Vlaanderen beschikt over een diversiteit aan transportmiddelen voor goederenvervoer. Ons uitgebreide spoor-, binnenvaart- en wegennet biedt samen met onze internationale zeehavens en een belangrijk pijpleidingennet tal van mogelijkheden voor multimodaal vervoer. Daarbij wordt gebruikgemaakt van twee of meerdere vervoermiddelen om goederen van punt A naar punt B te brengen.
Freija Fonteyn, Adviseur Logistiek en Mobiliteit Voka
Het Federaal Planbureau voorspelt een verdere groei van het goederenvervoer in België met 20% tegen 2040. Om de verwachte stijging van de vervoerde tonnages op te vangen én een totale congestie van het wegennetwerk te voorkomen, is inzetten op multimodaal vervoer noodzakelijk. Een modal shift mag echter geen doel op zich zijn. Voka pleit ervoor om de meest geschikte modus in te zetten, rekening houdend met alle parameters. Elke vervoersmodus speelt een rol in de logistieke keten en heeft zijn sterktes en zwaktes. Ook het wegvervoer blijft dus belangrijk.
Voor multimodaal vervoer in de provincie Limburg kijken we vooral naar de binnenvaart en het spoor. Op het vlak van binnenvaart speelt het Albertkanaal een belangrijke rol. Door de recente verhoging van de bruggen over het kanaal kan alvast een extra laag containers mee aan boord. Aangezien overslagbewegingen een bepalende factor zijn in de kostprijs, is het belangrijk dat de bedrijven met grote volumes zich rechtstreeks aan de waterweg kunnen vestigen. Daarom pleit Voka voor voldoende ruimte voor watergebonden economische activiteiten, in het bijzonder voor het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA). Ruimtelijke ordening en mobiliteit zijn nauw verweven met elkaar.
Limburg is dankzij zijn strategische ligging ook een belangrijke schakel voor het nationaal en internationaal goederenvervoer per spoor. De provincie beschikt over goede hubs en spoorverbindingen. Ook hier geldt dat beperkte overslagbewegingen cruciaal zijn om een concurrentiële kostprijs ten opzichte van het wegvervoer te realiseren.
Het wegvervoer zal nog lange tijd de belangrijkste vervoersmodus blijven. De groei van spoor en binnenvaart verloopt trager dan verhoopt, ondanks alle goede voornemens van het beleid. Goede voornemens alleen zijn echter niet voldoende, de overheid moet ook bereid zijn de nodige investeringsbudgetten te voorzien. De bestaande infrastructuur moet goed onderhouden worden om bedrijfszekerheid te waarborgen. Het wegwerken van de onderhoudsachterstand van de vervoersinfrastructuur is prioritair. Daarnaast zijn essentiële investeringen in nieuwe vervoersinfrastructuur nodig.
