Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • Brussels bedrijf betaalt drie keer hogere lokale belastingen dan Vlaamse buur

Brussels bedrijf betaalt drie keer hogere lokale belastingen dan Vlaamse buur

  • 25/09/2024

De belastingdruk op bedrijfsgebouwen in het Brussels gewest ligt gemiddeld drie keer hoger dan in de (Vlaamse) rand. Zo blijkt uit de jaarlijkse studie van het financiële consultancybedrijf Ayming. Op vraag van de Brusselse ondernemersorganisatie Voka Metropolitan werd de aantrekkelijkheid van een bedrijfslocatie in het Brussels gewest vergeleken met de rand. Het resultaat? Steeds meer bedrijven verlaten Brussel en kiezen als investeringslocatie voor de randgemeentes. “De Brusselse gemeentes belasten letterlijk bedrijven weg en organiseren zo een jobvlucht,” zegt René Konings, directeur van Voka Metropolitan. Hij pleit voor een pact tussen gewest en gemeentes om deze fiscale handicap weg te werken.

 

Het consultancybedrijf Ayming vergeleek in de studie de totale lokale belastingdruk in de 19 Brusselse gemeentes met die van 22 gemeentes uit Vlaams- en Waals-Brabant. Het nam hiervoor een gemiddeld kantoorgebouw met een niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van 100.000 euro (geïndexeerd in 2024 = 217.630 euro). Ayming maakte hiervoor een analyse van de meest voorkomende vastgoedbelastingen die bedrijven moeten betalen aan de gewestelijke, provinciale en gemeentelijke overheden. Het gaat hierbij om de onroerende voorheffing, de Brusselse gewestbelasting, de provinciebelasting op vestiging, de gemeentebelasting op vestiging en de gemeentebelastingen op parkeerplaatsen. Wat blijkt? Het zijn vooral de Brusselse gemeentes die hun fiscale autonomie het ruimst invullen en bedrijven meermaals langs de kassa sturen.

Zaventem is fiscaal vriendelijkst, Ganshoren en Schaarbeek duurst

Het is Zaventem dat fiscaal het aantrekkelijkste blijkt, zelfs vijf keer goedkoper dan de duurste gemeente Ganshoren (Brussels gewest). Voor een gemiddeld kantoorgebouw zal dit jaar in de luchthavengemeente 64.000 euro vastgoedbelastingen moeten afgedragen worden. Voor een kantoorgebouw met dezelfde oppervlakte in het Brusselse Ganshoren zal de rekening echter oplopen tot 323.000 euro. In de gemeente Schaarbeek dat een hoge kantoordichtheid heeft (Noordwijk) loopt de rekening op tot rond de 280.000 euro.

Een ander voorbeeld leert dat hetzelfde gebouw in de gemeente Machelen-Diegem 87.000 euro kost. In Brussel-Stad kost hetzelfde gebouw dan weer ongeveer 230.000 euro aan taksen.

Maar ook tussen Brusselse gemeentes onderling zijn er grote verschillen: zo betaalt de ondernemer in gemeentes als Schaarbeek en Sint-Joost (rond de 280.000 euro) en Evere (bijna 270.000 euro) dubbel zo veel als in Koekelberg (143.000 euro), de minst dure gemeente in het Brussels gewest. Een absurde situatie, vindt Konings: “Brusselse ondernemers moeten naargelang hun postcode meer geld ophoesten dan hun concurrent die een paar straten verder in een andere gemeente gehuisvest is. Nochtans zijn de economische diensten waarvan ze genieten, veelal op gewestniveau, dezelfde.”

‘Too much tax kills tax’

De belastingdruk in de Brusselse gemeentes loopt elk jaar verder op via de indexeringen van de onroerende voorheffing en de gewestbelasting. Hiernaast heffen bijna alle Brusselse gemeenten nog een bijkomende belasting op kantoorgebouwen. Een andere belasting waarmee belastingplichtigen van Brusselse kantoorgebouwen moeten rekening houden is de belasting op niet-publieke parkeerplaatsen. Er zijn in totaal 12 gemeenten die deze belasting heffen. Een extra probleem is dat vastgoedontwikkelaars in het Brussels gewest worden geconfronteerd met ellenlange vergunningenprocedures en ook tijdens renovatie- en reconversieprojecten blijvend zwaar worden belast. 

Bij een verhuis of een mogelijke nieuwe investering, kijken bedrijven naar meerdere factoren, zegt Konings: “Het prestige van Brussel als hoofdstad, thema’s als veiligheid en netheid en goede verbindingen via openbaar vervoer maken daar onder meer deel van uit. Maar we stellen vast dat de fiscale handicap steeds meer negatief doorweegt in nieuwe investeringsbeslissingen.”

De randgemeenten zijn vanuit een operationeel kosten- en administratief perspectief veel interessanter. De hoeveelheid aan verschillende belastingen en de hoge belastingdruk op kantoorgebouwen uiten zich voornamelijk in het Brusselse. De onroerende voorheffing in de rand is veel aantrekkelijker voornamelijk vanwege de lage opcentiemen en er bestaat bovendien geen gelijkaardige gewestbelasting, noch in het merendeel een gemeentebelasting op kantoorgebouwen en parkeerplaatsen, stelt Ayming vast.

Slaapstad of economisch centrum?

Volgens Voka Metropolitan is er een gevaarlijke grondverschuiving gaande in het economisch weefsel van onze hoofdstad. “De jobs die verdwijnen uit Brussel zijn immers vaak jobs met hoge toegevoegde waarde die ook heel wat indirecte jobcreatie met zich meebrengt Een dynamisch economisch centrum kan maar floreren als het een ecosysteem met alle mogelijke jobs huisvest. In pakweg Diegem rijzen nieuwe kantoorgebouwen uit de grond, in Brussel veranderen ze in appartementscomplexen of rusthuizen. De wereld op zijn kop: wordt Brussel de slaapstad van de economisch dynamischere Rand?”

“Een stad maak je samen. Ondernemers bouwen elke dag mee aan onze hoofdstad, creëren hier werkgelegenheid en dragen graag ook bij aan de financiering van de stadsdiensten. Maar de Brusselse gemeentes dwingen via hun fiscaal beleid heel wat bedrijvigheid het gewest uit. De verschillende gemeentes verliezen daarbij het globale Brusselse plaatje uit het oog en ondermijnen elk ambitieus economisch beleid vanuit het Brussels gewest. De Brusselse versnippering verhindert de uitbouw van een coherent economisch-fiscaal beleid dat ondernemen ondersteunt.”

Gezamenlijke Brusselse ambitie

Voka Metropolitan pleit daarom een pact voor fiscale vrede en vraagt dat het gewest gemeentes vanuit haar voogdijbevoegdheid bijstuurt wanneer ze met nieuwe belastingen en prijsverhogingen economische activiteiten schaden: “Ondernemingen hebben nood aan een stabiel fiscaal kader, transparantie en moeten weten waar ze aan toe zijn wanneer ze hun begroting opstellen. Geharmoniseerde tarieven op gewestniveau moeten een eerste stap uit het kluwen van de Brusselse fiscaliteit zijn. Een volgende stap is de fiscale handicap aanpakken waarmee de Brusselse ondernemers worden opgezadeld ten opzichte van de concurrentie in Vlaams- en Waals-Brabant.”

Brussel heeft troeven genoeg om telkens bovenaan het lijstje van mogelijke bedrijfslocaties te staan. Het heeft de grootste talentenpoel, een meertalige, jonge en kosmopolitische bevolking, een goed uitgewerkt openbaar vervoersnet, verschillende commerciële interessante buurten met een prachtig gebouwenpatrimonium. Het potentieel is er, maar het versnipperde beleid mist een gezamenlijke Brusselse ambitie. In dit geval een gezamenlijke ambitie om Brussel uit te bouwen tot een aantrekkelijke economische locatie waar ondernemers willen investeren én blijven, besluiten Voka Metropolitan en Ayming.

 

Contactpersoon

René Konings

Directeur