Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • Drie houtgerelateerde kmo’s uit Ronse ontwikkelen samen lokaal en ecologisch bouwmateriaal

Drie houtgerelateerde kmo’s uit Ronse ontwikkelen samen lokaal en ecologisch bouwmateriaal

Oost-Vlaanderen
  • 01/10/2024

Drie kmo’s in Ronse gaan in zee met elkaar om tot een uiterst duurzaam bouwmateriaal voor buitentoepassingen op basis van lokale populier te komen als ecologisch alternatief voor tropisch hardhout. Het gaat om houtzagerij Remi Ryckeboer, groothandel in ecologische houtbouw Eurabo en bio-energiespecialist Biosynergy die alledrie op een boogscheut van elkaar liggen. Niet-recycleerbare houtafvalstromen van Eurabo verwerkt Biosynergy in een biomassaketel waar Remi Ryckeboer de groene warmte van zal gebruiken in het eigen productieproces. “In de toekomst willen we het hele industrieterrein op ons warmtenet aansluiten.

Medebestuurder Biosynergie Thibaut De Veyt,  gedelegeerd bestuurder  Eurabo Peter Suys en eigenaar houtzagerij Remi Ryckeboer Jeroen Roos.

Tekst Laurens Fagard - foto Nathalie Dolmans

Circulariteit in zijn puurste vorm? Je treft het aan op de industriezone Pont West in Ronse. Drie houtgerelateerde kmo’s zochten elkaar enkele jaren geleden op om een samenwerking op poten te zetten. “In 2021 zijn we hier geland in Ronse met Biosynergy”, steekt medebestuurder Thibaut De Veyt van wal. “Wij ontwerpen en implementeren installaties voor bedrijven die hun biomassa willen omzetten naar groene energie. Omdat we meestal op de site van de klant werken, bouwden we een demo-installatie op ons eigen terrein met een aangekoppeld warmtenet. Eurabo paste perfect in het plaatje om onze biomassaketel te voeden.”

Als groothandel van hernieuwbare bouwmaterialen, focust Eurabo resoluut op houtbouw. “We hebben uiteraard ook restproducten die niet meer recycleerbaar zijn omwille van lijmresten bijvoorbeeld, zogenaamd B-hout. Die biomassa zal dagelijks naar Biosynergy gaan. Zo zijn we zeker van een nuttige invulling. De houtafvalstromen van de zagerij zien we als bijproducten en zetten we prioritair in voor andere toepassingen zoals houtvezelplaten, papier of pellets”, vult gedelegeerd bestuurder Peter Suys aan. De groene warmte die door de installatie wordt opgewekt, gaat op vandaag via een warmtenet onder meer naar buurbedrijven Kentucky Horsewear en ANG. Ook Remi Ryckeboer, een houtzagerij die Jeroen Roos in 2021 overnam en van de Westhoek naar Ronse herbestemde, zal zijn behoefte aan hernieuwbare proceswarmte (onder andere voor droogkamers) uit het net kunnen halen. “De Vlaamse Ardennen zijn voor ons een meer geschikte locatie voor ons bedrijf omdat ze rijker zijn aan bossen. Een extra troef is nu dat onze primaire productieprocessen nu deels kunnen teren op het warmtenet”, vertelt Jeroen.

Populaire populier

Naast het afstemmen van de processen op elkaar, is één van de voornaamste doelstellingen in het samenwerkingsverband de commercialisatie van een nieuw soort ecologisch bouwmateriaal. “De bomen die we bij Remi Ryckeboer tot balken zagen, komen grotendeels van bossen uit de Benelux. België importeert immers nog gigantische hoeveelheden hout uit alle hoeken van de wereld. Wij willen net met inheemse soorten werken die we hier rooien en opnieuw aanplanten volgens een uitgekiend bosbeheersplan zodat de ecologische voetafdruk voor een stuk verlaagt”, aldus Jeroen.

Populier is een inlands loofhout dat voldoende aanwezig is, maar nu massaal geëxporteerd wordt. “Jaren geleden probeerden we populieren planchetten aan de man te brengen, zonder al te veel succes”, vertrouwt Peter toe. “Het werd toen nog als minderwaardig hout gezien. Die perceptie is intussen aan het omslaan. Lokale houtproducten zijn terug van weggeweest.”

Om de populieren aan te planten, kijkt het drietal voornamelijk naar marginale gronden. Dat zijn braakliggende of vervuilde percelen. “Tijdens het project zijn we ons gaan focussen op fytoremediatie (een reeks van technieken die planten, bomen of andere micro-organismen gebruiken om verontreiniging in de bodem te verwijderen, om te zetten en af te breken, red.)”, zegt Thibaut. “Hiervoor zijn we in een parallel traject een samenwerking aan het opzetten met onder meer het Centrum voor Milieukunde van UHasselt en spin-off Bio2Clean, beiden gespecialiseerd in biosanering. Naast populier zijn ook hennep en wilgen efficiënt in het saneren. Ze zuigen veel water op waardoor er veel circulatie in de grond is en de verontreiniging sneller opgenomen en afgebroken wordt. Bovendien zijn het immens snelle groeiers.”

Het potentieel voor Ronse en Vlaanderen bij uitbreiding is volgens Thibaut dan ook groot. “In Ronse zijn er veel verontreinigde gronden door een lange historiek van zware industrie. En langs de N60 liggen er al decennialang percelen die onteigend zijn en niets bijdragen. Het gebeurt nog te vaak dat overheden en projectontwikkelaars niets doen met braakliggende terreinen, al dan niet in afwachting van (her)bestemming. Een gemiste kans voor zowel biodiversiteit als circulariteit. Op een klein stukje terrein achter Biosynergy doen we nu een proefproject met kort omloophout van wilg en carbon grass (miscanthus). 

De populieren planchetten zijn volgens Peter alvast een veelbelovend en duurzaam alternatief voor tropisch hardhout zoals padouk. “Nadat ze verzaagd zijn, behandelen we ze thermisch zodat de celwand van het hout ondoordringbaar wordt voor vocht. Zo vermijd je niet alleen dat de balken zwellen of krimpen, maar verminder je in grote mate het risico op houtrot. Vocht is immers een bron voor schimmels. Door die behandeling zouden we het hout kunnen gebruiken voor gevelbekleding en als volwaardig alternatief voor tropische houtsoorten”, zegt Peter.

“Het unieke element van deze samenwerking ligt er voornamelijk in dat we alles als puzzelstukjes in elkaar doen passen. Van verantwoord grondgebruik, lokale grondstof, technische innovatie, duurzaam afvalbeheer tot hernieuwbare energie. En dat binnen een economisch realistisch verhaal. Onze keten is op nog geen straal van 300 meter volledig rond”, aldus Thibaut. “Via VLAIO hebben we ingetekend om ondersteuning te krijgen voor de opstart van deze circulaire ketensamenwerking. We hopen dat ons dossier snel goedgekeurd wordt en dat de overheid dit soort initiatieven verder blijft aanmoedigen. Voor de toekomst zit er immers een gigantisch potentieel in vervat.”

(lees verder onder de foto)

De 3 houtgerelateerde kmo’s hopen  in de toekomst het hele industrieterrein op hun warmtenet aan te sluiten

Zwembad op biomassa

Naast bedrijven die op hun eigen terrein gebruik kunnen maken van een biomassaketel, liggen er voor steden en gemeenten volgens het drietal enorme kansen in het verschiet. “Zij zijn continu op zoek naar hernieuwbare energieoplossingen. Biomassa is een vorm van hernieuwbare energie die veel minder afhankelijk is van weersomstandigheden in vergelijking met zon of wind. Bovendien zitten nagenoeg alle overheden met een verouderd patrimonium aan gebouwen die hoge aanvoertemperaturen vergen voor de verwarming ervan. Het is dus een uitstekende aanvulling in de energiemix.”

"Daarnaast hebben steden en gemeenten veel braakliggend terrein dat al dan niet nog op sanering wacht. Op die manier combineer je de biologische manier van saneren met eigen teelt van duurzame en lokale biomassa. Daar zou je dan bijvoorbeeld zwembaden, sporthallen of rusthuizen mee kunnen verwarmen. Het zou hoe dan ook een duwtje geven om hun CO2-doelstellingen sneller te bereiken.”
Dat de duurzaamheid van biomassa soms nog in twijfel getrokken wordt, begrijpt Jeroen volledig. “Om duurzaam te zijn, moet je lokaal produceren en consumeren. De perceptie rond biomassa is volledig scheefgetrokken doordat er massale handel op gang komt tussen landen. Berken die verscheept worden vanuit Scandinavië om hier te versnipperen en dan terug te sturen, kan ook niet de bedoeling zijn.”

Warmtenet uitbreiden

Met de verdere opschaling van het industrieterrein Pont West in de toekomst, hoopt Thibaut dat het warmtenet zal uitbreiden. “Onze bedrijven waren onderdeel van de eerste fase. In een ideale wereld zouden de tweede en derde fase in principe niet op het gasnetwerk, maar op een hernieuwbaar warmtenet moeten aansluiten. Momenteel zitten we met vier aansluitingen op het biomassawarmtenet. Bedrijven met een grotere en groene warmtebehoefte passen hier dus volledig. Het zou fijn zijn als we op die manier in Ronse een cluster van duurzame bedrijven kunnen creëren. Op lange termijn heb je dan sowieso een streepje voor.”