De Belgische economie kon de voorbije kwartalen nog redelijke groeicijfers voorleggen, maar toch blijven de vooruitzichten vrij somber. Het risico op recessie in de komende kwartalen blijft zeer reëel.
Ondanks de crisissfeer bleef de Belgische economie de voorbije kwartalen redelijk groeien. In het tweede kwartaal lag de economische activiteit in België 0,9% hoger dan een jaar eerder. Daarmee doet ons land duidelijk beter dan het Europese gemiddelde (0,5%) en het gemiddelde in de buurlanden (0,2%). Dat heeft veel te maken met de sterkere koopkracht van de gezinnen in ons land dankzij de automatische loonindexering.
Op korte termijn zorgt die voor meer koopkracht, meer gezinsbestedingen en dus meer economische groei. De nadelige gevolgen voor de concurrentiepositie en de toekomstige koopkrachtstijging zullen pas later duidelijk worden. Dat klassieke patroon waarbij de Belgische economie een inflatieschok in eerste instantie goed weet op te vangen, om vervolgens nog jaren de kosten daarvan te dragen, zal zich meer dan waarschijnlijk nog eens herhalen. De factuur van de recente redelijke groeicijfers komt er de volgende jaren nog aan.
Maar op kortere termijn zijn er verontrustende signalen voor onze economie. De recessierisico’s blijven reëel voor de komende kwartalen.
Recessierisico blijft hangen
De spectaculaire opstoot van de energieprijzen, en vooral van de Europese gasprijzen, zorgde zowat een jaar geleden voor allerlei doemscenario’s. Dat bleek uiteindelijk redelijk mee te vallen. De gevreesde recessie werd in Europa grotendeels vermeden. Maar het was nipt: de jongste drie kwartalen stagneerde de Europese economie. Verschillende landen, waaronder Duitsland, Nederland en Zweden, zakten wel degelijk in recessie. In Duitsland en Nederland bleef de terugval in de economische activiteit voorlopig beperkt (respectievelijk 0,5% en 0,7%), maar in Zweden en Polen liep de krimp al op tot meer dan 2%. En het is niet meteen duidelijk wat op korte termijn voor beterschap kan zorgen.
De renteverhogingen door de centrale bankiers in de meeste industrielanden zijn bedoeld om de economie af te remmen om de inflatie te doen zakken. De hogere rente weegt immers op de investeringsplannen en de vastgoedmarkt. De impact van die renteverhogingen komt evenwel pas met ruime vertraging door. Hoewel bijvoorbeeld de huizenprijzen in verschillende landen, onder meer in de VS en in de Scandinavische landen, nu al onder druk staan, moet een groot deel van de afremmende impact van de hogere rente nog komen. Dat overschaduwt de economische vooruitzichten voor de komende kwartalen.
Industrie
Daarnaast moeten overheden in verschillende Europese landen stilaan aan de bak om hun overheidsfinanciën terug op orde te krijgen na de corona- en de inflatiecrisis. Dat betekent dat de meeste overheden zullen overschakelen van een stimulerend budgettair beleid naar een beleid in besparingsmodus. Ook al zullen ze daarbij allicht behoedzaam te werk gaan, zal dat toch ook wegen op de economische activiteit.
En dan is er ook nog de industrie die zeker in Europa (met Duitsland op kop) duidelijk onder druk staat door een combinatie van duurdere energie en de structurele verschuiving in de auto-industrie. In het verleden was de industrie vaak een voorloper voor de rest van de economie. Het feit dat de sector onder druk staat, voorspelt dan ook weinig goeds voor de rest van de economie.
Tegenover die negatieve tendensen staat een arbeidsmarkt die in de meeste industrielanden relatief goed stand houdt en een zekere opluchting bij de consument nu de inflatiecrisis toch wat weg is. Dat biedt zeker een buffer tegen het negatieve nieuws, maar volstaat allicht niet om de economie op korte termijn terug naar een normaal groeitempo te duwen.
België ontsnapt niet
Onze belangrijkste handelspartners zitten in recessie, en de hele Europese economie balanceert op de rand. Dat zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de Belgische economie. Onze industrie deelt in de Duitse malaise, en de vraagvooruitzichten in de bouw blijven verontrustend somber. Het ondernemersvertrouwen is alweer teruggezakt tot niveaus die in het verleden overeen kwamen met een krimpende economie. En in onze nieuwe Voka-enquête bij 600 Vlaamse ondernemingen stipt bijna de helft van de respondenten een gebrek aan vraag aan als belangrijkste zorg voor de komende zes maanden.
De redelijke economische cijfers van de eerste helft van het jaar zijn dan ook geen garantie voor de komende kwartalen. In het beste geval blijven we allicht aanmodderen met lage economische groei. Maar er moet niet veel gebeuren om de groeicijfers in het rood te duwen. Een nieuwe opstoot van de energieprijzen, een dieper dan verwachte terugval in de bouw en de vastgoedmarkt, een langer aanhoudende recessie in de Duitse industrie… Het risico op recessie in de komende kwartalen blijft ook in België zeer reëel.