Hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en longaandoeningen zijn niet alleen de oorzaak van lijden en overlijden, maar nemen ook een aanzienlijke hap uit het gezondheidsbudget. Ze vormen een persoonlijke, maatschappelijke en economische uitdaging. Preventie helpt om die vier grote chronische aandoeningen te voorkomen, op te sporen of te vermijden dat ze verergeren, op een zeer kosteneffectieve manier. Via gerichte investeringen kunnen veel leed en kosten voorkomen worden.
De essentie
Vier grote aandoeningen zorgen voor 90% van de overlijdens en 85% van de jaren in suboptimale gezondheid. Het zijn chronische, niet-overdraagbare aandoeningen die zeer sterk beïnvloed kunnen worden door preventie: harten vaatziekten, kanker, diabetes en longaandoeningen. Ze zijn niet alleen de oorzaak van lijden en overlijden, maar nemen ook een aanzienlijke hap uit het gezondheidsbudget. Maar liefst 24 miljard per jaar gaat naar de zorgen voor deze aandoeningen. Circa 8 miljard gaat naar uitkeringen voor zieke werknemers en nog eens 11,5 miljard gaat verloren door gedaalde economische participatie. Deze vier grote aandoeningen hebben dus niet enkel een persoonlijke impact, maar vormen ook een maatschappelijke en economische uitdaging. De vergrijzing zet de uitdaging op scherp: langer leven is rechtstreeks gelinkt aan chronische aandoeningen. Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans op een chronische aandoening. Meer zelfs: eens 75 jaar is de kans op meerdere chronische aandoeningen bijna één op twee. De vraag om zorg breidt niet enkel uit; ze wordt ook complexer. De vergrijzing heeft een impact op de financiering en de voorziening van zorg: in verhouding zullen steeds minder actieven onze gezondheidszorg moeten financieren én uitvoeren. Kortom: meer en meer complexe zorg met minder mensen in een stringent financieel kader.
Preventie helpt
Preventie speelt in al z’n facetten in op zowel de zorgvraag als op de uitgaven van zowel hart- en Voka publiceerde een paper rond de preventie en re-integratie van (langdurig) zieken en zorgde voor een Voka Wijzer die ondernemingen meer praktische handvaten geeft voor een gezonde werkomgeving. Voka Paper Voka Wijzer vaatziekten, kanker, diabetes als longaandoeningen. Preventie helpt om die vier grote chronische aandoeningen te voorkomen, op te sporen of te vermijden dat ze verergeren, en doet dat op een zeer kosteneffectieve manier. Er is heel wat kennis over welke preventieve interventies en toepassingen effectief kunnen bijdragen aan het voorkomen, opsporen en beperken van de gevolgen van die ziekten. Yes, we can? No, we don’t. De resultaten van het preventiebeleid in ons land zijn bedroevend. Enkel de vaccinatiegraad bij zuigelingen bereikt een aanvaardbaar niveau, al zijn ook daar inspanningen nodig om de lat van OECD-doelstellingen te halen. Het beleid is niet gericht, niet afgestemd en mist een datagedreven onderbouw. Een decennium na het eerste KCE-rapport ‘Chronisch zieken’ en vijf jaar na de opstart van de pilootprojecten ‘Geïntegreerde zorg’ weten we nog steeds niet hoeveel chronische zieken ons land kent. Eveneens afwezig: cijfers over gezondheidsbevordering of preventiebudgetten van de verschillende overheden. Dat doet vragen rijzen. Kunnen we door meer en langer gezond te blijven de stijging van de zorgvraag en de daling van het aantal zorgprofessionals ombuigen naar meer optimale aantallen? Waarop moeten we letten om verschillende overheden samen te brengen rond gerichte gezondheidsdoelstellingen? Kunnen we een kostenmodel ombuigen in een win-win bij zorgvragers, zorgprofessionals en -ondernemingen én de overheid? Hoe kunnen digitalisering en innovatie een rol spelen in preventie?
Preventie is een zeer kosteneffectieve manier om de vier grote chronische aandoeningen te voorkomen, op te sporen of erger te vermijden.
Verschillende werven
De eerste werf is samenwerking tussen en binnen beleidsniveaus. Het samenspel van verschillende beleidsdomeinen rond gezondheid vergt een duidelijk afgestemd beleid. Die link is niet enkel horizontaal, maar ook verticaal: zowel de federale, gemeenschapsals lokale besturen moeten op één lijn zitten. De Sustainable Development Goals creëren een kader waarin investeringen in armoedebestrijding, onderwijs en stedelijke ontwikkeling zorgen voor meer en betere gezondheid. Dat hoeft geen eenrichtingsverkeer te zijn van andere domeinen naar gezondheidszorg. De causaliteit geldt ook omgekeerd: meer en betere gezondheid verbetert het opleidingsniveau en de economische situatie van burgers en vice versa. ‘Health in all policies’ heet dan ‘Health for all policies’.
De tweede werf: de rechtstreekse link tussen vier grote chronische aandoeningen en vier risicofactoren in individueel gezondheidsgedrag (tabaksgebruik, ongezonde voeding, gebrek aan lichaamsbeweging en schadelijk alcoholgebruik) en de vier belangrijkste biologische risicofactoren (overgewicht en obesitas, hoge bloeddruk, verhoogde glucose en verhoogde cholesterol). De impact van de grote vier en de duidelijkheid rond gedrags- en biologische risicofactoren maakt een gericht beleid evident. Via precieze gezondheidsdoelstellingen rond het voorkomen, opsporen en opvolgen van de grote aandoeningen, met een bijzondere aandacht voor socio-economische status, kunnen de gezondheidsgeletterdheid en het gezondheidsgedrag aangepakt worden. Er zijn methodieken die de samenhang tussen individuele competenties, motivatie en opportuniteiten, interventies en incentieven voor gedragsverandering en macro-beleid heel duidelijk maken. De link tussen gedrag, risicofactoren en ziekte speelt echter niet voor iedereen in dezelfde mate. Gezondheidsgeletterdheid speelt een bepalende rol en hangt samen met socio-economische status en opleidingsniveau. Daar is bijzondere aandacht voor nodig.
Derde werf: investeer in preventie. Investeren in preventie zorgt voor een return on investment door 80% minder beroertes, diabetes type 2 en hartfalen, en tot 40% minder kankers. België investeert 1,6% van het gezondheidsbudget in preventie, ver onder het Europese gemiddelde van 2,9% en de WHO-doelstelling van 5%. Per inwoner moet de investering stijgen van 105 euro per persoon per jaar naar 330 euro per persoon per jaar. Belgisch onderzoek berekende dat het via preventie mogelijk is om 20% van de kosten voor die vier aandoeningen te vermijden. In absolute cijfers betekent dat bijna 5 miljard euro minder uitgaven voor de gezondheidszorg, minder uitkeringen en een gestegen productiviteit. Preventie ombuigen van een kostenmodel naar een businessmodel waar zorgvrager, -professional, -onderneming en de overheid bij winnen: het kan zomaar. Incentieven in cash of kind zijn zeer effectief in te zetten in eenvoudige preventieprogramma’s als vaccinatie en screening. Ze overtuigen niet enkel zorgprofessionals, maar ook patiënten, lagere socio-economische klassen nog het meest. Meer uitdagende zaken als gezondheidsgedrag of gewichtsverlies kunnen duurzaam gestimuleerd worden met bonussen (zeker wanneer je eerst een bonus geeft, maar die afhankelijk maakt van effectief gedrag).
Preventie ombuigen van een kostenmodel naar een businessmodel waar zorgvrager, -professional, -onderneming en de overheid bij winnen: het kan zomaar.
Innoveer
De laatste werf draait om innovatie. Digitalisering en digitale medische toepassingen staan verder dan we denken. We zijn traag en terughoudend om ze te gebruiken en terug te betalen. De WHO roept in haar ‘best buys’ op om voluit in te zetten op digitale medische toepassingen. Dat kan door een uitbreiding van de scope van de mHealth-piramide naar websites, toestellen en software, meer transparantie en duidelijkheid van de mHealth-validatiepiramide via checklists rond AVGGDPR, beveiliging, interoperabiliteit en vereisten voor terugbetaling, een gezamenlijk aanspreekpunt voor alle betrokken overheden en het voorzien van generieke lijsten die de terugbetaling niet toelaten op basis van merk of product, maar op basis van functie. Vul aan met FAIR-dataprincipes en het versterken van digitale competenties van zorgvragers en zorgverleners, en de implementatie krijgt een boost.