Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 05/01/2021

Volgens het OECD-rapport ‘Health at a Glance’ zijn er bemoedigende signalen die wijzen op het potentieel van een digitale transformatie van onze gezondheidszorg. We kunnen de uitdagingen rond preventie aan wanneer we inzetten op gepersonaliseerde en participatieve zorgmodellen waarin zorgprofessionals werken in (multidisciplinaire) teams en/of netwerken, ondersteund door digitale technologie. Een doorgedreven digitalisering maakt het mogelijk om snel behoeften te identificeren, samenwerking en efficiënte zorgorganisatie te realiseren en ‘zorgzoekers’ te empoweren.

Digitale medische toepassingen zijn een brede klasse van software en technologieën die de opvolging van de patiënt mogelijk maken buiten de conventionele zorgomgevingen. Ze omvatten draagbare en mobiele gezondheidsoplossingen (mHealth) en kunnen artificiële intelligentie en virtuele realiteit omvatten. De toepassingen bieden de mogelijkheid om een zeer persoonlijke en levenslange opvolging te voorzien van gezondheidsgedrag en -vaardigheden, vroegdetectie en screening, over hulp bij diagnose tot en met levenslange therapietrouw. In het bijzonder faciliteren ze empowerment en ervaring van de patiënt, zeker wat betreft de communicatie tussen patiënt en zorgverlener. Naast voordelen voor de patiënt zijn er ook organisatorische voordelen (gericht en snel identificeren van risicogroepen, diagnose en opvolging van behandeling met point-of-care analyses en wearables, vermindering van ongeplande ziekenhuisopnames of aantal opvolgraadplegingen, ...) beschreven in de Europese kaders.

Er is voldoende technologie voor betere preventie, maar de weg naar de klant is lang en traag.

Voordelen

De WHO telt meer dan 2 miljoen digitale medische toepassingen met potentiële waarde voor patiënten, zorgverleners, ziekenhuizen en overheden. Gezien de voordelen raadt de WHO aan om het gebruik van digitale technologieën uit te breiden om de toegang tot en de doeltreffendheid van preventieve gezondheidszorg te vergroten en om de kosten van gezondheidszorg te verlagen. Ze wijst daarbij niet enkel op de zuiver digitale toepassingen en legt net als het KCE de nadruk op het gebruik ervan in het kader van professioneel ondersteunde zorg. Hybride toepassingen spelen daar perfect op in door zowel te voorzien in een versterkte opvolging van de patiënt, als in de ‘opschaling’ naar persoonlijke interactie met de zorgprofessional. 

Technologie komt niet tegenover warme zorg te staan. Harvard Business Review stelde het zo: artificiële intelligentie zal de radioloog niet vervangen. Maar… radiologen die gebruik maken van AI, zullen radiologen zonder AI vervangen.

De digitalisering van zowel patiënten als zorgprofessionals is al verregaand. De Belgische resultaten blijken vrij goed aan te sluiten bij internationale trends: 90% van de huishoudens heeft een internetverbinding, 99 % van de Vlaamse huisartspraktijken gebruikt een elektronische toestemming voor het delen van medische gegevens, en de raadpleging van mijngezondheid.be voor resultaten en attesten werd tijdens de pandemie een routine. Bovendien zijn er duidelijke ethische kaders voor digitale toepassingen uitgewerkt door verschillende wetenschappelijke verenigingen en het Vlaams Patiëntenplatform. Technologie voor preventie is voldoende aanwezig, maar vindt haar weg nog te traag naar de klant. De Belgische digitale gezondheidsmarkt evolueert naarmate de interesse van zorgprofessionals toeneemt om patiënten op een digitale manier op te volgen. In een steekproef bij 98 Belgische ziekenhuizen past momenteel echter slechts 15% de digitale opvolging van het beheer van bijwerkingen toe voor hun kankerpatiënten. Het veilig uitwisselen en verbinden van data en toepassingen wordt essentieel. De FAIR-dataprincipes zijn daarbij leidend: we moeten data vindbaar, toegankelijk en interoperabel maken én inzetten op hergebruik. Dat vraagt om een duidelijk en transparant kader over wat er met al die data gebeurt en over de standaarden en procedures die gebruikt moeten worden om er toegang toe te krijgen.

Via internationale standaarden en eenvoudige, heldere procedures kan de overheid de digitale medische toepassingen enorm faciliteren. Het Health Data Agency is een eerste stap, de zorgatlas van de Vlaamse overheid een andere. Daarnaast zal onze regelgeving innovatie moeten toelaten en zelfs stimuleren. Dat vraagt om de nodige aanpassingen en regelluwte bij bijvoorbeeld personeelsnormering, de wet op uitoefening van de geneeskunde en het delen van medische gegevens.

De WHO raadt aan om digitale toepassingen uit te breiden. Ze verbeteren de toegang tot en de efficiëntie van gezondheidszorg. Digitale toepassingen verlagen de kosten van de gezondheidszorg via preventie.

Brug vormen

Zowel de zorgvragers als de zorgprofessionals moeten geholpen worden om hun digitale competenties te versterken. Zij moeten zich enerzijds veilig en vertrouwd voelen, maar anderzijds ook de capaciteiten hebben om te kunnen opereren in een digitale wereld en met die innovaties aan de slag te gaan. Dat kan mogelijk gemaakt worden via opleidingen, maar ook deels via de ondersteuning door bijvoorbeeld een innovatiecoördinator of een gezondheidsingenieur. Zulke functies maken de brug tussen de ‘koude’ digitale wereld en de ‘warme’ zorg, door de implementatiekloof waar we vandaag tegenaan lopen te overbruggen.

Contactpersoon

Daan Aeyels

Expert Welzijns- en Gezondheidsbeleid

imu - vzw - bebat 2025
imu - vzw - slimstock

Artikel uit publicatie