economische én maatschappelijke impact, dat is ons leidmotief.
Goede Zaken Doen is ook een uitnodiging aan politieke vertegenwoordigers, sociale partners, en alle betrokken en belanghebbende partijen, om de handen in mekaar te slaan en er samen werk van te maken.
Begin dit jaar, in de Bozar, bij de Voka nieuwjaarsreceptie, riep ik iedereen – en in het bijzonder de politici – op tot meer slagkracht. Slagkracht om de daad bij het woord te voegen en structureel te hervormen. Ondertussen zijn we acht maanden verder en bewijzen de naakte feiten dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt. Er is te veel afbraakpolitiek en te weinig doorbraakpolitiek.
Verbeteringen op enkele beleidsdomeinen zijn hoogstens incrementeel, veranderingen nooit echt fundamenteel. Nochtans is en blijft de nood hoog. Onze welvaartsstaat loopt ernstig gevaar. Ons socio-economisch model wordt aangedreven door een drietrapsraket, en elk van die krachtbronnen vertoont tekenen van vermogensverlies.
1. Eerst en vooral is onze economie een export-gedreven economie. Door de grote loonhandicap met onze omringende landen staat onze competitiviteit onder druk. Ook de energiehandicap maakt ons kwetsbaar. Het level playing field in Europa is verstoord. Grote landen zoals Duitsland en Frankrijk leveren massaal steun aan hun energie-intensieve en industriële sectoren waardoor een ongelijk speelveld ontstaat.
2. Onze economie is een innovatie-gedreven economie. Zelfs al scoren we vandaag hoog met 3,6% van het bbp aan private en publieke O&O-investeringen, kunnen verkeerde begrotingsbeslissingen en fiscale ingrepen heel snel tot desastreuze resultaten leiden. Bovendien bestaat ook hier een reëel gevaar voor een ongelijk speelveld in Europa door de manier waarop Europese fondsen worden ingezet en grote landen het laken naar zich toe trekken.
3. Last but not least, is onze economie een talent-gedreven economie, die staat of valt met de kwaliteit van ons onderwijs en de efficiëntie van onze arbeidsmarkt. Het onvermogen om met pertinente oplossingen te komen voor de arbeidsmarktkrapte en het kwaliteitsverval in het onderwijs is zeer zorgwekkend.
De afbreukrisico’s voor elk van deze drie economische pijlers zijn het hoogst voor onze Vlaamse industrie, waar ook de teruglopende vraag leidt tot een vermindering of uitstel van investeringen en waar beslissingen om productie naar het buitenland te verplaatsen toenemen. Onze industrie vormt het hart en de longen van de economie. Zuurstoftekort bij de industrie leidt tot bloedarmoede in alle geledingen.
De industrie vertegenwoordigt meer dan de helft van onze export en vuurt in dezelfde mate investeringen in onderzoek en ontwikkeling aan. Bovendien is de industrie dé gangmaker in de transitie naar klimaatneutraliteit. Vele honderden, duizenden Vlaamse KMO’s maken deel uit van het industrieel weefsel. Rechtstreeks en onrechtstreeks levert de industrie honderdduizenden jobs op. Industriële clusters en waardeketens vormen de kern van ecosystemen waar ook universiteiten en kenniscentra deel van
uitmaken.
Er is dringend behoefte aan een integraal industrie-, energie-, en innovatiebeleid, met drie strategische prioriteiten:
1. We moeten onze innovatie beter valoriseren en de industriële toepassingen sneller en in de breedte opschalen.
2. We moeten ons industrieel apparaat verankeren en volwaardige ecosystemen uitbouwen, en dit vooral in sectoren waar we nu al een unieke positie bekleden , zoals de chemie, de biotech- en farmasector, de agrovoedingssector, en de machinebouw en mechatronica.
3. We moeten de industriële transitie naar klimaatneutraliteit versnellen door in te zetten op groene speerpunten doorbraaktechnologieën zoals hernieuwbare energie-offshore wind, elektrificatie, koolstofafvang en -opslag en
waterstoftoepassingen. Om dit voor mekaar te krijgen, is er nood aan een holistische visie en geïntegreerde aanpak. Voka vraagt met aandrang een robuust masterplan, op elk beleidsniveau, Vlaams, federaal en Europees. Daarvoor zijn middelen nodig en moeten minimaal drie kritische randvoorwaarden worden vervuld.
1. Een adequaat vergunningenkader is een conditio-sine-qua-non. Rechtszekerheid is daarbij primordiaal. Een programmatorische aanpak van het stikstofprobleem is een must. Het voorstel van stikstofdecreet moet zo snel mogelijk worden goedgekeurd. De vergunningenproblematiek treft trouwens niet enkel Project One van Ineos. Ook andere grote werven zoals de luchthaven van Zaventem, de uitbreiding van de containercapaciteit in de haven van Antwerpen, nieuwe duurzame energie- en productie-installaties bij industriële bedrijven, en tal van investeringsprojecten van KMO’s staan straks in de wachtrij.
2. Een industrieel masterplan behoeft een efficiënt fiscaal en financieringskader op alle beleidsniveaus. De strijd voor het behoud van onze industrie is in veel opzichten een Europees gevecht. Om weerwerk te bieden aan de IRA van Joe Biden en de Chinese ambities moet de Europese financieringsarchitectuur dringend versterkt worden en is aanzienlijke overheidssteun onvermijdelijk. Cruciaal daarbij is de toegang voor de Vlaamse industrie tot die Europese middelen. Europa moet dringend de bakens uit zetten voor een gelijk speelveld om discriminatie van kleinere landen te vermijden.
Bovenal moeten de Vlaamse, en federale overheden alles in het werk stellen voor een ondernemingsvriendelijk fiscaal regime en effectief gebruik maken van de recent versoepelde Europese staatssteunregels zonder excessieve regulitis en goldplating. Grote Europese landen, zoals Frankrijk en Duitsland, gaan all the way, op alle fronten. Daar waar het bij hen een kwestie is van miljarden euro, gaat het bij ons over honderden miljoenen euro op jaarbasis om onze industriële belangen te vrijwaren.
3. Een sterk industrieel beleid vergt tenslotte een duurzame energiestrategie en -infrastructuur die future proof zijn. Voor onze energievoorziening blijven bevoorradingszekerheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid een permanente uitdaging. De deal tussen Engie en de federale regering volstaat niet om de toekomst te verzekeren. We blijven dan ook pleitbezorger voor een energiemix, die het hele spectrum beslaat van hernieuwbare energie, nucleaire energie en de mogelijkheden die waterstof biedt.
Qua energie-infrastructuur bevindt Vlaanderen zich in een unieke positie. Door de strategische ligging van onze havens hebben we uitstekende kaarten op vlak van import en distributie van koolstofarme waterstof. Dankzij de aanwezigheid van industriële topbedrijven spelen we een sleutelrol in de waardeketen voor koolstofafvang- en opslag. Bovendien zorgt de expansie van offshore windinstallaties in de Noordzee voor opportuniteiten en behoren onze gespecialiseerde bedrijven tot de wereldtop in offshore infrastructuurwerken. Niettemin staat de competitiviteit van onze energie-intensieve industrie onder druk vanwege de energiehandicap. Daarom is het cruciaal dat de energienorm zonder verwijl wordt uitgevoerd en er daadkrachtig wordt ingegrepen via kortingen op de transmissienettarieven of compensaties voor energieprijsschokken. Andere landen – u weet ondertussen over wie ik het heb – trekken alle registers open. Weerom staat het level playing field op het spel en dreigen we terrein te verliezen.
Voka vraagt met aandrang dat deze, en volgende regeringen een integraal industrie- energie en -innovatiebeleid voeren, dat zich ook in de toekomst in de ministeriële bevoegdheden moet vertalen. De beste garantie om resultaat te boeken is wellicht om in de volgende Vlaamse regering één specifieke minister de volle verantwoordelijkheid te geven voor een geïntegreerd beleid. In diezelfde optiek is ook de aanstelling van één commissaris voor industrie, energie en innovatie in de volgende Europese commissie aanbevelenswaardig.
Acht maanden geleden heb ik op de Voka Nieuwjaarsreceptie een lans gebroken voor meer slagkracht. Negen maanden scheiden ons nog van de verkiezingen van 2024. Beste politici, it’s not over yet! Er is nog tijd voor Goede Zaken Doen, laat die kans niet liggen, get the job done, make it happen! Zelfs al zijn de tegenstellingen in standpunten en overtuigingen groot – zoals we vandaag hebben gehoord – there is no right way to do a wrong thing! Laat Vlaanderen en België niet tot een ‘standstill’ komen! Startend met de begrotingsopmaak die er aan komt. Op federaal niveau moet op zijn minst 1,2 miljard euro gevonden worden. Zorg ervoor dat de ondernemingen niet het kind van die rekening worden!
Zorg, op Vlaams niveau, voor een begroting, die het nodige voorziet om de arbeidsmarkt- en onderwijsproblematiek ten gronde aan te pakken. Blijf vechten voor een rechtszeker vergunningenkader. Zorg voor meer financieringsruimte voor duurzame en digitale economische ontwikkeling. Omarm de start-up en scale-up community en koester de tech-scene. Zet in op het verankeren van de Vlaamse industrie en het versnellen van de industriële transitie, en geef met Flanders Technology & Innovation vooral een extra impuls aan het valoriseren van innovatie. Ook het Belgische voorzitterschap van de Europese Raad in 2024 biedt een unieke kans tot Goede Zaken Doen. Laat ons het voortouw nemen en aanzetten tot een Europese politiek, die het level playing field intact houdt en het potentieel van de interne markt ten volle benut, maar ook beschermt en maatregelen treft tegen oneerlijke buitenlandse concurrentie.
Goede Zaken Doen vergt een permanente dialoog en start met luisteren. In de resterende maanden van dit jaar gaan we met jullie, Voka – Kamers van Koophandel en leden, politieke partijen, sectorfederaties, sociale partners, middenveldorganisaties en overheidsinstanties ons Verkiezingsmemorandum bespreken met de bedoeling om begin volgend jaar de eindversie te delen ter gelegenheid van de Voka Nieuwjaarsreceptie. Afspraak dus op 8 januari!
En ondertussen, beste politici, beste ondernemers, en iedereen hier aanwezig, laat niets aan het toeval over, ga er voor, blijf Goede Zaken Doen!
Hartelijk dank voor uw aanwezigheid vandaag, het allerbeste voor de toekomst, en tot zo dadelijk op de netwerkreceptie.
Rudy Provoost, voorzitter Voka vzw
Bozar Brussel, 4 september 2023