Essentieel is dat deze worden ingezet om de industriële en digitale transitie te versnellen.
Vlaanderen zet al enkele jaren sterk in op innovatie. Dat blijkt onder meer uit de jaarlijks toenemende O&O-intensiteit die het percentage van het bruto binnenlands product meet dat besteed wordt aan Onderzoek & Ontwikkeling. Met een percentage van 3,65% (2021) behoort Vlaanderen internationaal tot de top en plukt het de inspanningen van de afgelopen jaren.
Helaas betreft dat cijfer slechts de input, niet de output. Daar is nog aanzienlijk marge tot verbetering, zeker qua valorisatie. We zijn te veel onderzoeker, te weinig koopman.
1% als hefboom
Innovatiesteun heeft als doel om impact te creëren op economisch én liefst ook maatschappelijk vlak, door de ingezette middelen zo sterk mogelijk te laten renderen. Alhoewel de bedrijven verantwoordelijk zijn voor zo’n 2,8% en de overheid voor zo’n 0,8% van het bbp, zijn de overheidsmiddelen essentieel omdat zij als hefboom werken.
Zij helpen de bedrijfsrisico’s verminderen, onderzoeksprojecten in Vlaanderen verankeren, de samenwerking binnen het ecosysteem bevorderen en zijn vaak een seal of excellence om extra kapitaal aan te trekken.
Bovendien wordt een aanzienlijk deel van het basisonderzoek aan de kennis- en onderzoeksinstellingen via die overheidsmiddelen gefinancierd. Dat onderzoek blijkt vaak essentieel om later disruptieve innovaties op de markt te realiseren.
Industriële en digitale transitie versnellen
Voka vraagt dan ook dat de overheid haar financiële inspanningen verder zou versterken richting de 1%. Dat is ambitieus, maar zeker niet onmogelijk. Naast Zuid-Korea slagen gelijkaardige landen zoals Noorwegen en Oostenrijk daar nu al in.
Essentieel is wel dat de verhoging daarbij gericht wordt ingezet om de industriële en digitale transitie te versnellen en de bedrijven daarin extra ondersteunt. De roep om die transities klinkt luider dan ooit, maar de hoeveelheid tijd, kennis en middelen die hiervoor nodig zijn, worden systematisch onderschat.
Bovendien zijn er op het einde van het innovatietraject dichtbij de markt, nog veel risico’s die beloftevolle innovaties net voor de finish kunnen doen sneuvelen. Dat laatste traject naar valorisatie verdient dan ook extra steun, de zogenaamde hogere TRL’s.
General Purpose Technologies
Veel laaghangend fruit qua duurzame innovatie is al geplukt, maar voor de écht grote sprong voorwaarts zijn disruptieve innovaties en General Purpose Technologies (GPT’s) noodzakelijk. Dat zijn technologieën die leiden tot fundamentele wijzigingen in het productieproces en finaal de economie, maar worden niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Denk aan duurzame chemische productieprocessen, quantumtechnologie, fotonica of AI.
Het is zaak om daar voldoende op in te kunnen zetten vanuit onze eigen sterktes en de onderlinge wisselwerking van die technologieën. Enkel zo kunnen we onze kennis sneller in tastbare producten en processen omzetten. Dat komt uiteindelijk de hele economie en maatschappij ten goede.
Ontdek hier alle voorstellen uit het Vlaams & federaal memorandum van Voka.