Overslaan en naar de inhoud gaan
Map

De slag om Oost-Vlaanderen

  • 04/06/2024

Op minder dan een week voor de Europese, federale en Vlaamse verkiezingen bracht Voka Oost-Vlaanderen zeven Oost-Vlaamse lijsttrekkers samen in de VierNulVier voor een kopstukkendebat. Met onder andere de premier, twee vice-eersteministers uit de  federale regering en een Vlaams minister zakten de absolute politieke zwaargewichten af naar Gent. De meer dan 750 ondernemers in de zaal keken vol spanning uit naar wat de dames en heren politici te zeggen hadden.  

De VierNulVier en niet het Wintercircus – zoals initieel voorzien – vormde het toneel voor een spraakmakend Oost-Vlaams kopstukkendebat. Een week voor het Voka Jaarfeest kregen we immers een moeilijk te begrijpen no-go van de Gentse brandweer en waren we wegens gewijzigde brandweervereisten genoodzaakt om een andere locatie te zoeken. Bijzonder zuur, zeker als je weet dat in maart duizenden aanwezigen van het FTI-festival genoten, zonder ook maar één noemenswaardig incident. Met het spreekwoord ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ in gedachten gingen we vurig aan de slag om het Voka Jaarfeest vorm te geven op de nieuwe locatie.  

Politieke evenwichtskunsten in de Weetstraat

In de laatste rechte lijn naar de verkiezingen van 9 juni schoof de fine fleur van de Oost-Vlaamse politiek aan voor het kopstukkendebat van Voka Oost-Vlaanderen. Waren van de partij: Alexander De Croo (Open Vld), Petra De Sutter (Groen), Guy D’Haeseleer (Vlaams Belang), Matthias Diependaele (N-VA), Joris Vandenbroucke (Vooruit), Vincent Van Peteghem (CD&V) en Robin Tonniau (PVDA). Omdat onze leden in de laatste week voor de verkiezingen al veel klassieke debatten te zien gekregen hadden, kozen we voor een licht andere benadering. De grappigste der (Neder)Belgen Jan Jaap van der Wal vervelde tot politiek debatmoderator en kon rekenen op Bart Van Craeynest, de Voka hoofdeconoom, als economisch factchecker die politieke luchtkastelen genadeloos doorprikte. 

Om het debat over de bezorgdheden van onze leden te laten draaien, baseerden we ons op de Weetstraat enquête. Voka nam begin maart een enquête af bij 1.600 Vlaamse ondernemers, over alle provincies, alle sectoren en allerlei groottes van ondernemingen. De 1.600 respondenten gaven ineens ook 10 prioriteiten voor de volgende legislatuur mee:  

  • Lagere loonkosten
  • Gezonde overheidsfinanciën
  • Versterking concurrentiepositie
  • Betere mobiliteit
  • Minder regeldruk en complexiteit
  • Lagere belastingen
  • Vlottere vergunningsprocedures
  • Strategie voor de industrie
  • Beter onderwijs
  • Beter werkende (minder rigide) arbeidsmarkt 

Ieder kopstuk kreeg de kans om op basis van bovenstaande prioriteiten een vooraf opgenomen videopitch van 30 seconden te bezorgen om de thema’s van het debat aan te snijden.

Op basis van de inhoud van iedere pitch moesten de kopstukken telkens plaatsnemen op een groene (akkoord) of rode stoel (niet akkoord) van onze Zweedse meubelsponsor.  De politieke stoelendans werd gesmaakt en zorgde bij ieder thema/ronde voor verschillende coalities. Een voorproefje voor de realiteit na 9 juni?  

Electorale behaagzucht versus budgettaire realiteit

Twee hoopgevende momenten tijdens het debat: Op de vraag of er meer respect voor ondernemers én een strategie voor de industrie moet komen, waren de zeven lijsttrekkers het roerend eens. Ook over het belang van een vlot vergunningenbeleid, gezonde overheidsfinanciën en ‘werk moet meer lonen’ werd unaniem voor de groene stoel gekozen. Voka hoofdeconoom Bart Van Craeynest merkte terecht op dat het beleid van de voorbije jaren op veel van deze domeinen eerder de andere richting uitging. Zo belanden vandaag meer vergunningsaanvragen dan vroeger in een lawine aan procedures en beroepen: maar liefst 30% van de vergunningsaanvragen waarover in 2023 een beslissing is genomen, leidt niet tot een vergunning.

Een belangrijk manco bij veel partijen, is de uitwerking van de betaalbaarheid. Over de vele miljarden aan extra belastingen op kapitaal die meerdere partijen voorstellen bleef het muisstil. Het Planbureau lijkt dit alvast bij te treden, want ze hebben de economische impact van de ideeën van de politieke partijen doorgerekend. Hun conclusie? In geen enkel plan zakt het Belgische begrotingstekort tegen 2029 tot onder 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Ook de ambitie om de werkzaamheidsgraad naar 80 procent op te krikken tegen 2030 lijkt onhaalbaar. Zelfs partijen die de lasten op vermogens spectaculair optrekken om zo de fiscale druk op arbeid te verlagen, halen die doelstelling niet.

“Dit is het beste land ter wereld”, liet moderator Jan Jaap zich plots ontvallen, maar België kan beter. Om echte stappen vooruit te zetten, moeten de electorale slogans en breekpunten plaats ruimen voor gefundeerde en becijferde plannen. Moeten de politieke partijen - over de partijgrenzen heen - werken aan een plan dat de randvoorwaarden creëert waarbinnen we allemaal samen meer welvaart kunnen creëren.  

We moeten volop inzetten op duurzame en gedeelde groei, waar iedereen beter van wordt en een beleid waar ondernemingen terug de aandacht krijgen die ze verdienen.  

Want sterke ondernemingen, daar wordt iedereen beter van.  


 

Contactpersoon

Simon Lefèvre

Belangenbehartiging - Haven - Persverantwoordelijke

OV - Festival van Vlaanderen
Gent Jazz 2024