September is traditioneel de ‘schoolmaand’. Na twee maanden vakantie zetten Limburgse jongeren hun studietraject verder en anderen beginnen er pas aan. Voor Voka – KvK Limburg is dit een belangrijk thema want op de schoolbanken zitten het talent en de kennis van de toekomst. Bedrijven hebben dat talent en die kennis nodig om verder te groeien. Maar beide werelden moeten elkaar wel vinden. Daarom bouwt Voka – KvK Limburg bruggen tussen de twee met tal van initiatieven en samenwerkingsverbanden. We kijken naar de stand van zaken en wat Voka – KvK Limburg doet of voorstelt om de situatie te verbeteren.
Secundair onderwijs
Vorig jaar waren er 1.606 Limburgers die zich inschreven voor een STEM-richting binnen de dubbele finaliteit en de arbeidsfinaliteit (het vroegere tso en bso). Daarmee heeft Limburg een aandeel van 15,3% ten opzichte van de rest van Vlaanderen. Hoewel de STEM-richtingen aantrekkelijker lijken te worden, blijft dit in absolute aantallen weinig. Ook binnen de doorstroomfinaliteit (het vroegere aso) groeit met 3.945 leerlingen in STEM-richtingen het cijfer, maar zeer traag. We focussen hier bewust op deze STEM-richtingen omdat Limburg nog steeds zeer geïndustrialiseerd is waardoor er voldoende technisch geschoold talent voorhanden moet zijn om de Limburgse bedrijven te doen draaien én groeien. Hoewel het aantal leerlingen in STEM-richtingen gestaag toeneemt, blijven vraag en aanbod vandaag niet in verhouding. Het feit dat jaarlijks meer dan 18.000 leerlingen van studierichting veranderen, geeft ook aan dat leerlingen niet snel genoeg op de juiste plek zitten. Door het watervalsysteem kiezen leerlingen te weinig vanuit een positieve keuze voor technisch of beroepsonderwijs.
Opening Talentcenter
Deze maand heeft Voka – KvK Limburg haar Talentcenter geopend. Leerlingen uit het laatste leerjaar van het lager onderwijs en het eerste jaar van het secundair kunnen in klasverband terecht in het Talentcenter voor verschillende testen die interesses, cognitieve vaardigheden, motorische vaardigheden, technisch inzicht, motivatie en andere parameters meten. Op basis van hun interesses en talenten krijgen ze een objectief en neutraal beroeps- en studiekeuzeadvies die meer leerlingen naar de ‘juiste plaats’ moet leiden. Hogeschool PXL voorziet met de STEM Academy in Hasselt de ideale locatie, Provincie Limburg zorgt voor de financiering in het kader van SALKturbo.
Vorig academiejaar waren er 314.142 Vlaamse jongeren die een hogeschool- of universiteitsopleiding genoten. Het aantal Limburgse studenten lag op 33.209 en stijgt daarmee (licht) voor het vijfde jaar op rij. Echter, recent onderzoek van POM Limburg doet toch de ogen openen. In de Limburgse ondernemingen hebben gemiddeld ongeveer twee op de tien werknemers (20,3%) een hogeronderwijsdiploma (hogeschool of universiteit). In Vlaanderen is dit bijna drie op de tien (28,2%). Vooral de kloof met Vlaams-Brabant is torenhoog. In de bedrijven van die regio, met haar sterke unief en kenniscentra, zijn er meer dan één op de drie hooggeschoolden in dienst (35,7%). De onderwijskloof komt nog meer tot uiting als we enkel naar de universitair geschoolde werknemers kijken. Zo beschikt slechts 5,9% van de werknemers in de Limburgse bedrijven over een universitair diploma. Over heel Vlaanderen is dit gemiddeld 11,1%.
Meer opleidingen
Vandaag telt de UHasselt 52 opleidingen. Ter vergelijking: KU Leuven telt 260 opleidingen. Voor Voka – KvK Limburg is het dus niet onredelijk dat de Limburgse universiteit meer
opleidingen zou mogen aanbieden. Vooral als je weet dat de gestage uitbreiding van het opleidingsaanbod de participatie van Limburgse jongeren in het universitaire onderwijs heeft bevorderd de afgelopen jaren. Meer masteropleidingen betekent ook minder jongeren die naar een andere provincie moeten gaan om hun opleiding af te maken waardoor de braindrain kan verminderen. Dit geldt ook voor doctoraatsstudenten. Om onze kenniseconomie verder vorm te geven zijn deze opleidingen noodzakelijk.
Samenwerking scholen en bedrijven
Vandaag is de samenwerking tussen scholen en het bedrijfsleven eerder beperkt. Vooral het gebrek aan autonomie van de scholen ligt hier aan de basis. Terwijl 1.277 ondernemingen in Limburg een erkenning op zak hebben om duale leerlingen te begeleiden op de werkvloer, zijn er in onze provincie maar 345 jongeren effectief aan de slag binnen duaal leren. Samenwerking kan trouwens ook minder intensief zijn door bijvoorbeeld didactisch materiaal te verstrekken, infrastructuur open te stellen of meer ondernemers voor de klas te zetten. Enerzijds moeten ondernemingen actiever contact zoeken met scholen. Ondernemingen moeten bijvoorbeeld systematisch kijken of er projecten of stages uit kunnen vloeien en of er opportuniteiten zijn om met het onderwijs samen te werken. Anderzijds moeten scholen met een open vizier naar het bedrijfsleven kijken en openstaan voor opportuniteiten.
Actieve ondernemersclubs
Voka – KvK Limburg probeert met haar ondernemersclubs ook de ‘Chinese muur’ tussen onderwijs en het bedrijfsleven weg te werken. Zo heeft Wico Campus TIO bijvoorbeeld een vast bestuurslid in Ondernemersclub Verenigde Industrie Pelt (VIP). Gelijkaardig loont het de moeite om ondernemers op te nemen in de raad van bestuur van het schoolbestuur. Ook Ondernemersclub Halen & Herk-de-Stad onderhoudt goede banden met de Sint-Martinusschool en organiseert een gezamenlijke activiteit in oktober. Ondernemersclub Maaslandia deelt elk werkingsjaar haar ledenlijst met Mosa-RT en Campus De Helix om bijvoorbeeld stagiairs te plaatsen bij de ondernemingen en materialen uit te wisselen. Ook in de andere ondernemersclubs worden er goede contacten met het onderwijs onderhouden.
Een flexibelere onderwijsregeling en een positiever imago zijn nodig om van duaal leren een succesverhaal te maken.
Jonas De Raeve, Voka - KvK Limburg