finance&invest.brussels: Een booster voor Brusselse bedrijven

Waar willen jullie verder op inzetten in de relance na corona?

Bogovic: “Met de achtergestelde leningen in onze gedelegeerde missie zijn we eind vorig jaar gestopt. De zuurstoflening loopt nog verder. Eind vorig jaar lanceerden we het fonds boosting.brussels. Met dit fonds verstrekken we achtergestelde leningen aan mature bedrijven, voor zover ze gezond zijn, om hun solvabiliteit te versterken. We kunnen tot 5 miljoen euro per dossier lenen. We hebben voor dit fonds 80 miljoen euro beschikbaar, waarvan de helft opgehaald bij publieke en private verzekeraars, naast een kwart van zowel het gewest als de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.”

Hermant: “We kunnen beroep doen op de waarborgen van het Europees Investeringsfonds. Dat laat ons toe de risicopremie te beperken en voordelige rente aan te bieden, in orde van grootte van 6% . We hebben reeds voor een 35 miljoen euro aan dossiers in de pipeline. Het gaat om de financiering van een strategisch groeiplan of een overname. Er moet wel waarde gecreëerd worden voor Brussel, op een duurzame manier.”

Los van de strijd tegen de corona-crisis, wat is jullie strategie voor de toekomst?

Hermant: “We hebben sectoren geselecteerd waar we ons prioritair willen op richten. We deden dat op basis van een bevraging bij topbedrijven en investeerders en een vergelijkende analyse van steden die sterk staan als smart city. Zo kwamen we tot de conclusie dat we als Brussel sterk staan om wereldleider te zijn in niches die verbonden zijn met de aanwezigheid van Europese instellingen, ambassades, grote advocatenkantoren, lobbykantoren: govtech, legaltech, civictech. Een andere niche waar we op focussen, heeft te maken met de sterke aanwezigheid van financiële instellingen: fintech en assurtech. Daarnaast willen we inzetten op urban wellbeing, met healthcare, smart building, smart mobilitiy, maar ook op voeding en op de creatieve industrie. Voor elk thema kunnen we tot 30% van onze portefeuille gaan.”

Bogovic: “Los van corona, is de bedrijvigheid in Brussel een opsteker. Naast de corona-interventies, hebben we vorig jaar ons volume aan kredieten en participaties zien groeien. We hadden 63 dossiers, voor een 56 miljoen aan investeringen, waaronder tal van starters.”

Hermant: “We kunnen ook tot 30% buiten de  voornoemde focusthema’s investeren, wanneer de dossier voldoende meerwaarde hebben. Bedrijven kunnen steeds bij ons aankloppen. We wijzen ze de weg naar de meest aangewezen investeerder. Verder investeren wij ook tot 30% van onze portefeuille in fondsen, zoals bv. Planet First en M80. Dit laat ons toe ons risico te spreiden en toegang te krijgen tot expertise en netwerken die wij niet hebben.”

Jullie willen meer samenwerken met andere investeringspartners, over de grenzen van Brussel heen?

Hermant: “Jazeker, aansluiten bij netwerken van bedrijven en investeerders is voor ons zeer belangrijk. Daar kunnen we niet om Vlaanderen heen. We werken samen met de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV), we delen met hen zelfs een medewerker, of met Vlaamse investeringsfondsen of onderzoekscentra als IMEC.”

Bogovic: “We volgen de economische realiteit, waarbij bedrijven intergewestelijk actief zijn. Ook de samenwerking met andere private actoren willen we versterken. Daartoe haalden we bij de kapitaalsverhoging nieuwe privé-partners aan boord, zoals AG Insurance, Hydralis, Partena en Solvay. We werken ook samen met universiteiten en investeren in spinn offs via de interuniversitaire fondsen Qbic en Eebic, of rechtstreeks via ons programma Brustart.”

We zien een aantal grotere ondernemingen wegtrekken uit Brussel. Telewerk wordt allicht een blijver en zal maken dat er minder werknemers in Brussel op kantoor zullen zijn. Vormt dit geen bedreiging voor het economisch weefsel van Brussel?

Bogovic: “Er is een verschuiving gaande. Het kan zijn dat er bedrijven wegtrekken of ze plaatsen ook kantoren buiten Brussel. Maar tegelijk zien we veel nieuwe starters in Brussel en startups verhuizen naar Brussel, gelinkt aan de meertaligheid en in een zoektocht naar talent. Het is te vroeg voor conclusies over de netto-impact van de verschuiving.”

Hermant: “Als Europese hoofdstad blijft Brussel een belangrijke broedplaats voor starters en groeiers. Grote bedrijven willen zich ook dicht bij beschikbaar talent vestigen, en die worden veel geleverd door Brusselse universiteiten. We moeten wel blijven investeren in die Europese functie en in talent. Er is ook een sterke complementariteit binnen de Brusselse metropool, met logistiek en productie in de rand en bv. commerciële hoofdkantoren in het centrum. Ik geloof sterk in het potentieel van de Brusselse metropool. Met Brussel hebben we ook nog steeds een sterk merk. Toen ik zei de leiding te gaan nemen van finance&invest@brussels kreeg ik enthousiaste reacties van Amerikaanse kennissen – “waw, Brussels!” -  die vroegen hoeveel miljarden dollars ik dan beheerde…”