Fiscaliteit moet ondernemerschap en innovatie stimuleren. Dat kan enkel wanneer fiscaliteit rechtvaardig, billijk, sturend, transparant, eenvoudig en voorspelbaar is. Zowel op het lokale niveau als bovenlokaal houdt Voka Oost-Vlaanderen vinger aan de pols bij steden en gemeentes, zoekt het actief naar oplossingen en stelt problemen aan de kaak.
Vijf voorwaarden voor een sterke fiscaliteit
De belastingsdruk wordt rechtvaardig verdeeld over alle ondernemingen, waardoor elke onderneming bijdraagt naar eigen vermogen.
De belastingstarieven houden rekening met de impact van een onderneming op de lokale omgeving.
Parameters die daarbij gebruikt kunnen worden zijn oppervlakte en milieuklasse.
Eenheidstarieven zijn bij voorkeur degressief bij stijgende impact, en houden rekening met de positieve impact van een onderneming op de stad of gemeente. Denk hierbij aan tewerkstelling, hernieuwbare energie, energie efficiëntie, modal shift, ...
De belasting draagt door zijn sturend karakter bij aan de langetermijndoelstellingen van het lokale bestuur en zijn niet louter financierend:
- Duurzaam ruimtegebruik
- Oppervlaktebelasting op verschillende bouwlagen met een gedifferentieerd tarief voor hogere bouwlagen, om bouwen in de hoogte te stimuleren
- Geen of lagere belasting op onverharde of groene oppervlaktes om ontharding tegen te gaan
- Klimaatdoelstellingen
- Geen belasting op oppervlaktes waarop PV-installaties geplaatst zijn
- Tewerkstelling
- Gewenste sectoren
De berekeningswijze en aangifte moet eenvoudig in te vullen en te berekenen zijn.
In het belang van een continue bedrijfsvoering is het belangrijk dat fiscaliteit voorspelbaar en stabiel is. Het reglement is ontworpen op lange termijn en maakt gebruik van stabiele parameters.
Lokale fiscaliteit
De vijf voorwaarden voor een sterke fiscaliteit gaan op voor zowel het lokale als het bovenlokale niveau. Een van de voorbeelden waar Voka al jarenlang voor streeft is het afschaffen van de belasting op motoren (drijfkracht) bij de steden en gemeenten die deze belasting hanteren. Het is een discriminerende en verouderde belasting en vormt voor bedrijven een substantiële en recurrente handicap in de internationale concurrentiestrijd.
Deze belasting werd in het verleden ingevoerd als reactie tegen het vermeende arbeidsvernietigend karakter van investeringen in automatisatie. Ondertussen is het economisch landschap sterk gewijzigd. Door de aard van de belasting zelf treft zij een relatief beperkt aantal bedrijven – zij is dus in zekere zin discriminerend. Bovendien worden net die bedrijven fiscaal aangesproken die er vandaag nog in slagen om ook laaggeschoolden tewerk te stellen. Deze ondernemingen met een belangrijke productie-activiteit moeten opboksen tegen een mondiale, scherp concurrentiële omgeving.
Covidmaatregelen op lokaal niveau
Elke onderneming werd getroffen door de coronacrisis. Daarom zet Voka zich in om steunmaatregelen te bepleiten op elk beleidsniveau. Ook steden en gemeentes kunnen helpen om de liquiditeit te vergroten of de heropstart van ondernemingen te bespoedigen. Daarom vroeg Voka volgende actiepunten aan elke stad of gemeente.
Bovenlokale fiscaliteit
Bovenlokaal ijvert Voka Oost-Vlaanderen samen met Voka vzw en de andere Kamers van Koophandel voor een ondernemersgerichte fiscaliteit:
- Er is nood aan een beter doelgroepenbeleid
- De verstrenging van de loonnorm staat hoog op de agenda
- Het aanpassen van starterslonen als maatregel tegen de hoge jongerenwerkloosheidsgraad
- De taxshift voor de private sector, met als doel een verhoogde concurrentiekracht
- De hervorming van de vennootschapsbelasting om competitief te blijven in Europa
- Een algemene uitdoving op de voorheffing materieel en outillage
Verder vragen we de overheid om met innovatieve oplossingen aan de slag te gaan. Waarom bijvoorbeeld geen ondernemerstoets invoeren voor nieuwe regelgeving?
Publicaties