Vaak zijn de geplande initiatieven vaag en moet er nog veel worden onderzocht. We zien nog verschillende werkpunten.
De Vlaamse regering wenst terecht de productiviteit en concurrentiekracht van onze economie te versterken. In dat kader wordt er onder meer extra geïnvesteerd in O&O en de economische valorisatie van innovatie. Men poogt ook meer in te spelen op de Europese besluitvorming en er komt meer aandacht voor onze industrie. In parallel, zet men in op administratieve vereenvoudiging en er komt er een kerntakendebat.
De ambitie lijkt hoog te zijn, maar dit volgt niet altijd uit de maatregelen en de bijhorende budgetten. Vaak zijn de geplande initiatieven vaag en moet er nog veel worden onderzocht. We zien nog verschillende werkpunten.
Economie en Innovatie
Positieve punten
- De 4 overkoepelende strategische doelstellingen stemmen ons positief, namelijk: productiviteitsgroei, duurzame groei, digitale transitie en strategische autonomie.
- Het is ook goed dat de Vlaamse regering de ambitie uitspreekt om samen met het bedrijfsleven te streven naar een verhoging van de gezamenlijke investeringen in onderzoek & ontwikkeling (O&O) naar 5% van het bbp. De overheid zelf zal daarbij 220 miljoen euro extra investeren tegen het einde van komende legislatuur. Helaas is dit wel onvoldoende om de 1% norm O&O-overheidsuitgaven te behalen.
- Om de productiviteit te verhogen zal men meer inzetten op het valoriseren van innovatie: onder meer het clusterbeleid en de zes huidige speerpuntclusters zullen meer gericht worden op (internationale) valorisatie, internationalisering, bedrijfsgedrevenheid, en samenwerking.
- De verhoogde focus op industrie verheugt ons. Het is een krachtig signaal dat het industriebeleid werd toegewezen aan de minister-president. Er wordt terecht benadrukt dat Vlaanderen nood heeft aan een sterke en duurzame industrie als motor voor onze hele economie.
- Start-ups en scale-ups zullen beter ondersteund worden in hun groei. Zo plant de regering o.m. een versterking van het financiële ecosysteem en zal er meer aandacht zijn voor de activering van non-bancaire kapitaal. PMV en het Welvaartfonds zullen daarbij meer strategisch worden ingezet.
- Het ecosysteem rond de defensiesector wordt extra ondersteund via het voorzien van innovatiesteun, het inspelen op internationale initiatieven en het actualiseren van de richtlijn Muyters.
Aandachtspunten
- Er komt meer aandacht voor strategische sectoren (waaronder de digitale) en bijhorende autonomie en verankering. Het is echter nog vaag hoe de regering dit precies wenst vorm te geven en welke implicaties dit heeft voor bestaande steuninstrumenten en structuren. Het is belangrijk dat dit kadert in een goed doordacht en geïntegreerd industrieel beleid. We betreuren ook dat er geen extra middelen worden vrijgemaakt voor onderzoek dat kadert binnen de industriële transitie.
- De bestaande steunmechanismen worden kritisch bekeken en in vraag gesteld. Men spreekt daarbij ook over een mogelijke verschuiving van subsidies naar terugbetaalbare voorschotten. Dit lijkt ons geen goede evolutie (met mogelijks een negatieve impact op O&O-activiteiten) en enkel werkbaar voor een beperkt type van kosten en sectoren.
- Het is ook jammer dat het regeerakkoord maar beperkt aandacht heeft voor het belang van digitale infrastructuur, een verdere boost hier blijft nodig.
- Wat ook ontbreekt is een duidelijke strategie om de data-economie verder te stimuleren. Er is wel een strategie rond data en digitalisering, maar deze is hoofdzakelijk gericht op de interne werking van de overheid en de dienstverlening. De regering dient dit verder open te trekken richting ondernemingen.
Begroting en Fiscaliteit
Aandachtspunten
- De Vlaamse regering heeft haar begroting na de coronacrisis terug op een houdbaar pad gebracht. Bij ongewijzigd beleid voorzag de meerjarenraming eind 2023 een terugkeer naar een begroting in evenwicht tegen 2027. Dat is weliswaar zonder rekening te houden met de uitgaven voor de Oosterweelwerken. Het vorderingensaldo berekend volgens de Europese rekenregels zou een jaartje later in evenwicht zijn. Het is essentieel dat het regeerakkoord deze verbintenis herbevestigt.
- De volgende jaren zullen alle overheden in dit land hun begrotingsnormering wel moeten herkalibreren. In plaats van enkel te mikken op een te bereiken begrotingssaldo in een bepaald jaar zullen ze zich – conform het Europees begrotingskader - in de verschillende jaren van de legislatuur moeten houden aan een netto-uitgavennorm. De Vlaamse regering heeft daar in de voorbije legislatuur als eerste entiteit al heel wat voorbereidend werk voor verricht. Nu komt echter de tijd van de implementatie. Die zal kaderen in de globale budgettaire inspanning van ons land. Rekening houdend met de vergrijzing - die sinds de vorige staatshervorming ook impact heeft op de Vlaamse begroting – wordt dat een aanzienlijke uitdaging.
- Het regeerakkoord kondigt een toename van het investeringspeil aan en een verdere monitoring ervan. De budgettaire tabel voorziet gecumuleerd voor € 3,2 miljard aan nieuwe investeringsvastleggingen in de volgende legislatuur. Op dit ogenblik is het nog niet helder in hoeverre deze en eerder aangegane verbintenissen zich zullen vertalen in de noodzakelijke jaarlijkse toename van de investeringsuitgaven. Een gekwantificeerde jaarlijkse investeringsnorm had daartoe meer comfort gegeven. Positief is dat de regering werk zal maken van geïntegreerde meerjarige investeringsagenda’s. Dat moet de voorspelbaarheid van het investeringsbeleid en de samenhang ervan verhogen. We moeten immers niet alleen meer, maar ook beter investeren. Ook de opening naar publiek-private samenwerkingen voor de financiering van klimaat-en energieprojecten is postief.
- Op fiscaal vlak zet de Vlaamse regering in op een verlaging van de erfbelasting met focus op te zwaar belaste kleine en middelgrote erfenissen. De regering zet haar beleid ook verder om de registratierechten bij aankoop van een enige, eigen woning verder te verlagen van 3 % naar 2 %, zoals in Nederland. Dat is conform de adviezen van de OESO omdat deze transactiebelasting de mobiliteit op de arbeidsmarkt hindert.
- Ter compensatie zet de Vlaamse regering verder het mes in enkele uitzonderingsregimes, verbreedt ze de verkeersbelasting aanzienlijk (buitenlanders en voor nieuwe elektrische wagens) en dicht ze achterpoortjes (erfbelasting). Voka vindt het belangrijk dat niet geraakt werd aan het gunstregime voor schenking/vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen, om zo de continuïteit van reële economische activiteit maximaal te vrijwaren.
- De regering zet de jobbonus tussen haakjes. Die wordt wel enkel geschrapt indien de aanzienlijke federale lastenverlaging op arbeid ook effectief gerealiseerd wordt. Dergelijke federale verlaging van de personenbelasting vertaalt zich automatisch in lagere opbrengsten uit de gewestelijke opcentiemen op de federale personenbelasting. De aanzienlijke budgettaire impact daarvan op de Vlaamse begroting zal wellicht nog bijkomende andere begrotingsbijsturingen vergen in de loop van de legislatuur. Een reden te meer om een effectief kerntakentraject op te zetten.
Buitenlands beleid en Europa
Positieve punten
- Belang van export en focus op specifieke regio's. Het regeerakkoord onderstreept het belang van export voor Vlaanderen, en legt een sterke nadruk op het behouden en verder ontwikkelen van Vlaanderen als een internationale economische draaischijf. Vlaanderen is de 15e grootste exporteur ter wereld en bijna een derde van de Vlaamse jobs is direct of indirect gerelateerd aan export. Dit komt overeen met de prioriteiten van Voka, aangezien de Vlaamse economie sterk afhankelijk is van internationale handel.
Specifieke aandacht gaat naar strategische regio's waar Voka ook haar focus op legt. Ten eerste wordt de Noordzeeregio als prioritaire regio benoemd, wat aansluit bij Voka’s aandacht voor grensoverschrijdende samenwerking met Nederland, Duitsland en andere Noordzeelanden. Hier worden cruciale infrastructuurprojecten zoals energie- en waterstofcorridors, en transportnetwerken zoals de 3RX-route naar voren geschoven.
Daarnaast wordt ook een Oost-strategie uitgewerkt, die zich richt op het aangaan van nauwere relaties met regio’s zoals Oekraïne, Polen, en de Baltische staten. Deze strategie komt tegemoet aan de uitbreiding van de Europese Unie en de versterking van economische banden met Oost-Europa, wat voor Vlaanderen kansen biedt op nieuwe markten . Ook een bredere Aziatische strategie, gericht op sterke groeilanden zoals India en Zuid-Korea, biedt perspectieven voor de internationalisering van Vlaamse bedrijven. Dit sluit nauw aan bij de vraag van Voka om Vlaamse exporteurs te helpen toegang te krijgen tot de snelst groeiende markten. - Belang van Europese beleidsopvolging. Het regeerakkoord erkent expliciet het belang van de Europese Unie voor Vlaanderen. Vlaanderen positioneert zich als een van de meest open en internationaal georiënteerde economieën van Europa, en de regering benadrukt dat de EU de belangrijkste hefboom is voor het buitenlands beleid. Dit is van essentieel belang voor Voka, gezien het grote deel van de Vlaamse regelgeving dat uit Europa voortvloeit. De Vlaamse Regering zet in op een proactieve opvolging van de Europese beleidsagenda en neemt een sterker standpunt in bij Europese onderhandelingen, waarbij ze de belangen van Vlaanderen verdedigt. Door het subsidiariteitsprincipe te bewaken, tracht Vlaanderen ervoor te zorgen dat beslissingen op Europees niveau passen bij de regionale noden.
- Aanpak van regeldruk en Europese richtlijnen (due diligence). De regering onderkent de problematiek van te veel aan regelgeving en de noodzaak om de regeldruk te verminderen voor Vlaamse bedrijven, wat voor Voka een cruciaal thema is. Er wordt specifiek aandacht besteed aan de impact van de omzetting van Europese regelgeving, zoals de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CS3D), waarbij de Vlaamse overheid pleit voor administratieve eenvoud en voldoende ondersteuning voor kmo’s. Dit is van groot belang voor Voka, omdat veel bedrijven moeite hebben met de complexiteit van nieuwe regels, vooral als het gaat om duurzaamheid en verantwoordelijk ondernemen. Vlaanderen engageert zich om de administratieve last zo laag mogelijk te houden, zonder dat bedrijven worden overbelast met bijkomende verplichtingen.
Aandachtspunten
- Mogelijke kiemen voor protectionisme (non-trade aspects).
Hoewel het regeerakkoord terecht aandacht schenkt aan het internationale, wordt ook aandacht besteed aan ‘non-trade aspects’ zoals sociale en ecologische normen. In de tekst wordt benadrukt dat producten die de EU binnenkomen aan dezelfde normen moeten voldoen als die voor Europese producenten gelden. Dit punt moet met voorzichtigheid worden toegepast. Voor Voka is het essentieel dat deze regels niet worden misbruikt om onnodige handelsbarrières op te werpen, die de toegang van Vlaamse bedrijven tot buitenlandse markten kunnen bemoeilijken of hen blootstellen aan protectionistische tegenmaatregelen. Het blijft dus een prioriteit om ervoor te zorgen dat deze regels evenwichtig worden toegepast zonder dat de openheid van markten wordt beperkt. - Economisch veiligheidsbeleid.
Een ander aandachtspunt is het economisch veiligheidsbeleid dat in het regeerakkoord wordt benoemd. Vlaanderen ontwikkelt een economisch veiligheidsbeleid dat gericht is op het beschermen van strategische sectoren en cruciale economische activa tegen buitenlandse overnames, met name vanuit niet-EU landen. Hoewel het beschermen van kritieke sectoren legitiem is, kan dit beleid, indien niet zorgvuldig beheerd, leiden tot een te strikte benadering van buitenlandse investeringen, wat innovatie en groei kan belemmeren. Voor Voka is het van belang dat dit beleid evenwichtig blijft, zodat de toegang van buitenlandse investeringen niet wordt beperkt en Vlaanderen aantrekkelijk blijft voor bijvoorbeeld internationale bedrijven en investeerders.
Binnenlands bestuur en Bestuurszaken
Aandachtspunten
- De volgende Vlaamse regering kondigt aan zich te focussen op haar kerntaken. De complexe uitdagingen en het budgettair carcan waarin ze zich gedwongen weet brengen haar daartoe.
- De Vlaamse regering kondigt 15 diepgaande uitgaventoetsingen aan van grote, relevante beleidsuitgaven. Zo wil men nagaan of men de beoogde maatschappelijke doelstellingen haalt. Voor Voka is het van belang dat deze uitgaventoetsingen in alle beleidsdomeinen plaats vinden. Dus ook binnen onderwijs en welzijn, twee beleidsdomeinen die samen goed zijn voor meer dan de helft van de Vlaamse begroting. De resultaten van de toetsing moeten zich ook vertalen in het gevoerde beleid zelf. Geen evaluatie om de evaluatie.
- Gelijkaardige bedenkingen gelden ook voor het aangekondigde kerntaken(debat). Vooral de paragrafen over de werking van de VDAB en het waterbeheer in Vlaanderen verwijzen hier (terecht) naar. In andere beleidsdomeinen worden daarentegen vele maatregelen ad hoc heroverwogen (vaak in samenspraak met betrokken stakeholders), maar de focus op de kerntaken komt er op het eerste gezicht minder in tot uitdrukking. Hier is een holistische benadering aangewezen zijn.
- Dat laatste is gelukkig wel het geval bij de operatie administratieve lastenverlagingen. Vanaf de start van de regeerperiode legt de minister-president een plan vast voor de broodnodige administratieve vereenvoudiging in alle beleidsdomeinen. Alle betrokken ministers en maatschappelijke actoren worden mee betrokken. Dit traject moet eind 2025 resulteren in concrete vereenvoudigingsvoorstellen. In tijden van budgettaire krapte is het inderdaad des te meer aangewezen dat de Vlaamse overheid haar administratieve kluwen tot een minimum beperkt. Eén caveat echter: ook in de vorige legislatuur is heel wat voorbereidend werk verricht, maar dat proces heeft toen onvoldoende geleid tot implementatie. Vandaar het belang van politiek commitment op het hoogste niveau om dit zeer belangrijke, maar complexe traject in goede banen te leiden. Belangrijk is ook om daarover regelmatig in heldere taal, op maat van de doelgroep te communiceren. Hier stelt zich een enorme opportuniteit voor de Vlaamse regering.
- Er wacht de lokale besturen heel wat extra verantwoordelijkheden. Zo krijgen OCMW’s de mogelijkheid om bepaalde VDAB-taken over te nemen (met overdracht van middelen). Via de mobiliteitsregio’s worden ze nauwer bij het Vlaamse beleid betrokken. De regierol van de lokale besturen op vlak van omgevingsbeleid wordt versterkt. Om die bijkomende verantwoordelijkheden aan te kunnen is er echter des te meer nood aan voldoende bestuurskrachtige gemeenten. En die bestuurskracht staat nu al duidelijk onder druk. Dit wordt ook erkend in het Vlaams regeerakkoord. Een fundamentele koerswijziging zien we hier echter niet. Opnieuw wordt de Vlaams geld in de vorm van een gedeeltelijke schuldovername aangeboden. Van een verplichte schaalvergroting tot 30.000 inwoners (van onderuit te beslissen) is echter geen sprake. Dat is een gemiste kans.