Op deze pagina vind je een overzicht van alle projecten die op 15 mei 2025 gepresenteerd zullen worden op de VIVES Hogeschool. Dit biedt alvast een eerste blik op de mogelijke samenwerkingskansen.
De LifeCity en LifeTree app: neem de regie om veerkrachtig op te groeien
De apps LifeCity (voor kinderen van 6 tot 12 jaar) en LifeTree (voor jongeren van 12+) versterken veerkracht bij kinderen en jongeren door het faciliteren van gesprekken over kernthema’s zoals zelfsturing en mediawijsheid. Deze apps benutten digitale tools om communicatie te verbeteren, signalen vroegtijdig te herkennen, en preventieve acties te ondersteunen. Ze focussen op de talenten van jongeren en hun begeleiders en versterken verbindingen binnen hun netwerken.
- Kennisinstelling: HOGENT 360° Zorg en Welzijn
- Naam & voornaam onderzoeker: De Wilde Joke, projectcoördinator FAITH (Faciliterende IT in de Hulpverlening)
Veel kinderen en jongeren geven signalen dat het niet goed met hen gaat, zoals een stijging in gedragsproblemen op school en een toename van kinderen en jongeren op spoed met suïcideklachten. Deze kinderen en jongeren zijn de verbinding kwijt en missen een betekenisvolle andere in hun netwerk. We zijn verleerd om te luisteren en signalen op te vangen van kinderen en jongeren vooraleer er een crisis ontstaat.
De apps LifeCity (voor kinderen van 6 tot 12 jaar) en LifeTree (voor jongeren van 12+) helpen gesprekken te ondersteunen met kinderen en jongeren rond thema's die belangrijk zijn bij het veerkrachtig opgroeien. De apps zetten in op eigen regie, hulpcontinuïteit en mediawijsheid, en richten zich op de krachten en talenten van kinderen, jongeren en hun begeleiders. Via digitale tools worden de communicatiemogelijkheden uitgebreid, waardoor signalen eerder kunnen worden opgevangen en preventie mogelijk wordt. De apps brengen de krachten en het netwerk van kinderen en jongeren in kaart en zetten in op verbinding met een betekenisvolle andere.
Kinderen en jongeren zijn onze toekomst. Door te investeren in hun welzijn en veerkracht, dragen we bij aan een betere toekomst voor iedereen. De apps helpen om eerder signalen op te vangen en in te zetten op preventie, waardoor de druk op gespecialiseerde zorg vermindert en wachtlijsten kunnen worden verkort.
Kinderen en jongeren in de schoolleeftijd.
€ 100.000
Iedereen met een hart voor kinderen en jongeren kan interesse hebben om dit project mee te ondersteunen. Investeren in laagdrempelige initiatieven en preventie is essentieel om de druk op gespecialiseerde zorg te verminderen en wachtlijsten te verkorten.
Samenwerkingen met onderwijs, jeugd- en welzijnswerk, jeugdhulpverlening en psychiatrie zijn cruciaal om de apps op grote schaal uit te rollen en de impact te vergroten.
REE: Rustmetabolisme en gepersonaliseerd voedingsadvies bij oncologische patiënten
De pilootstudie uit 2024 over het gebruik van Indirecte Calorimetrie (IC) bij oncologische patiënten toonde aan dat IC de voedingszorg personaliseert door inzicht in individuele energiebehoeften. Dit helpt bij het aanpassen aan veranderende voedingsgewoonten door kanker, zoals verminderde eetlust en gewichtsverlies. Patiënten waarderen ook de informatie over hun spier- en vetmassa uit IC- en DEXA-metingen, wat hun inzicht in herstel verbetert. Gezien deze positieve resultaten, streeft het vervolgproject naar een uitgebreider onderzoek binnen de oncologie, gericht op het optimaliseren van gepersonaliseerde voedingszorg en het verbeteren van patiënttevredenheid en welzijn.
- Kennisinstelling: Hogeschool VIVES
- Naam & voornaam onderzoeker: Plovie Barbara, Onderzoeker Health Promotion
Voeding speelt een cruciale rol in de ondersteuning van oncologische patiënten, met een directe impact op zowel hun herstel als kwaliteit van leven. Door energie-inname en energieverbruik beter op elkaar af te stemmen, kunnen complicaties worden verminderd en behandelingen effectiever worden. In de huidige praktijk baseren ziekenhuizen voedingsadviezen vaak op standaardprotocollen, zoals een anamnese, die slechts een schatting geven van de energiebehoefte. Deze aanpak kan leiden tot onder- of overvoeding, met negatieve gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van patiënten. IC maakt daarentegen een nauwkeurige meting van het rustmetabolisme mogelijk, waardoor voedingszorg beter kan worden afgestemd op de individuele behoeften van patiënten. Dit draagt niet alleen bij aan het voorkomen van voedingsgerelateerde complicaties, maar bevordert ook het herstelproces en verbetert de algehele behandelingservaring.
In een eerdere pilootstudie (2024) naar het gebruik van IC bij oncologische patiënten onder actieve behandeling heeft veelbelovende resultaten opgeleverd. Zowel patiënten als diëtisten reageerden positief op de introductie van IC in het behandelingstraject. Uit interviews bleek dat kanker aanzienlijke veranderingen in voedingsgewoonten met zich meebrengt. Sommige patiënten omarmen gezondere voedingspatronen, wat hen een gevoel van controle geeft en bijdraagt aan hun welzijn. Tegelijkertijd ervaren anderen verminderde eetlust, smaakveranderingen of dieetbeperkingen. Deze gecombineerd met gewichtsverlies, kunnen fysiek als mentaal belastend zijn. IC kan hier een belangrijke rol spelen door inzicht te bieden in de energiebehoefte en voedingszorg beter te personaliseren. Daarnaast toonden interviews aan dat patiënten positief staan tegenover IC- en DEXA-metingen. Patiënten waarderen de waarde voor hun behandeltraject. De informatie over spiermassa en vetpercentage helpt hen inzicht te krijgen in hun gezondheid en herstel. Deze studie was beperkt in omvang en richtte zich op een kleine groep patiënten met maag-, darm- en leveraandoeningen binnen twee ziekenhuizen. Met een vervolgproject willen we de inzichten uit de pilootstudie uitbreiden door een grootschalig onderzoek uit te voeren naar de toepassing van IC binnen de oncologie. Het doel is om zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens te verzamelen van een diverse en grotere populatie oncologische patiënten. Kwantitatieve gegevens omvatten metingen van rustmetabolisme, spiermassa, vetmassa, type behandeling, etc. Kwalitatieve gegevens richten zich op de fysieke, mentale, sociale gezondheid en pijnervaring. Door dit project te realiseren, kunnen we bijdragen aan een gepersonaliseerde voedingszorg voor oncologische patiënten. Deze aanpak versterkt niet alleen de patiënttevredenheid en het welzijn, maar biedt daarnaast handvatten voor een efficiëntere en effectievere organisatie van de voedingszorg in ziekenhuizen.
Dit onderzoek heeft een dubbele meerwaarde. Ten eerste biedt het directe voordelen voor patiënten door hun voedingszorg te optimaliseren, wat kan bijdragen aan een verbeterde kwaliteit van leven en behandelingsuitkomsten. Ten tweede genereert het waardevolle inzichten voor zorgverleners en ziekenhuizen, waardoor best practices rond IC gedeeld kunnen worden binnen de Vlaamse gezondheidszorg. Daarnaast hopen we lacunes in de wetenschappelijke kennis op te vullen, zoals de impact van verschillende typen kanker op energiebehoeften, die momenteel onvoldoende onderzocht zijn.
Oncologische patiënten binnen het Vlaamse zorglandschap en hun zorgverleners.
Grootste prioriteit betreft de aankoop van een indirecte calorimeter (+/- € 25.000). De meeste ziekenhuizen beschikken over dergelijke apparatuur, echter deze dient te worden ingezet voor de praktijk, wat gebruik binnen onderzoek minder urgent maakt. Een verplaatsbaar toestel bruikbaar binnen de studie zou een enorme meerwaarde zijn.
Met deze investering dragen investeerders direct bij aan innovatie en verbetering in de oncologische zorg, terwijl ze zich positioneren als voorlopers in medische vooruitgang en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het biedt een mogelijkheid om betrokken te zijn bij de ontwikkeling van nieuwe zorgstandaarden en protocollen. Alsook een verruiming van het netwerk door mogelijkheden tot samenwerking met ziekenhuizen, onderzoekers en andere stakeholders in de medische en voedingssector. Dit onderzoek kan leiden tot nieuwe toepassingen van indirecte calorimetrie in andere medische domeinen, waardoor commerciële kansen ontstaan. Op termijn kunnen ziekenhuizen en zorginstellingen IC breder willen implementeren, wat verdere financieringsmogelijkheden kan opleveren.
Om het project succesvol te valoriseren en een blijvende impact te realiseren binnen de gezondheidszorg, is het essentieel om samenwerkingen aan te gaan met diverse stakeholders. Dit versterkt niet alleen de wetenschappelijke en klinische relevantie, maar opent ook de deur naar verdere implementatie, financiering en brede acceptatie van indirecte calorimetrie (IC) binnen de oncologische zorg. Een belangrijke pijler voor de implementatie van IC is de samenwerking met ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Deze instellingen vormen de kern van de oncologische zorg en kunnen bijdragen aan de praktische toepassing en evaluatie van indirecte calorimetrie in klinische settings. Dit betreft onder andere Universitaire ziekenhuizen, regionale ziekenhuizen, revalidatiecentra, woonzorgcentra en palliatieve zorginstellingen. Daarnaast is ook de betrokkenheid van beleidsmakers en overheidsinstanties zoals de Vlaamse overheid, kankerorganisaties en/of gezondheidsraden. Andere mogelijkheden zijn samenwerkingen met diverse academische en onderzoeksinstellingen, alsook de industrie en technologische partners.
SCOBE: Smart glasses voor coaching en begeleiding in de eerstelijnszorg
Het doel van het SCOBE-project is vierledig: (1) de functionaliteiten van smart glasses verkennen en testen in woonzorgcentra en thuisverpleging, (2) de implementatievoorwaarden analyseren vanuit het oogpunt van zorgvragers, zorgverleners, en de technische, ethische en juridische aspecten, (3) een gebruikskader ontwikkelen voor zorgorganisaties om deze technologie te implementeren, en (4) de economische en maatschappelijke impact ervan beschrijven.
- Kennisinstelling: Arteveldehogeschool
- Naam & voornaam onderzoeker: Vanbosseghem Ruben, Schramme Justine, Van den Bussche Karen, Van de Looverbosch Lucie, onderzoekers Gezondheid & Zorg
In de gezondheidszorg is er een groeiende nood aan expertise op afstand, denk maar aan gespecialiseerde handelingen zoals wondzorg. Zorgverleners in de eerste lijn en woonzorgcentra hebben niet altijd direct toegang tot gespecialiseerde kennis, wat de kwaliteit en efficiëntie van de zorg kan beïnvloeden. Bovendien is handsfree werken essentieel om hygiëne en precisie te waarborgen. Smart glasses bieden in verschillende sectoren een innovatieve oplossing voor dit probleem, door experts op afstand in real-time mee te laten kijken en advies te geven. Maar welke mogelijkheden bieden smart glasses voor de eerstelijnszorg en woonzorgcentra?
Het doel van het SCOBE-project is om (1) de mogelijkheden van smart glasses te beschrijven en te testen in woonzorgcentra en de thuisverpleegkunde (2) de implementatievoorwaarden te onderzoeken vanuit het perspectief van de zorgvragers en bewoners, zorgverleners, technische vereisten en ethische en juridische aspecten (3) een gebruikskader te ontwikkelen voor zorgorganisaties om de slimme brillen te implementeren (4) de economische en maatschappelijke impact te beschrijven.
Smart glasses dragen bij aan een efficiëntere en kwalitatief betere zorgverlening. Doordat experts op afstand kunnen meekijken, ontvangen patiënten sneller de juiste hulp zonder onnodige verplaatsingen of extra consultaties. Dit bespaart niet alleen tijd en moeite voor de patiënt, maar vermindert ook de werklast voor zorgverleners en verlaagt de kosten voor de ziekteverzekering.
Zorgorganisaties, technologiebedrijven.
Flexibele investeringsmogelijkheden maken de implementatie van smart glasses in de zorg toegankelijk voor diverse organisaties. Met kleinere budgetten kunnen zorginstellingen de technologie eenvoudig integreren en testen in de praktijk. Grotere investeringen bieden de kans om op maat gemaakte softwareapplicaties en geavanceerde integraties te ontwikkelen, waardoor smart glasses optimaal worden afgestemd op de behoeften van de zorgsector.
Smart glasses zijn een veelbelovende innovatie in de gezondheidszorg met aanzienlijk groeipotentieel. Door gerichte investeringen in onderzoek en ontwikkeling kunnen deze technologieën verder geoptimaliseerd worden voor zorg- en medische toepassingen. Daarnaast biedt de ontwikkeling van gespecialiseerde softwareoplossingen kansen om smart glasses naadloos te integreren in de zorgpraktijk, waardoor ze een essentiële tool worden voor zorgverleners. Dit opent niet alleen nieuwe marktkansen, maar versterkt ook de efficiëntie en kwaliteit van de zorg.
Door samen te werken met zorgorganisaties kunnen we de praktische inzet en implementatie van smart glasses verder onderzoeken en optimaliseren. Partnerships met technologiebedrijven kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van geavanceerde smart glasses, op maat gemaakte applicaties en integratie met huidige softwaresystemen zoals het elektronisch zorgdossier, waardoor deze technologie maximaal wordt benut binnen de gezondheidszorg. Samenwerking met overheden en beleidsmakers kan leiden tot de ontwikkeling van maatregelen en kaders voor (terug)betalingsregelingen, waardoor de implementatie van smart glasses in de zorg financieel haalbaarder wordt.
Zorgprofessionals in privépraktijken integreren steeds vaker gezondheidsapps in hun werkprocessen. Hoewel certificeringsschema's en CE-markeringen vaak worden beschouwd als belangrijke vertrouwensfactoren bij de adoptie van gezondheidstechnologieën, vallen veel van deze apps niet onder bestaande regelgeving omdat ze geen medische hulpmiddelen zijn. Dit gebrek aan regulering zorgt voor onzekerheid bij zowel ontwikkelaars als gebruikers, aangezien de factoren die invloed hebben op adoptie en vertrouwen onduidelijk blijven. Zonder inzicht in de besluitvormingsprocessen van zorgprofessionals riskeren appfabrikanten producten te ontwikkelen die niet aansluiten bij de verwachtingen van gebruikers, wat hun effectiviteit en marktsucces beperkt.
Dit project heeft als doel de belangrijkste besluitvormingsfactoren te identificeren die zorgprofessionals in privépraktijken gebruiken bij de keuze voor gezondheidsapps. Door inzicht te krijgen in criteria zoals gebruiksvriendelijkheid, gegevensbeveiliging, kosten en integratie met bestaande systemen, kunnen appontwikkelaars producten ontwerpen die beter aansluiten op de behoeften en verwachtingen van gebruikers. Om dit doel te bereiken, volgt het project een gestructureerde methodologie. Dit omvat het identificeren van een representatieve groep zorgprofessionals voor interviews, het in kaart brengen van de gezondheidsapps die zij momenteel gebruiken en het classificeren van deze apps op basis van hun status als medisch hulpmiddel of niet-gecertificeerd product. Aangezien traditionele certificeringsfactoren niet van toepassing zijn op niet-medische apps, zal de studie ook alternatieve vertrouwensfactoren verkennen die de adoptie beïnvloeden. Dit biedt diepere inzichten in hoe zorgprofessionals digitale tools evalueren en selecteren voor hun praktijk.
Dit project draagt bij aan de ontwikkeling van effectievere en gebruiksvriendelijkere gezondheidsapps die daadwerkelijk voldoen aan de behoeften van zorgprofessionals. Door de belangrijkste drijfveren achter app-adoptie te identificeren, helpt het onderzoek ervoor te zorgen dat digitale tools worden ontworpen om de workflow-efficiëntie, gegevensbeveiliging en gebruiksgemak te verbeteren. Dit bevordert een betere integratie van technologie in privépraktijken, wat leidt tot een verhoogde patiëntenbetrokkenheid, efficiëntere administratie en uiteindelijk een betere zorgverlening. Door vertrouwen en bruikbaarheid van digitale gezondheidstoepassingen te stimuleren, ondersteunt het project een toegankelijker, efficiënter en patiëntgerichter zorgsysteem.
De primaire doelgroep van dit project bestaat uit zorgprofessionals in privépraktijken, zoals artsen, fysiotherapeuten en psychologen, die afhankelijk zijn van gezondheidsapps om hun dagelijkse werkprocessen te verbeteren. Daarnaast zullen appontwikkelaars en fabrikanten profiteren van de inzichten, waardoor zij gebruiksvriendelijkere en effectievere digitale gezondheidstoepassingen kunnen ontwikkelen. Tot slot kunnen onderzoekers in gezondheidstechnologie en beleidsmakers de resultaten gebruiken om trends in de sector beter te begrijpen, regelgeving te onderbouwen en richtlijnen te ontwikkelen voor niet-medische gezondheidsapps.
Dit project zou een looptijd van een jaar hebben en een budget vereisen van € 80.000
Investeren in dit project biedt waardevolle marktinzichten die appfabrikanten in staat stellen hun producten te verfijnen op basis van de werkelijke besluitvormingsfactoren van zorgprofessionals. Aangezien de markt voor digitale gezondheidsoplossingen blijft groeien, is er een toenemende vraag naar op maat gemaakte toepassingen die effectief inspelen op de behoeften van privépraktijken. Door de belangrijkste selectiecriteria in kaart te brengen, helpt het project de gebruikersadoptie en -tevredenheid te verbeteren, wat uiteindelijk de commerciële slaagkansen van gezondheidsapps vergroot. Daarnaast kunnen de inzichten bijdragen aan reguleringsdiscussies over niet-medische gezondheidsapps, waardoor investeerders en industrieleiders een voortrekkersrol kunnen spelen bij opkomende standaarden en best practices in digitale gezondheidszorg.
Het succes van dit project hangt af van samenwerking met diverse belanghebbenden. Het betrekken van zorgprofessionals in privépraktijken via enquêtes en interviews zal waardevolle inzichten opleveren in hun besluitvormingsprocessen bij de keuze van gezondheidsapps. Vervolgens zal samenwerking met appontwikkelaars en softwarebedrijven bijdragen aan de vertaalslag van onderzoeksresultaten naar verbeteringen in productontwerp en functionaliteit. Ten slotte zal samenwerking met technologieverenigingen en onderzoeksinstellingen helpen om de bevindingen te valideren, academische geloofwaardigheid toe te voegen en de bredere acceptatie van best practices in digitale gezondheidsinnovatie te ondersteunen.
VIP-VR Parkinson (Visuele Innovatieve Perturbatie in Virtual Reality voor personen met Parkinson)
Het projectdoel is tweeledig: ten eerste, het ontwikkelen van een immersieve en compacte evaluatie- en trainingsmethode voor visuele perceptietraining bij Parkinsonpatiënten, door bestaande software te integreren in een head-mounted display met eye-tracking. Dit maakt toepassing mogelijk op standaard loopbanden in revalidatiecentra en privé-praktijken, met dieper inzicht in visuele afhankelijkheid tijdens het lopen. Ten tweede, na stabilisatie van deze technologie, het creëren van een betaalbare trainingsmodule voor eerstelijnszorgverleners om de methode breder toegankelijk te maken en meer patiënten te laten profiteren.
- Kennisinstelling: Universiteit Gent
- Naam & voornaam onderzoeker: Prof. Anke Van Bladel - Docent Neurorevalidatie
In ons land lijden naar schatting 40.000 tot 50.000 mensen aan de ziekte van Parkinson, en dit aantal neemt toe. Naast een hogere vermindering en vertraging in de bewegingen, moeilijkheden met de start van bewegingen, beven en spierstijfheid. In latere stadia ontstaat een verstoorde houding en bij vele patiënten een drastische toename van de valneiging. Evenwicht hangt af van meerdere factoren, maar bij Parkinson-patiënten ontstaat een verhoogde afhankelijkheid van visuele en sensorische informatie. Dit verhoogt het valrisico, maar kan ook therapeutisch benut worden. Virtuele realiteit (VR) training biedt hierbij een innovatieve aanpak. VR-gebaseerde evenwichtstraining, zoals visuele perturbatietraining (VPT), helpt patiënten hun visuele afhankelijkheid te verminderen en evenwicht te verbeteren. Resultaten van een recente studie tonen aan dat VPT training de visuele afhankelijkheid kan verminderen in personen met de ziekte van Parkinson. Bijkomend werden ook verbeteringen in de temporele gangparameters gevonden. Deze innovatieve aanpak biedt dus veelbelovende perspectieven voor het verbeteren van het evenwicht en het stappen bij personen met Parkinson, met als uiteindelijk doel het verminderen van het valrisico en het verhogen van de zelfstandigheid en levenskwaliteit. Voorlopig is deze therapievorm enkel beschikbaar op het GRAIL systeem, een loopband in een VR omgeving. Er zijn momenteel in België slechts vier van deze GRAIL systemen beschikbaar waarvan er slechts twee gebruikt worden voor therapeutische behandelingen. We zijn dus op zoek naar een manier om deze therapievorm meer toegankelijk te maken voor een grotere groep personen met de ziekte van Parkinson. Dit zou toestaan om verder onderzoek te doen naar deze therapievorm in een grotere groep patiënten, maar anderzijds ook om het gebruik van deze therapievorm in de klinische praktijk te kunnen integreren.
De doelstelling van dit project is tweeledig. Ten eerste streven we naar een immersieve en compacte evaluatie- en trainingsmethode voor VPT training bij personen met de ziekte van Parkinson. Dit zou kunnen worden gerealiseerd door de bestaande software te integreren in een head-mounted display (HMD). Hierdoor wordt het mogelijk om deze technologie toe te passen op een conventionele loopband die in vrijwel elk revalidatiecentrum en in privé-praktijken kinesitherapie beschikbaar is. Door te kiezen voor een headset met geïntegreerde eye-tracking kunnen aanvullende data worden verzameld, wat waardevolle inzichten biedt in het functioneren van personen met de ziekte van Parkinson. Deze mogelijkheid ontbreekt in de huidige opstelling en zal nog meer inzicht geven in de rol van visuele afhankelijkheid tijdens het stappen bij personen met de ziekte van Parkinson. Ten tweede, zodra deze configuratie stabiel functioneert willen we een betaalbare trainingsmodule ontwikkelen die toegankelijk is voor alle eerstelijnszorgverleners. Dit zal bijdragen aan de bredere implementatie en opschaling van deze innovatieve en effectieve trainingsmethode, waardoor meer patiënten de voordelen van deze technologie kunnen ervaren.
Gezien de toename van het aantal personen met de ziekte van Parkinson en hun verhoogd risico op valincidenten, is er een dringende behoefte aan innovatieve, efficiënte en breed toepasbare revalidatiemethoden. De integratie van VPT-training binnen het Belgische revalidatielandschap vertegenwoordigt een significante maatschappelijke meerwaarde. Door de technologie toegankelijk te maken voor eerstelijnszorgverleners, kunnen patiënten reeds in een vroeg stadium een aangepaste behandeling krijgen. Dit kan niet alleen het aantal ziekenhuisopnames en de bijbehorende zorgkosten aanzienlijk reduceren, maar draagt ook bij aan een duurzamer en efficiënter gezondheidszorgsysteem. Bovendien bevordert deze aanpak de autonomie en levenskwaliteit van personen met Parkinson, wat zowel op individueel als maatschappelijk niveau een positieve impact heeft.
Deze ontwikkeling biedt een aanzienlijke meerwaarde voor verschillende doelgroepen binnen de gezondheidszorg. In de eerste plaats zullen personen met de ziekte van Parkinson zelf een verminderde kans ervaren op vallen met eventuele bijhorende complicaties. Door de toepassing van innovatieve trainingstechnieken worden evenwicht en gang verbeterd/in stand gehouden wat hun zelfstandigheid en de levenskwaliteit verhoogt. Ook voor eerstelijnszorgverleners, zoals kinesitherapeuten, revalidatiecentra en ziekenhuizen is deze ontwikkeling belangrijk. De technologie maakt het mogelijk om geavanceerde revalidatietechnieken toe te passen zonder de noodzakelijke aankoop van gespecialiseerde en dure apparatuur, zoals het GRAIL-systeem. Hierdoor kunnen deze zorgverleners de beste zorg bieden aangepast aan de specifieke noden van de patiënt. Verder biedt deze ontwikkeling ook belangrijke voordelen voor beleidsmakers. Door het risico op valincidenten te verlagen, wordt niet alleen de individuele patiënt beschermd, maar worden ook de kosten binnen de gezondheidszorg gereduceerd door een afname in ziekenhuisopnames en in langdurige behandel- en zorgtrajecten. De introductie van deze innovatieve aanpak draagt bovendien bij aan de verschuiving naar een meer preventieve en gepersonaliseerde zorg, wat op lange termijn bijdraagt aan de duurzaamheid en efficiëntie van het Belgische gezondheidszorgsysteem. Ten slotte opent deze technologie nieuwe perspectieven voor onderzoeksinstellingen. Het biedt een solide basis voor verder wetenschappelijk onderzoek op grote schaal naar de effectiviteit van VR-gebaseerde revalidatie bij personen met de ziekte van Parkinson en ondersteunt de ontwikkeling van datagedreven en gepersonaliseerde behandelingsstrategieën.
In het eerste jaar ligt de nadruk op de iteratieve ontwikkeling van een prototype. Hiervoor zouden we willen investeren in een doctoraatstudent om het onderzoek uit te voeren en de betrokkenheid van verschillende partners binnen de ontwikkeling van een prototype te coördineren. In het tweede (en deels 3de) jaar willen we het ontwikkelde prototype testen in bredere context door een multicenter studie te organiseren die de effectiviteit en gebruiksvriendelijkheid van deze therapie onderzoekt. Tenslotte willen we werken aan een trainingsmodule die commercieel op de markt gebracht kan worden binnen de gezondheidszorg. Deze kosten kunnen deels gedragen worden door firma’s met deze capaciteiten of door geschikte projectaanvragen samen met een firma. Een andere mogelijkheid tot samenwerking is een beperkt project dat enkel leidt tot het ontwikkelen van het prototype waarna door de onderzoeksgroep gepaste financiering kan gevraagd worden voor vervolgstudies. Personeelskosten: Softwareontwikkelaar (freelance, fulltime, 220 werkdagen/jaar): € 80.000/jaar of samenwerking met een firma die hierin kan investeren. Fulltime doctoraat student met als achtergrond kinesitherapeut of bewegingswetenschapper: € 55.000/jaar. Andere kosten (brillen, licenties, data storage, disseminatie….): € 35.000.
Dit project biedt een oplossing voor het groeiende aantal Parkinson-patiënten en hun verhoogd valrisico. Door innovatieve revalidatiemethoden toegankelijk te maken, verlaagt het zorgkosten en verkort het revalidatieperiodes, wat voordelig is voor zowel patiënten als zorginstanties. Daarnaast introduceert het een schaalbare en betaalbare VR-oplossing voor de revalidatiesector. De integratie van visuele perturbatietraining met conventionele loopbanden biedt een concurrentievoordeel in de digitaliserende gezondheidszorg. De combinatie van VR-revalidatie en datagestuurde inzichten maakt het project aantrekkelijk voor zowel medische als technologische sectoren. Europese digitaliseringsinitiatieven en subsidiekanalen zoals Horizon Europe en EIT Health bieden financieringsmogelijkheden. De technologie is bovendien toepasbaar op andere patiëntengroepen, zoals beroerte- of MS-patiënten, en heeft internationaal groeipotentieel. Strategische samenwerkingen met medtech-bedrijven, revalidatiecentra en onderzoeksinstellingen kunnen de ontwikkeling versnellen. Dit biedt niet alleen nieuwe behandelmethoden, maar ook waardevolle data voor verdere innovatie.
Tijdens de iteratieve ontwikkelingsfase is samenwerking met patiëntenorganisaties, zoals de Vlaamse Parkinson Liga (VPL), van cruciaal belang om de maatschappelijke impact te vergroten en de verspreiding van opgedane kennis en ervaringen te optimaliseren. Door deze organisaties actief te betrekken, kan het project beter inspelen op de specifieke noden en verwachtingen van de doelgroep, wat de effectiviteit en acceptatie van de technologie ten goede komt. Daarnaast biedt samenwerking met academische partners en kennisinstellingen een aanzienlijke meerwaarde bij de ontwikkeling van digitale revalidatietechnologie. Dergelijke partnerschappen bevorderen de wetenschappelijke onderbouwing van het project en creëren synergieën die bijdragen aan innovatieve doorbraken. Bovendien vergroot een multidisciplinaire samenwerking de kans op succesvolle gezamenlijke financieringsaanvragen bij instellingen zoals het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) of Europese programma’s zoals Horizon Europe. Naast academische en non-profitpartners is de betrokkenheid van private spelers met expertise in extended reality (XR)-technologie en datamanagement essentieel. Door samen te werken met technologiebedrijven en MedTech-ondernemingen kan niet alleen het product verder worden geoptimaliseerd, maar kan ook een doordachte valorisatiestrategie worden ontwikkeld. Dit draagt bij aan de bredere implementatie en commerciële haalbaarheid van de technologie, zowel binnen België als op internationaal niveau. Voor de pilotimplementatie van de kostenefficiënte klinische toepassing op een conventionele loopband wordt in eerste instantie samengewerkt met Belgische revalidatiecentra en private kinesitherapiepraktijken. Door deze praktijkgerichte benadering kan de technologie in een realistische zorgomgeving worden getest en gevalideerd, wat waardevolle inzichten oplevert voor verdere optimalisatie en opschaling.
Visual Field Explorer
Het doel van dit project is de ontwikkeling van de Visual Field Explorer, een toegankelijke en betrouwbare VR-oplossing die visuele velden meet bij patiënten met visuele stoornissen. Deze tool gebruikt eye-tracking voor verbeterde fixatiecontrole, verhoogt de meetbetrouwbaarheid en maakt het mogelijk patiënten in verschillende posities te testen dankzij de mobiliteit van de VR-bril. De applicatie biedt real-time datavisualisatie en een gekoppeld dashboard, waardoor therapeuten direct inzicht krijgen in de patiëntgegevens. Het streven is om een diagnostische tool te creëren die niet alleen bestaande methoden aanvult, maar ook het revalidatieproces optimaliseert door behandelingen precies af te stemmen op het individuele visuele profiel van elke patiënt.
- Kennisinstelling: Howest (onderzoeksgroep HITLab)
- Naam & voornaam onderzoeker: dr. Ine Van der Cruyssen, HITLab manager
Na een hersenbeschadiging ontwikkelen veel mensen hemianopsie, een aandoening waarbij zij blind zijn voor de linker- of rechterhelft van hun gezichtsveld. Om te bepalen hoeveel van het visuele veld nog intact is, worden momenteel methoden gebruikt zoals een confrontatietest, een manuele perimetrie (bv. de Goldmann perimeter) of een geautomatiseerde perimetrie. Deze technieken hebben echter enkele belangrijke beperkingen. Zo vindt er tijdens deze testen geen fixatiecontrole plaats, wat de betrouwbaarheid van de metingen bedreigt. Daarnaast zijn deze methoden niet mobiel en weinig flexibel, wat het voor sommige patiënten moeilijk of zelfs onmogelijk maakt om een visuele veldmeting te ondergaan. Bovendien worden deze testen typisch maar één keer gedaan, terwijl herhaalde metingen kunnen bijdragen om de evolutie van de patiënt op te volgen. Ten slotte zijn deze methoden hoofdzakelijk beschikbaar in ziekenhuizen, terwijl ook revalidatiecentra en instanties zoals CARA, die rijgeschiktheid beoordelen na hersenletsel, baat zouden kunnen hebben bij een toegankelijke en betrouwbare methode om het visuele veld te evalueren.
Het doel van het project is om een toegankelijke, betrouwbare en gebruiksvriendelijke methode te ontwikkelen voor het meten van visuele velden bij patiënten met hemianopsie en andere visuele stoornissen. De Visual Field Explorer is een VR-oplossing die gebruik maakt van eye-tracking om fixatiecontrole mogelijk te maken, waardoor de betrouwbaarheid van de metingen aanzienlijk wordt verhoogd. Een VR-bril is bovendien licht en mobiel waardoor patiënten eender waar en in verschillende posities – staan, zittend, liggend – getest kunnen worden. Daarnaast biedt de applicatie real-time datavisualisatie en een gekoppeld dashboard, waardoor therapeuten direct inzicht krijgen in de resultaten en de evolutie van de patiënt kunnen volgen. Het uiteindelijke doel is om een diagnostische tool te ontwikkelen die niet alleen de bestaande methoden kan aanvullen, maar ook een grotere klinische toepasbaarheid heeft en het revalidatieproces kan ondersteunen door interventies gerichter af te stemmen op het individuele visuele profiel van de patiënt.
Dit project heeft een maatschappelijke meerwaarde voor de medische sector. Patiënten zouden sneller en vaker getest kunnen worden, wat hun revalidatie en verdere therapie ten goede kan komen.
Het project heeft verschillende doelgroepen. De eerste doelgroep van dit project bestaat uit patiënten met visuele stoornissen als gevolg van hersenletsel, zoals hemianopsie. Daarnaast richt het project zich op zorgprofessionals die betrokken zijn bij de diagnose en revalidatie van deze patiënten, waaronder neuropsychologen, artsen, orthoptisten en ergotherapeuten. Ten slotte vormen ook instellingen zoals ziekenhuizen maar ook revalidatiecentra en rijgeschiktheidscentra een belangrijke doelgroep, aangezien zij baat zouden kunnen hebben bij toegankelijkere methoden voor visuele veldmetingen.
€ 200.000
Het project bevindt zich in een groeiende markt waarin innovatieve technologieën steeds vaker hun meerwaarde tonen in de medische sector. De vraag naar toegankelijkere methoden voor visuele veldmetingen is groot, en deze oplossing heeft het potentieel om de huidige standaard te verbeteren. Bovendien is de ook de maatschappelijke impact groot: de technologie kan bijdragen aan meer en snellere diagnoses, betere revalidatie-uitkomsten en uiteindelijk een hogere levenskwaliteit voor patiënten.
Om de Visual Field Explorer succesvol te valoriseren, zijn verschillende samenwerkingsverbanden mogelijk. Een eerste belangrijke partnergroep bestaat uit ziekenhuizen en revalidatiecentra waar de technologie zou kunnen worden getest en geïmplementeerd. Daarnaast kunnen onderzoeksinstellingen en universiteiten bijdragen aan de verdere ontwikkeling en validatie van de technologie. Samenwerkingen met technologiebedrijven kunnen helpen bij de ontwikkeling en eventuele commercialisatie van het product.
YET (Youth Environment & engagement tool)
Het project richt zich op het ontwikkelen van een app voor het slimmer, inclusiever en duurzamer inrichten van publieke ruimtes. Deze door jongeren ontworpen tool faciliteert participatie en cocreatie in sectoren zoals stedelijke planning en infrastructuurontwikkeling. Gebruikers kunnen informatie delen, in dialoog gaan met stakeholders, en meewerken aan toekomstvisies voor ruimtegebruik. De app is veelzijdig inzetbaar, van publieke ruimte tot werkplekinrichting, en ondersteunt zowel bottom-up als top-down benaderingen voor ruimtelijke ontwikkeling.
- Kennisinstelling: Vital Cities Howest
- Naam & voornaam onderzoeker: Lore Cuypers, Onderzoekscoördinator Vital Cities
De publieke ruimte staat onder steeds grotere druk. Ze moet tegelijk plaats bieden aan groen, mobiliteit, wonen, ontspanning, spel en ontmoeting. Tegelijkertijd wordt ze intensiever gebruikt door een steeds diverser publiek: kinderen en jongeren, ouderen, werkenden, recreanten, sporters, handelaars en bewoners met uiteenlopende behoeften. Dit leidt steeds vaker tot spanningen en conflicten over wie de ruimte mag gebruiken en op welke manier. Kinderen en jongeren worden soms als te luid of te speels gezien. Volwassenen en ouderen botsen op een gebrek aan toegankelijke en uitnodigende plekken. Vrouwen en meisjes voelen zich niet altijd veilig of op hun gemak in publieke ruimtes. Dit is niet alleen een ruimtelijk, maar ook een sociaal vraagstuk. We moeten ervoor zorgen dat iedereen voldoende fysieke ruimte heeft om zich vrij, veilig en thuis te voelen in de stad en in de buurt. Daarom is het essentieel om de open ruimte die we nog hebben te beschermen en efficiënt in te zetten. Dit betekent niet alleen het behouden van groen en speelruimte, maar ook het creëren van een omgeving waarin verschillende generaties en groepen zich kunnen vinden. Maar om écht inclusieve en leefbare ruimtes te maken, is het cruciaal dat mensen zélf betrokken worden bij de inrichting ervan. Ze moeten de kans krijgen om hun ideeën en behoeften te delen, zodat hun leefomgeving beter aansluit bij hun wensen. Daarom hebben wij een digitale oplossing ontwikkeld die bewoners en gebruikers van de stad de mogelijkheid geeft om mee te denken en hun stem te laten horen. Met de YET-APP kunnen mensen aangeven wat ze nodig hebben, ideeën uitwisselen en samen bouwen aan een ruimte die werkt voor iedereen. Door ruimte en infrastructuur flexibel te gebruiken en te delen, creëren we meer mogelijkheden voor ontmoeting, experiment en gemeenschapsvorming. Zo bouwen we samen aan een publieke ruimte die écht publiek is.
Het is essentieel om publieke ruimte slimmer, inclusiever en duurzamer in te richten. Om dit mogelijk te maken, hebben we een innovatieve app ontwikkeld die participatie en cocreatie vergemakkelijkt. Oorspronkelijk ontworpen door jongeren tijdens een onderzoeksproject in opdracht van het Vlaams departement omgeving, heeft deze mobiele applicatie een breed potentieel en kan ze worden ingezet binnen diverse sectoren, zoals stedelijke planning, werkplekinrichting, en infrastructuurontwikkeling op maat van bouwbedrijven en projectontwikkelaars. Deze tool stelt gebruikers in staat om:
Informatie te delen over hoe ze de leefomgeving vandaag gebruiken en welke noden en kansen ze zien.
- Hun ideeën, verzuchtingen en competenties in te brengen om de ruimte actief mee vorm te geven.
- In dialoog te treden met beleidsmakers, stadsplanners, ondernemers en praktijkwerkers.
- Een toekomstvisie te ontwikkelen op hoe we in Vlaanderen beter aan verschillende ruimtebehoeften kunnen voldoen.
- Toegankelijke en rechtvaardige publieke ruimte: Dit project zorgt ervoor dat iedereen—ongeacht leeftijd, gender, socio-economische achtergrond of mobiliteitsstatus—een stem krijgt in de vormgeving van de leefomgeving. Dit versterkt sociale rechtvaardigheid en toegankelijkheid, waardoor publieke ruimte écht publiek wordt.
- Actieve burgerparticipatie en cocreatie: Door een digitale tool in te zetten, wordt participatie laagdrempelig en toegankelijk voor een brede groep mensen. Dit bevordert democratische besluitvorming en versterkt het eigenaarschap over de eigen leefomgeving.
- Duurzaam en efficiënt ruimtegebruik: Dit project helpt steden, bedrijven en burgers om slimmer om te gaan met de beschikbare ruimte door middel van gedeeld gebruik, tijdelijke invullingen en multifunctionele infrastructuur. Dit leidt tot een duurzamer gebruik van grondstoffen en infrastructuur, en vermindert de druk op het milieu.
- Innovatie in stedelijke ontwikkeling en infrastructuur: De digitale tool brengt een datagedreven en innovatieve aanpak naar stedenbouw, werkplekinrichting en infrastructuurontwikkeling. Beleidsmakers, planners en bedrijven krijgen directe inzichten in ruimtegebruik en behoeften, waardoor ze effectiever kunnen plannen en ontwerpen op basis van echte gebruikersdata.
- Verbinding tussen generaties, sectoren en gemeenschappen: Door verschillende doelgroepen—jongeren, ouderen, werkenden, beleidsmakers, ondernemers—samen te brengen in het ontwerpproces, stimuleert het project dialoog en samenwerking.
- Schaalbaarheid en brede toepasbaarheid: Hoewel de tool oorspronkelijk werd ontwikkeld door en voor jongeren en publieke ruimte, kan ze worden ingezet in een breed scala aan omgevingen: van wijkontwikkeling en mobiliteitsplanning tot bedrijfsterreinen en werkplekken. Dit maakt het project relevant op verschillende niveaus—lokaal, regionaal en zelfs internationaal.
- Jongeren (12-25 jaar) die hun ideeën en wensen over publieke ruimte kunnen delen.
- Steden en gemeenten (beleidsmakers en stadsplanners) die participatie bevorderen.
- Bouw- en infrastructuursector (projectontwikkelaars, architecten, aannemers) die de tool gebruiken voor op maat gemaakte ontwerpen.
- Werkgevers en bedrijven (HR-managers, vastgoedsector) die werkplekken en commerciële ruimtes willen optimaliseren.
- Onderwijs- en onderzoeksinstellingen die data voor wetenschappelijk onderzoek gebruiken.
- Maatschappelijke organisaties die inclusiviteit en participatie bevorderen, zoals bij minderheden en kwetsbare groepen.
- Internationale gemeenschappen die de app gebruiken voor wereldwijde stedelijke en ruimteprojecten.
Er zijn veel mogelijkheden voor de valorisatie van deze applicatie, dit maakt ook dat het budget zeer afhankelijk zal zijn van de opportuniteiten en partners die zich aanbieden.
- Innovatie en AI-ondersteunde technologie: We integreren AI om het ontwerpproces te verfijnen, met automatische ontwerpvoorstellen en real-time feedback voor snellere, efficiëntere planning. Dit maakt het platform een gamechanger voor steden, bedrijven en projectontwikkelaars.
- Duurzaam en toekomstgericht ruimtegebruik: We creëren flexibele, multifunctionele omgevingen door slim gebruik van bestaande ruimte en infrastructuur, wat bijdraagt aan duurzame mobiliteit, toegankelijkheid en langetermijnwaarde voor vastgoed en infrastructuur.
- Marktpotentieel en schaalbaarheid: De tool is modulair en schaalbaar voor diverse sectoren:
- Stadsontwikkeling
- Werkplekinrichting
- Bouw & infrastructuur
- Retail & vastgoed
Dit maakt het aantrekkelijk voor investeerders die op zoek zijn naar groeipotentieel en sectoroverschrijdende toepassingen.
- Merkversterking en positionering als koploper: Investeren biedt bedrijven de kans om zich te profileren als pioniers in duurzaam en sociaal verantwoord ondernemen, met positieve media-aandacht, nieuwe samenwerkingen en grotere merkwaarde.
- Financieel en strategisch voordeel: Investeringen leiden tot:
- Efficiëntere besluitvorming door AI
- Kostenbesparing door slimme ontwerpen
- Snellere implementatie van projecten
- Groei in een opkomende markt voor slimme ruimteplanning
- Aansluiting bij beleidsdoelstellingen en subsidies: Het project sluit aan bij beleidsdoelen voor duurzaamheid en inclusiviteit, wat de kans op subsidies vergroot en de financiële risico’s verlaagt. Slimme investering in de toekomst Investeren biedt de kans om:
- Pionier te zijn in AI-gestuurde participatie.
- In te spelen op de toekomst van duurzame ruimte-inrichting.
- Impact te maken op economisch, maatschappelijk en ecologisch vlak.
Steden, gemeenten en overheden: Samenwerken met lokale besturen en internationale netwerken (bijv. Eurocities) voor pilootprojecten, subsidies en evidence-based planning. Dit versterkt de tool in Smart City-initiatieven en participatieprocessen.
Technologiebedrijven en AI-specialisten: Samenwerking met AI-experts en smart city-technologiebedrijven voor technologische innovaties, integratie in bestaande platforms, en uitbreiding naar nieuwe markten als white-label oplossing.
Bouw- en infrastructuurbedrijven: Integratie van gebruikersinzichten in bouwprocessen, wat leidt tot efficiëntere ontwerpen, hogere vastgoedwaarde en duurzaamere infrastructuur.
Werkplekken en bedrijven: Optimalisatie van werkplekken op basis van medewerkersinzichten, wat resulteert in betere werkervaring, kostenefficiëntie en grotere productiviteit.
Onderzoeks- en onderwijsinstellingen: Samenwerking met universiteiten en onderzoekscentra voor wetenschappelijke onderbouwing, innovatieversnelling en opleiden van toekomstige professionals in participatieve ruimtelijke planning.
Burgerbewegingen en sociale organisaties: Versterking van burgerparticipatie door gebruiksvriendelijke digitale inspraak en het bevorderen van een diverse en rechtvaardige publieke ruimte.
Internationale uitbreiding en commerciële valorisatie: Schaalvergroting naar andere landen via partnerschappen en licentiemodellen, met focus op sectoren zoals vastgoed, mobiliteit en werkplekbeheer. Door samenwerkingen aan te gaan met diverse sectoren – van steden en technologiebedrijven tot sociale organisaties en internationale partners – maximaliseert het project zijn marktpotentieel, maatschappelijke impact en commerciële schaalbaarheid. De AI-gebaseerde tool biedt innovatieve oplossingen voor stedelijke planning, werkplekinrichting, infrastructuur en meer.