Deze legislatuur moet echt het verschil gemaakt worden. Daarom vijf tips voor de regeringsonderhandelaars in de komende weken.
Voor de regeringsonderhandelaars ziet het er niet naar uit dat er meteen vakantie zit aan te komen. Allicht zullen die het grootste deel van de zomer bezig zijn met de vorming van de nieuwe regeringen (Wallonië lijkt het meest kans te maken om sneller te gaan). Enige snelheid is daarbij aangewezen, onder meer door de aankomende lokale verkiezingen en de agenda van Europa die aangeeft dat de begroting tegen begin oktober afgerond moet worden. Maar nog belangrijker dan die snelheid is wat er in die regeerakkoorden zal staan.
Deze legislatuur zal immers cruciaal worden om onze economie en samenleving terug op het goeie spoor te zetten. Grote transities zoals de duurzame, de demografische, de digitale en de geopolitieke transities zullen de komende jaren almaar meer druk zetten op ons economisch model. Zonder ernstige ingrepen in deze legislatuur dreigt ons economisch model in ernstige problemen te geraken. Daarnaast werden de extremen nu nog nipt afgehouden. Zonder ernstig beleid dreigt dat binnen vijf jaar ook anders uit te draaien.
Dat onderstreept nog maar eens het belang van de regeerakkoorden die de komende zomermaanden uitgewerkt worden. Deze legislatuur moet echt het verschil gemaakt worden.
Daarom, hieronder vijf tips voor de regeringsonderhandelaars in de komende weken:
1. Focus op groei
Volgens het Planbureau vertraagt onze potentiële economische groei zonder ingrepen de komende jaren tot amper 1%. En met de noodzakelijke inspanningen om de begroting op orde te krijgen, dreigt dat nog minder te worden. Tegen de achtergrond van de vergrijzing is dat te weinig om onze huidige welvaartsstaat overeind te houden. Alleen al daarom moeten de volgende regeringen vooral focussen op sterkere economische groei (en dan vooral op sterkere productiviteitsgroei).
Met meer economische groei wordt alles makkelijker: hogere koopkracht, meer investeringen in zorg en onderwijs, sterkere pensioenen, gezondere overheidsfinanciën en zelfs de duurzame transitie. Met minder economische groei wordt dat allemaal moeilijker of ronduit onhaalbaar.
Het goeie nieuws is dat instellingen als de OESO, de Europese Commissie of de Nationale Bank al langer wijzen op een lange reeks hervormingen die weinig of geen geld kosten, maar toch onze economie kunnen versterken. Denk onder meer aan beter onderwijs, vlottere vergunningsprocedures, een beter werkende arbeidsmarkt, een fiscale hervorming die werken en ondernemen stimuleert, minder administratieve lasten…
2. Effectievere overheid
Deze legislatuur moeten belangrijke stappen gezet worden om onze overheidsfinanciën terug op de rails te krijgen. Daarbij lijkt het al meteen neer te komen op een discussie over extra belastingen (Vooruit en Les Engagés) versus besparingen (N-VA en MR), wat dan allicht tot een compromis moet leiden met een beetje van beide.
De voor de hand liggende vraag over de efficiëntie van onze overheid komt evenwel nauwelijks aan bod. Nochtans zit een groot deel van onze budgettaire problemen in de ondermaatse prijs/kwaliteitsverhouding van het overheidsbeleid. België heeft de tweede hoogste overheidsuitgaven van Europa, maar daar staat pas de zeventiende kwaliteit van beleid tegenover. De Belgische belastingbetaler krijgt eenvoudigweg niet de kwaliteit van beleid waarvoor zij/hij betaalt.
Voor het budgettaire luik van de regeringsonderhandelingen moet de focus dan ook vooral daarop: hoe komen we tot een beleid dat meer kwaliteit levert voor minder uitgaven. En dat op alle beleidsniveaus.
3. Langetermijnstrategie
De meeste van de grote uitdagingen waar we voor staan, werken door op langere termijn, terwijl de beleidsfocus de voorbije jaren allicht te veel op de korte termijn lag. De aanpak van de vergrijzing, de energietransitie, de digitalisering, de afnemende kwaliteit in het onderwijs, de enorme opleidingsuitdaging op de arbeidsmarkt, de verduurzaming van ons gebouwenpark, de gezondmaking van de overheidsfinanciën…
Al die uitdagingen vereisen een strategie op langere termijn, iets waarin onze overheden de voorbije decennia niet echt uitblonken (denk maar aan het uitblijven van een echte pensioenhervorming, de 80% werkzaamheidsgraad of de toestand van defensie). Deze legislatuur zouden we op verschillende domeinen een echte langetermijnstrategie op poten moeten zetten.
4. Samenwerking tussen de beleidsniveaus
De voorbije legislatuur zaten zeker de Vlaamse en de federale regering lang niet altijd op dezelfde lijn, en leken ze elkaar bij momenten zelfs tegen te werken. Dat is uiteraard contraproductief. Onze staatsstructuur kan zeker efficiënter georganiseerd worden, maar een grote staatshervorming lijkt er niet meteen in te zitten.
Belangrijker is allicht dat de verschillende beleidsniveaus goed samenwerken en elkaar versterken. Daarbij kan best niet vergeten worden dat de drie regio’s elkaars belangrijkste handelspartners zijn (belangrijker dan de buurlanden), en dat elk van de regio’s belang heeft bij een zo goed mogelijk draaiende Belgische economie.
5. Vertrouwen
Bij Europese economische succesverhalen, zoals het Nederlandse poldermodel of het Scandinavische model, speelde vertrouwen telkens een cruciale rol. Vertrouwen tussen overheden en burgers en ondernemingen, tussen sociale partners, tussen werkgevers en werknemers zorgt voor betere economische resultaten. In ons land staat dat vertrouwen al langer onder druk. Dat vertaalt zich in al te strakke regulering en controle tot zelfs quasi-blokkering tussen de sociale partners. Dat vertrouwen herstellen wordt niet evident, maar is wel belangrijk voor een sterkere economie en een minder gepolariseerde samenleving.
De recente verkiezingscampagne was er één van allerlei beloftes voor meer koopkracht en was er bij meerdere partijen op gericht om de extremen (enigszins) af te houden. Partijen kunnen natuurlijk wachten op de volgende campagne om die doelstellingen terug op te rakelen, maar dat wordt elke keer minder en minder geloofwaardig. Om beide doelstelling echt waar te maken, is effectief beleid nodig.
En dat moet de komende weken uitgetekend worden in de regeringsonderhandelingen. De kern moet daarbij zijn: een consistente strategie om het kader te creëren om meer welvaart te genereren en daar zoveel mogelijk mensen in te laten delen.