Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • “Nu doorpakken om zwakkere tweede jaarhelft te voorkomen”

“Nu doorpakken om zwakkere tweede jaarhelft te voorkomen”

  • 29/08/2024

Tijdens de eerste jaarhelft van 2024 zagen we dat de conjunctuurbarometer in stijgende lijn ging. In de loop van de tweede jaarhelft zou deze expansie verder door moeten zetten, maar wel met een zwakkere slagkracht. Willen we dit omkeren dan wordt het tijd om knopen door te hakken en hervormingsgezinde regeerakkoorden te schrijven. Centraal moet de herwaardering van de Vlaamse industrie zijn. De hoge energie- en loonkost, het onzekere vergunningenbeleid en de krapte op de arbeidsmarkt delen zware klappen uit aan de industrie. Om het tij te keren, is er in de eerste plaats nood aan een ‘mental shift’ waarbij de impact van regelgeving op de industrie in alle beleidsdomeinen wordt meegenomen. Naar analogie met Wallonië (en de Europese Commissie) moet daarom ook Vlaanderen resoluut kiezen voor een Vlaams minister van Industrie.
 

“Onze industrie is de bron waaruit de welvaart voortkomt omdat deze aan het begin van de meeste waardeketens staat. We mogen daarbij niet vergeten dat heel wat bedrijven en toeleveranciers (alsook de dienstensector) er sterk afhankelijk van zijn. ​ Nochtans gaat het aandeel industrie in Vlaanderen met rasse schreden achteruit. In Limburg zelfs nog sneller dan het gemiddelde", zegt Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka - KvK Limburg.
 

Starters op weg naar kaap van 9000 starters

In juli mochten we 838 nieuwe starters verwelkomen in Limburg. Dit is 8,5% meer dan dezelfde periode vorig jaar en compenseert daarmee het verlies van de maand voordien. Voorlopig zitten we met 6,6% meer starters in 2024 t.o.v. 2023 in dezelfde periode. Op basis van de cijfers van de eerste jaarhelft zou de kaap van 9000 starters mogelijk moeten zijn tegen het einde van het jaar.

Export belandt op maandgemiddelde

In ​ juli werden 10% meer exportcertificaten uitgeschreven dan in juni. Het activiteitsvolume loopt zodoende op tot 1716 attesten en belandt hiermee quasi pal op het maandgemiddelde. De trend blijft tot na de jaarwisseling licht neerwaarts gericht. ​ Een jaar geleden kon voor de vergelijkbare periode nog een significant opwaartse tendens gerapporteerd worden. De year-to-year differential blijft licht negatief (-1.2%) en zeer dicht in de buurt van de waarde die vorige maand in het vooruitzicht gesteld werd (-1.5%).

De sterke toename van het aantal certificaten van oorsprong gaat echter gepaard met een stevige krimp van de gerealiseerde omzet. De exportwaarde krimpt met -7.9% ten opzichte van juni, maar blijft nog wel 11.5% boven het juligemiddelde. De trend blijft voor de volgende zes maanden nog significant positief met dezelfde intensiteit als een jaar geleden. De year-to-year differential (10.25%) valt licht lager uit dan vorige maand (12.2%). Op zich zijn dit nog steeds comfortabel ruime waarden, maar noteer wel dat ​ dit de tweede krimp op rij is: twee maanden geleden liep de marge nog op tot 14.3%.

Sterke krimp in de bouw

In april werden -31.3% minder bouwvergunningen uitgereikt dan in ​ maart. Er moet teruggegaan worden tot coronajaar 2020 om een nog sterkere aprilkrimp terug te vinden (-44.2%). De daling wordt gegenereerd vanuit zowel de residentiële activiteit (nieuwbouw -40.7%, renovatie -16.4%) als de niet-residentiële (nieuwbouw -19.%, renovatie -37.1%). Tijdens de volgende zes maanden verlopen de trends voor de voor de residentiële nieuw- en renovatiebouw vrijwel volledig vlak. Wat betreft de residentiële renovatie is dit patroon identiek aan dat van twaalf maanden geleden. De residentiële nieuwbouw vertoonde destijds nog een significant stijgend patroon.

De trends voor de niet residentiële activiteiten blijven opwaarts gericht: voor de renovatie gebeurt dit met een intensiteit als een jaar geleden, de trend voor de nieuwbouw verloopt nu welopvallend vlakker. De marge voor de residentiële nieuwbouw blijft negatief (-15.6%) en wordt ruimer dan vorige maand (-11.4%). De marge voor de residentiële renovatie blijft positief en verruimt licht van 2.4% tot 2.8%. De differential voor de niet-residentiële renovatie blijft eveneens positief (13.6%) maar ziet zijn waarde gehalveerd ten opzichte van vorige maand (27.8%). De marge voor de niet-residentiële nieuwbouw duikt van een positieve 3.2% naar en relatief ruim negatieve -5.8%. Deze tendensen duwen de differential voor de totale markt dieper in de rode zone tot -9%. Vorige maand bleef de marge nog beperkt tot -4.4%.

Augustus 2024 - Januari 2025

Voertuigen: nooit eerder een grotere juli-krimp

In juli worden traditioneel beduidend minder nieuwe voertuigen ingeschreven dan in juni. De gemiddelde krimp voor die maand bedraagt -27.1%. Dit jaar loopt de terugval op tot -40.4%. Nooit eerder werd een juli-krimp van die omvang genoteerd. De sterkste daling doet zich voor bij de hoge vracht (-77.5%), de bedrijfsvoertuigen en personenwagens maken een duik van respectievelijk -42.5% en -37.5%. Met 2351 stuks valt het totale volume inschrijvingen terug tot -13.6% onder het maandgemiddelde. Ondanks de sterke maand-tot-maand krimp blijft dit verschil sterk vergelijkbaar met de -14.9% die vorige maand gerapporteerd werd.

Het ruimste negatieve ecart wordt gegenereerd binnen het segment van de hoge vracht (-44.3%), voor de personenwagens en bedrijfsvoertuigen blijven de verschillen beperkt tot -13.5% en -6.6%. Alle segmenten vertonen tijdens de periode augustus-januari een licht opwaartse trend. Deze patronen zijn de resultante van een stagnerende tot licht dalende tendens voor de periode tot december en een steile januaripiek die traditioneel samengaat met de salonvoorwaarden. Voor de totale markt ontstaat een gelijkaardig opwaarts trendprofiel met een licht steiler verloop dan twaalf maanden geleden.

Schoolverlaters zorgen voor stijging werkzoekenden

In juli werden 26256 werkzoekende werklozen geregistreerd. Voor beide geslachten impliceert dit een toename met 7.5% ten opzichte van juni. Deze aangroei is toe te schrijven aan de toetreding van schoolverlaters tot de arbeidsmarkt. Het aantal werkzoekende mannen blijft -17.5% onder het juligemiddelde, het aantal vrouwen -21.4%. In de periode tot januari lijkt het totale aantal werkzoekenden te stagneren net onder de 26000 eenheden. De year-to-year differential voor ​ de mannen blijft positief (5%). De marge voor de vrouwen verruimt van -6.4% tot -8.6%. Het aantal uitgeschreven vacatures valt in juli -2.6% lager uit dan in juni. Deze krimp is in historisch perspectief beperkt.

Met 3033 vacatures overtreft het jobaanbod het maandgemiddelde met 49%. Dit volume is goed voor zilver in de juli-ranking sinds 2010. Na een topwaarde in september dient zich een steile terugval aan die het jobaanbod tegen december kan reduceren tot nog ruim 2000 stuks. Na de jaarwisseling compenseert de traditionele januarihausse deze neergaande tendens. De year-to-year differential klimt uit de rode zone en belandt op een ruim positieve 5%. Juli sloot af met 10378 openstaande vacatures of 2.5% meer dan in juni. Het totale volume blijft nog steeds 110% boven het maandgemiddelde. In augustus-september bereikt het aantal openstaande betrekkingen een maximumniveau van ruim 10600 eenheden. Daarna zet een neerwaartse trend door die het volume tegen januari reduceert tot 9500. De year-to-year differential blijft positief (3.9%).

Toerisme: afwachten impact natte zomer

Volgens de meest recent beschikbare toerismedata neemt het aantal aankomsten in april toe met 14.6% en het aantal overnachtingen met 17.3%. In perspectief zijn deze maand-tot-maand toenames eerder beperkt. Het aantal aankomsten (159202) situeert zich 23.3% boven het maandgemiddelde, voor de overnachtingen (440404) is dit beduidend kleiner (15.7%). Deze activiteitvolumes leren dat de paaspiek wat betreft de aankomsten dit jaar -2.4% onder het niveau van 2023 (recordjaar) blijft en het aantal overnachtingen zelfs -9.8%. De huidige activiteit blijft niettemin beduidend boven het precorona-niveau van 2019. De impact van de natte zomer is nog niet volledig duidelijk in de cijfers. Vanaf augustus zetten de traditionele significant neerwaartse trends door met dezelfde intensiteit als een jaar geleden.

De year-to-year differentials blijven positief maar krimpen beduidend ten opzichte van vorige maand. De marge voor de aankomsten valt terug van 15% tot 10.4%, die voor de overnachtingen van 12.7% tot 6.2%. ​ In juni loopt de bezettingsgraad van de hotels op tot 62%. De bezettingsgraad van de B&B’s krimpt tot 36%. De bezettingsgraad van de hotels ligt hiermee 13 procentpunten boven het junigemiddelde, de bezettingsgraad van de B&B’s -4 procentpunten onder dat gemiddelde. Vanaf september zetten de traditionele significant neerwaartse trends door met dezelfde intensiteit als vorig jaar. De year-to-year differential voor de hotels blijft met 6.5 procentpunten status quo op het niveau van vorige maand, de marge voor de B&B’s valt terug tot -1 procentpunt.

Contactpersonen

Dario D'Arpino

Woordvoerder

Menno Van Gemeren

Senior adviseur belangenbehartiging

Jonas De Raeve

Directeur belangenbehartiging